Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 30

voor de bijzondere taken is aangegeven natuurlijk moeten worden geconcretiseerd. Maar er is in de laatste jaren binnen de universiteit reeds zoveel over deze zaak gesproken, waarbij natuurlijk ook kosten zijn geschat,'dat ik het noemen van deze streefcijfers nu al wel aandurf. Volgende vraag: kan prof. Sizoo ook prioriteiten aangeven voor de taken, die in het schema genoemd zijn? Zijn antwoord: elk van de vier in het schema genoemde categorieën heeft in principe voor mijn besef gelijke prioriteit. Binnen elke categorie liggen mogelijkheden die direct kunnen worden aangevat wanneer vast staat dat de financiën beschikbaar zijn. Voor andere zullen eerst plannen moeten worden uitgewerkt en zal een tijd van voorbereiding nodig zijn. Als wij bijv. in 1969 beginnen met een plan voor een internationaal congres over de problemen die de moderne ontwikkelingen in de medische wetenschap meebrengen, zal dat congres toch wel pas in 1970 kunnen worden gehouden. Ten aanzien van de verhouding van de Vrije Universiteit tot verwante instellingen in de ontwikkelingsgebieden is reeds heel veel voorbereidend werk verricht. Hier zouden snelle beslissingen waarmee grote bedragen gemoeid zijn op verantwoorde wijze kunnen worden genomen.

Onze laatste vraag: als tweede categorie van bijzondere taken wordt genoemd die welke gericht zijn op de verhouding van de Vrije Universiteit tot het reformatorisch volksdeel. Kunt u iets van de achtergronden daarvan zeggen ? Prof. Sizoo: allereerst, dat het hierbij wel heel duidelijk gaat om oude taken, die de Vrije Universiteit altijd tot haar opdracht heeft gerekend, maar waarvoor zij nu wel nieuwe mogelijkheden en vormen ziet. In de tweede plaats, dat het hierbij gaat om een volstrekt essentieel aspect van het bijzonder karakter van de Vrije Universiteit. Het is het aspect, dat zich nog altijd manifesteert wanneer door de vrien-

den en vriendinnen van de Vrije Unversiteit gesproken wordt van ónze universiteit. Dat tussen een volksgroep en een universiteit een dergelijk gevoel van intense verwantschap bestaat is uniek en op het eerste horen voor ,,buitenstaanders" dan ook moeilijk te begrijpen. De rol die de Vrije Universiteit in de geschiedenis van deze volksgroep heeft gespeeld en de gemeenschappelij ke geloofsovertuiging zijn bij dat gevoel van verwantschap betrokken. Het feit dat de V.U. gedurende bijna zeventig jaar in stand gehouden is met de financiële bijdragen uit deze groep en dat ook daarna deze financiële steun, zij het dan als aanvulling van de rijkssteun, daarvoor volstrekt noodzakelijk is gebleven, speelt in dit gevoel zeker ook een rol. Zou deze financiële band verloren gaan, en tevens de herinnering aan het verleden vervagen, dan zou het mogelijk zijn dat ook de geestelijk-culturele band op den duur zou verzwakken. Hiermede zou een uiterst waardevol en uniek verschijnsel in het Nederlandse volksleven verloren gaan. Men spreekt tegenwoordig veel over de verantwoordelijkheid van de universiteit ten opzichte van de samenleving. De Vrije Universiteit heeft deze verantwoordelijkheid altijd gekend. Zij ligt in haar doelstelling besloten. Er is echter evenzeer reden om te spreken van de verantwoordelijkheid van de samenleving ten aanzien van de universiteit, In de verhouding tussen de Vrije Universiteit en de reformatorische volksgroep heeft steeds een besef van wederzijdse verantwoordelijkheid gefunctioneerd en dat lijkt mij niet alleen voor deze beide, maar voor ons gehele volksleven een uiterst waardevolle zaak. De geschiedenis heeft ertoe geleid dat in de hier bedoelde verhouding wel met name een bepaald deel van de reformatorische volksgroep betrokken is. Er is ook een deel, dat met de inhoud van grondslag en doelstelling van de V.U. wel instemt, maar dat van mening is dat men daarvoor geen aparte universiteit behoeft te hebben. Het zou kunnen zijn, dat, nu de overheid de financiële verantwoordelijkheid voor de instandhouding van de V.U. heeft overgenomen, zodat er

ruimte komt voor de bijzondere taken, ook in dat deel van de reformatorische volksgroep belangstelling en sympathie voor deze bijzonder doelstelling wordt gewekt en dat dit ook zou leiden tot erkenning van medeverantwoordelijkheid voor de realisering daarvan.

7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen