GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 92

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 92

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

je hoort wel eens zeggen... y y anneer in een gezelschap de Vrije Universiteit ter sprake komt, hoor je sommigen wel eens zeggen, dat het natuurlijk allemaal prachtig is, die geweldige groei van de VU, de steun van de regering, de erkenning door anderen . . . noem maar op, maar dat je, nu het in en om de VU althans naar de buitenkant allemaal ,,rond" is en ze daar niet meer hoeven zitten wachten op je bijdrage en de inhoud van je VUbusje . . . wel, dat je niet meer zo'n directe band met de VU voelt. Je merkt het aan jongeren, de VU is gewóón geworden, een universiteit uit de rij, niks meer en niks minder dan andere. Zeker, het is een christelijke universiteit en daar hen je dankbaar voor, maar verder . . . Eigenlijk is deze redenering vreemd, er zit een ondertoon in van: waren de plannen met de VU nog maar niet zo goed gelukt, waren er nog maar in het oog lopende ontbrekende dingen . . . Maar dat niet alleen, de redenering is er naast. De VU is geen zaak, die door haar steunverleners (Verenigingsleden, contribuanten, spaarsters) in het zadel geholpen is en nu haar eigen weg gaat. De VU is een universiteit met een grondslag, die pas opnieuw geformuleerd is en waarin de doelstelling duidelijk omschreven staat: we lezen over de dienst van God en aan de naaste, — en deze dienst is nooit afgelopen. Deze dienst is in het kader van wat de VU beoogt te zijn, ook niet iets speciaals er bij: het hoort tot het wezen van de VU, de dienst van God en aan de naaste (vandaar dat de werkgroep ,,bijzondere taken" het woord ,,bijzonder" eigenlijk niet op z'n plaats vindt). Intussen is het wèl zo dat de steun die de VU voor de vervulling van haar taken van spaarsters, contribuanten en leden nodig heeft, vandaag ergens anders terecht moet komen dan voorheen. Dit brengt mee dat we niet meer van die spectaculaire projecten dicht bij huis hebben zoals een trots laboratorium-gebouw of een fors eigen academisch ziekenhuis, want dat staat er allemaal al. Maar . . . het staat er niet als doel in zichzelf, — en nu de wereld kleiner en ingewikkelder wordt worden de taken van de VU, die in beginsel dezelfde zijn gebleven, veelzijdiger en haar terreinen wijder. Nu gaat het niet aan in 't wilde weg hier of daar een medewerker in te zetten en ginds wat geld in een project te stoppen. Wil van daadwerkelijke taakvervulling, van daadwerkelijke dienstverlening sprake kunnen zijn, dan moeten de zaken van tevoren zorgvuldig overdacht en overwogen worden. Dat is in de afgelopen periode ook gebeurd en de werkgroep ,,bijzondere taken" heeft veel gesproken, veel rapporten geschreven, veel gewikt en veel gewogen en komt nu met zeven welomschreven projecten voor Vrouwen VU-Hulp. Hier zijn ze:

Aanzwengelen en wat er verder volgt Een niet onbelangrijk deel van wat de commissie buitenlandse betrekkingen op haar uitgebreide lijst heeft staan, betreft de ontwikkelingssamenwerking. Een even boeiend als belangrijk aspect hiervan is de, wat prof. Linnemann op de Leidse VUdag noemde: aanzwengelfunctie van de VU. De VU probeert ergens een project van de grond te krijgen, daar is (busjes)geld en durf voor nodig, het project komt van de grond, de overheid

16

vu-BLAD

ziet er wat in en gaat steunen. Gevolg: de VU kan weer aan een andere zaak aandacht en moeite geven. Zo is op het ogenblik in Bawku in Noord-Ghana dokter Oosterbrink in een kraamkliniek bezig, de VU wil daar iets opzetten, — en er zit in dat te zijner tijd dit werk voor overheidssubsidie in aanmerking komt.

Studiecentrum Er bestaan buiten Europa zestien christelijke studiecentra, waarmee de afdeling voor zending en evangelisatie van

de wereldraad van kerken in contact staat. Deze studiecentra willen het evangelie duidelijk en verstaanbaar doorgeven aan mensen van een ander geloof en/of van een andere cultuur en zij willen dit doen met grondige kennis van en inzicht in dat andere geloof en die andere cultuur. Behalve hun doel hebben de centra óók gemeen dat ze financiële en personele hulp nodig hebben, plus wetenschappelijke versterking en ruggesteun. Het zou niet gek zijn, heeft de afdeling voor zending en evangelisatie van de wereldraad overwogen, als Europese universiteiten die studiecentra gingen steunen: wetenschappelijk, moreel en financieel. Het beste zou dan zijn, dat telkens één universiteit optreedt als ,,sponsor" voor één studiecentrum. Het initiatief moet van een universiteit uitgaan, liefst van een christelijke universiteit, — en hier komt de VU op het tapijt. De VU wil deze zaak op gang brengen, wil het studiecentrum in Bangalore in India ,,sponseren" . . . en vraagt daarvoor geld. Geld uit de VU-busjes.

Beurzen voor buitenlanders Als ergens de betekenis én de omvang van de bijzondere taken van de VU duidelijk naar voren komen, is het in het werk van de commissie buitenlandse betrekkingen. Een niet ongewichtig onderdeel van het werk wordt gevormd door de beurzen voor buitenlanders. Vroeger werd er verschil gemaakt tussen kennismakingsbeurzen en beurzen voor mensen die al afgestudeerd waren (en bijv. al ergens doceren) en naar de VU komen voor een extra opleiding. De ervaring heeft geleerd dat een periode van tien maanden, die voor de kennismaking met de VU gegeven werd, te kort is: een goed deel van deze tijd is alleen al nodig om iets van onze taal te leren. Bovendien zijn de kosten voor de heenen terugreis relatief hoog vergeleken met de tijd die voor kennismaking nodig is. Bij het samenbrengen van beide soorten beurzen heeft men nu altijd de mogelijkheid om zowel de tijdsduur als het beursbedrag flexibel te houden, al naar gelang de bursaal getrouwd of ongetrouwd, student HELPENDE HANDEN EDITIE

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Blad | 101 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 92

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Blad | 101 Pagina's