GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 86

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 86

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

^Mfl4ft^ig/ili^^ - Ik kan me voorstellen, dat er gezegd wordt: op grond van de bijbel is actieve euthanasie niet mogelijk. Dat kunnen wij niet toestaan. Dat geldt voor u niet? Ja, kijk 'es. 't Is zo verschrikkelijk gemakkelijk. Er staat in de bijbel: gij zult niet doden. Dat wordt nogal eens aangehaald in de discussie. Aan de andere kant nemen dezelfde mensen wèl deel aan het leger en zien ze er in oorlogstijden ook geen bezwaar in om iemand neer te schieten. Laten we zeggen: de orthodoxe kringen behoorden in '40-'45 tot de meest felle in knokploegen. Terecht! Alleen moet men nu niet aankomen met het punt van het 'gij zult niet doden' in dit probleem. Daar zie ik dan óók een relativering in. En er staat ook in de bijbel dat de overheid het zwaard draagt. Men vindt of vond in deze kringen ook veel voorstanders van de doodstraf, dus . . . eh, zo gemakkelijk ligt dat ook weer niet, met de bijbel. Mijn religieuze overtuiging is óók datje iemand niet mag doden, maar er zijn wel uitzonderingen op. - Een ander punt: komt er niet een hele nieuwe verantwoordelijkheid voor de mens om de hoek kijken. Ik bedoel dat men op een gegeven moment ook moet gaan beslissen over het einde van eigen leven? Ja, dat is zeker zo. Dat is er natuurlijk. Als iemand aan een ongeneselijke ziekte lijdt . . . Ik heb een jonge man gehad van 23 jaar, die op de hoogte was van een gezwel. Hij was pas getrouwd. Hij is geopereerd, maar 't ging verder. Hij ging naar huis en liet zich later weer opnemen. 'We redden dat niet meer, m'n vrouw en ik. Maar we vinden allebei, dat er nu niet meer gedaan moet worden om mijn leven te verlengen. U mag mij wel wat geven om mijn pijn te bestrijden, maar ik wil beslist niet iets hebben waardoor mijn leven wordt verlengd. Ik wil dus geen middelen meer die dit gezwel bestrijden. Ik wil geen bloedtransfusie meer als ik daarmee langer in leven blijf, als de toestand zonder bloedtransfusie niet ondragelijk is.' Dat is het toepassen van passieve euthanasie door de patiënt zelf. Hij weigerde dus die ingreep en daar had hij volkomen het recht toe. En hij heeft daarmee - dacht ik zijn leven wel verkort. En z'n lijden ermee verlicht. Ik dacht dat we dat moesten respecteren. - Zou u hem ook een vorm van autoeuthanasie hebben toegestaan? Dus dat hijzelf een einde aan z'n leven had kunnen maken? Ja, nou . . . U legt me het vuur na aan de 32

schenen. Dat merkte ik bij de eerste vraag al, dat dat erin zat. Nu neemt u een uitgesproken geval van iemand met een doodswens. Nou . . . ik weet het n i e t . . . (aarzelt, zwijgt een poos). Ik geloof, dat ik inderdaad niet veel meer gedaan zou hebben als hij maatregelen had genomen. - Maar gesteld dat hij u gevraagd zou hebben om middelen, zou u hem die gegeven hebben? Nee. Ik had geen bezwaar gehad om hem een morfinedosering te geven als ik daarmee z'n ondragelijke pijn kon stillen, mèt de kans dat hij daardoor sneller zou sterven. Ik had dat lijden op alle mogelijke manieren willen verlichten, maar ik had hem niets gegeven met het oogmerk hem te doden. - Wanneer hijzelf met die middelen was gekomen, dan had u hem er niet van weerhouden? Nee, dan had ik hem er niet van weerhouden. Dat had hij ook kunnen stellen. De patiënt kan dat stellen. Ik doe dat en u blijft van mij af. En dit geval waarbij de motivering heel duidelijk bekend is, een duidelijke doodswens, ligt het wat anders dan bij een 'gewone' suicide, waarmee je geconfronteerd wordt, terwijl je de achtergrond niet kent. Men is wel eens aangekomen met het geval van iemand, die duidelijk zegt: ik wil dood. Die komt voor de zesde keer of zo. En iedere keer weer blijkt dat ook na het uitkomen uit de fase, de patiënt wil sterven. Wat doe je dan? Dat is een moeilijk probleem. Je zit daar inderdaad aan de grens van je beoordelingsvermogen. En ik vind mijn eigen oordeel niet vast gevormd; die is in ontwikkeling. Juist door erover te praten en te discussiëren hoopje meer helderheid te krijgen. - Gesteld nu dat uzelf In zo'n situatie zou zijn, zoals van die jongen of van een dreigende verstikkingsdood. Ja, dat is natuurlijk een vraag die je je niet kunt voorstellen. Die eigenlijk niet écht meer is. Je kunt je dat niet voorstellen hoe dat is. Je kunt zéggen dat je het je voorstelt, maar of dat de werkelijkheid dekt . . . Je kunt - laten we zeggen enorm aan het leven hangen, veel meer dan je denkt, ook in die situaties. Ondanks allerlei lijden - mogelijke verstikking - kun je toch nog aan het leven hangen, omdat je daar een bepaalde taak in ziet ten opzichte van je vrouw, van je kinderen. Er zijn een heleboel dingen die dan wegvallen. Je werk wordt op een gegeven mo-

ment niet zo belangrijk meer, maar de naaste omgeving blijft toch voor veel mensen heel belangrijk. Dat werk - die abstractie, komt wel. Ik vond het zo mooi wat die ongeneselijk zieke arts u er in een interview over zei. Hij zei: die vraag om het stervensproces te versnellen mag je niet aan je behandelende arts stellen, want die breng je daarmee in een conflict. - In het laatste stadium van sterven is er vaak sprake van acceptatie. Ik kan me voorstellen, dat men denkt: nu Ik de dood eenmaal geaccepteerd heb, mag die ook komen. Ik hoef alleen te kijken naar de wat oudere patiënten die we hebben; er zijn herhaaldelijk oude mensen die zeggen: ik heb mijn leven gehad. Ik wil nu maar sterven. Er moet nu maar een eind aan komen. Ik kan niet meer wat ik zou willen. Ik heb nu ook niets meer te willen. Ik kan wel begrijpen dat je dan in zo'n toestand komt. En dat je dan ook zou stellen: maak er een eind aan. Maar ik weet echt niet of je zelf zover komt. Dat kan ik niet zeggen. Ik zie het wel eens gebeuren, maar ook dat men het lijden accepteert en zegt: ook dat heeft z'n bedoeling. Ook dat is niet voor niets. Dat men zegt: God laat de mens niet meer lijden dan hij kan en ook dat heeft zijn bedoeling. Zulke mensen zie je dan ook niet vragen om een spuitje. - Vindt u lijden zinvol? Ja, dat dacht ik zeker. Ik meen wèl datje lijden mag verlichten en dat dat één van de plichten van de arts is. Van het lijden veroorzaakt door ondragelijke pijnen vraag ik me af of dat wel zo zinvol is. Zo iemand denkt niet meer. Die wordt er ook niet door gelouterd. Maar dan krijg je de hele psychische zaak van het lijden. Vragen als: Waarom overkomt me dit? Waarom moet ik dit ondergaan? Dat kan louterend werken. En daar kun je dus psychische verlichting alleen maarbrengen doorloutering, door het gesprek. Daar doe je met bepaalde geneesmiddelen niet zoveel aan, tenzij je iemand bewusteloos maakt. Maar ik dacht dat dat alleen maar gerechtvaardigd is bij ondragelijk lijden. In het lijden dat il< nü schets, dat ik niet als enkel lichamelijk lijden zie, zie ik wel een bepaalde zin. Men komt ook niet tot acceptatie van de waarde, de zinvolheid van het leven, zonder dat er eens een keer lijden plaatsvindt. Als het allemaal meezit, dan denkt men daar niet altijd zo aan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 86

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's