GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 231

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 231

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is natuurlijk meer aan de hand dan alleen de economische kwesties. Het is voor de ontwikkelingslanden een erg aantrekkelijk punt dat de rijke landen het niet met elkaar eens zijn. Het grote verschil ligt natuurlijk tussen de kapitalistische en communistische ontwikkelde landen. Dat is een zaak die gewoon perspectieven opent voor de ontwikkelingslanden. Want door de rivaliteit tussen deze grootmachten worden de ontwikkelingslanden interessant als potentiƫle invloedssfeer. Dat schept een onderhandelingspositie waarbij het erom gaat vriend te zijn of vijand te worden. Het enige perspectief voor de ontwikkelingslanden is om niet alleen naar de economische kant te kijken, maar ook naar hun politieke of strategische betekenis. Wat kunnen zij uitbuiten aan speelruimte op dat gebied. Van de kant van de westerse landen wordt vaak de aandacht gevestigd op de zeer redelijke economische groei in de ontwikkelingsianden waarbij ze zeggen: tachtig procent moet nu eenmaal in die landen zelf gebeuren en kijk nu toch eens: ze hebben dit bereikt en ze hebben dat bereikt. Wat

die Unctad doet, wordt dan gezegd, is alleen maar marginaal. Dat zijn die resterende twintig procent waarin wat verlichting kan worden gebracht, maar we moeten niet het gevoel hebben dat de hele ontwikkeling van de Unctad afhankelijk is. Die redenering wordt vaak gebruikt. Dat is waar, maar dan hebben we het meer over de hulp, dan alles wat Unctad doet. Bij de hulp is dat waar. Dat is maar twintig procent van de investeringen en de hulp is op zichzelf ook maar twintig procent van de totale deviezenontvangst. Het gaat om de handelsstructuren van de wereldeconomie; die wereldmarkten waar zij voortdurend de grootste nadelen lijden; die scheepvaartstructuur waarin zij alleen maar mogen betalen; die monetaire crisis waaraan ze totaal geen schuld hebben, maar waarvan ze wel de nadelen hebben te incasseren. Kun je dat van die nader toelichten?

scheepvaartstructuren

Terwijl meer dan zestig procent van de verscheepte ladingen uit ontwikkelings-

Het theeblad wordt geplukt. Door hoge invoerrechten op verpakte en gebroken thee wordt aan tienduizenden Ceylonezen werkgelegenheid onthouden.

landen komt, hebben ze minder dan tien procent van de wereldvloot. Het grootste deel van hun vracht wordt op buitenlandse schepen vervoerd. Dat betekent dat ze maar moeten afwachten welke vrachttarieven er gelden, welke condities, welke routeschema's enzovoorts en ook, dat ze deviezen moeten betalen aan die buitenlandse maatschappijen. Als ze een grotere eigen koopvaardijvloot hebben, kunnen ze dat met eigen schepen vervoeren en dan kost het geen deviezen. Iedereen denkt, dat als het gaat om concurrentie van westerse scheepvaartmaatschappijen, dat door die concurrentie de prijs wel redelijk zal worden gedrukt, zodat het toch nog voordelig is voor de ontwikkelingslanden. Er is geen volledige concurrentie in de scheepvaartwereld. De lijndiensten zijn voor het grootste deel georganiseerd in kartels, de zogenaamde 'liner-conferences'. Dat is een aantal rederijen, die met elkaar afgesproken hebben, welke routes zullen worden gevaren, welke havens zullen worden aangedaan en welke tarieven er zullen worden berekend. Wat die arme landen ons dus eigenlijk het meest kunnen verwijten, is dat we niet werkelijk kapitalistisch zijn? Ja. Dat is een feit. Voor zover je tenminste heil mag verwachten van een werkelijk kapitalisme . . . met vrije concurrentie en dat soort dingen. Daar geloven we dan zelf altijd in, maar we siuiten onmiddellijk het oog, als we ons moeten afvragen of we nu echt vrije concurrentie toestaan. Wij zijn voorstanders van vrije concurrentie voor zover wij aan de machtigste kant van het concurrentieschema zitten. Wanneer de markt moeilijk is (neem onze hele landbouw, daar is de markt uitgeschakeld), geldt het niet meer. Je kunt het de communistische landen nauwelijks verwijten. Het past in hun stelsel. Eigenlijk is het vreselijk inconsequent van het kapitalistische westen om daar bezwaar tegen te hebben.

1

Dat is het inderdaad. Want planning en regulatie bestaat in het westen net zo goed. Er is alleen een accentverschil: de planning en regulatie in hetwesten gebeurt door het particulier initiatief en in de communistische landen door de staat. Maar de activiteit, de organisatievorm is bijna dezelfde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 231

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's