GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 561

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 561

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

twee dagen lopen 's nachts in Mavinga aankwamen, werden we naar het huis van het hoofd, caZ)o^ gebracht. Hij leek gedronken te hebben. We werden gebonden en de rest van de nacht moesten we buiten doorbrengen. De volgende morgen, 1 april, werd mij bevolen rug aan rug met een van de andere gevangenen te gaan zitten en werden we aan elkaar vastgebonden. Ook onze armen werden vastgebonden. De militiemannen zeiden dat ik waarschijnlijk een medisch assistent van de bandidos was; in mijn ransel hadden ze een voorraadje medicijnen gezien. Ik zei dat het niet waar was, dat ik alleen wat medicijnen bij me had en dat ik niemands medisch assistent was. De cabo beval de militiemannen ons naar een van hun hutten, die bij de post lagen, te brengen. De andere militiemannen vonden het fijn dat hun vrienden een paar arrestaties verricht hadden. We werden niet in het huis toegelaten en er werd ons ook geen ander onderdak verstrekt.

ik was gearresteerd. Toen vertelde zij de cabo dat ik bijna twintig jaar lang in Alto Cuito als cabo de ordem had gewerkt. 'Waarom maak je hen niet los', vroeg zij. 'Hoe kunnen zij slapen met hun armen zo vastgebonden? Is dat nu een manier om ze hier, net als beesten, vast te houden?' Ik viel haar in de rede: 'Het doet er niet toe. We kurmen zo wel slapen. Zo is het leven nu eenmaal.' De volgende morgen moesten wij op het kantoor van de chefe do posto komen. Zij vertelden ons dat hij net naar BiƩ was vertrokken. De chef van de cabos probeerde zich te verontschuldigen. Hij zei dat hij gisteren dronken was geweest en niet precies geweten had wat hij deed. Hij had niet geweten dat ik twintig jaar lang een cabo de ordem was geweest. De mannen van de militie maakten ons los.. Na het eten ging de cabo naar het kantoor van de secretaris van Mavinga om te vragen

binnen geroepen. De administrateur vroeg ons waar wij vandaankwamen. Mijn twee vrienden antwoordden eerst en zeiden dat zij uit Cuangar kwamen. Toen werd hun gevraagd wat zij deden toen zij gearresteerd werden en waarom zij uit Cuangar waren weggegaan. Een van hen zei dat hij zijn broer die een been had verbrand naar het ziekenhuis bracht. De administrateur stelde mij dezelfde vragen. Ik vertelde hem dat ik werk had gezocht in Lundu en daarna mijn tijd hier had doorgebracht. Hij vroeg mij waarom ik geen reispas uit Kalai had. Ik vertelde hem dat toen ik Kalai passeerde de chefe do posto er niet was en dat hij naar Serpa Pinto was gegaan. Toen bekeek hij mijn papieren en ondervroeg mij daarover. Na een poosje zei hij: 'Heb je niet gehoord dat er oorlog in dit land is en dat het tegenwoordig gevaarlijk is om te reizen? Hebben de mensen van de militie je in een dorp of in het bos gearresteerd?' Ik antwoordde dat ze mij in een dorp hadden gearresteerd. Hij zei tegen mij dat als wij uit Zambia gekomen waren wij in Luso gevangengezet zouden zijn. 'In elk geval', zei hij, 'moeten jullie worden gestraft omdat jullie zonder geldige papieren reisden. Maak de landingsstrook vrij van gras, dan geef ik jullie reispassen zodat je kunt vertrekken.' We werkten zeven dagen aan de landingsstrook. Op de achtste dag arriveerde de gouverneur van het district Cuando-Cubango. De administrateur zei dat wij ons werk vlug moesten afmaken omdat hem verzocht was de gouverneur te vergezellen naar Luenge om daar een nieuwe post te stichten. De volgende morgen vertelden we hem dat ons werk klaar was. Hij liet ons vrij en gaf de secretaris opdracht ons reispassen te geven. Diezelfde morgen kwamen er veel soldaten uit verschillende gebieden bij de bestuurspost en de kazernes bijeen. Toen wij naar de post gingen kregen we onze bezittingen terug, maar het geld dat ik had gespaard en had meegebracht uit Luso ontbrak. De secretaris zei: 'We hebben je buitenlands geld in beslag genomen. Je kunt nu nergens in Angola wisselen tegen escudos en omdat je niet naar Zambia mag, heb je niets aan dit geld. Het is beter als je het hier bij ons achterlaat.' Een school in het bevrijde gebied van Angola. De kinderen krijgen taalonderricht. Nadat ze zo mijn geld gestolen hadden, vertrok ik naar Dima, ongeveer 120 km ten noordoosten van Mavinga. In Dima waarZe lieten ons buiten in het natte zand staan. wat hij met ons moest doen. Deze zei dat wij schuwde men mij dat er oorlog was ten Daar bleven wij de hele nacht, in de regen moesten wachten tot de administrateur terug noorden van de rivier de Cuando, in Ninda en onder bewaking. We kregen geen eten. was, omdat hij niet in staat was onze zaak af Chiume, Sete en andere posten. Een van de handelaren vertelde mij dat er in het hele Tegen de ochtend kreeg ik weer koorts. Ik te handelen. vroeg aan de mannen van de militie of ze Nadat we nog zes dagen in de hutten van de district Moxico oorlog was. 'Het is net als mijn nicht Sivita kenden, die in Mavinga militie op de post hadden doorgebracht, Zambia', zei hij, 'maar het district Cuandowoonde. Een van hen zei dat hij haar kende. kwam de administrateur terug. Wij werden Cubango is nog het oude Angola.' Wanneer Ik vroeg hem of hij alstublieft naar haar toe toen naar zijn kantoor gebracht. Hij riep alle de Portugezen in Cuando-Cubango iemand wilde gaan om een mat voor mij te vragen. veertig mannen van de militie van Mavinga uit Moxico ontmoetten, beschuldigden ze Hij was bereid om dat te doen. Sivita kwam binnen en stelde vragen over hun verschil- hem ervan dat hij een Zambiaan was. Deen bracht mij een mat, wat eten, water en lende opdrachten. Toen ze allemaal klaar zelfde handelaar vertelde mij dat Moxico vol brandhout. Ze huilde toen ze mij in een waren, werden wij, met de zes mensen van de Portugese soldaten en politie zat en dat alle dergelijke toestand zag. Ze vroeg waarom militie die ons hadden gearresteerd, naar posten in het district door chefes van de 41

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 561

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's