VU Magazine 1973 - pagina 292

i«i__

u

m

u

m

u

m

verhouding rijke en arme landen; beperking van de economische groei; inkomensnivellering; effecten van planologische maatregelen; natuurbescherming en milieuverontreiniging; woningnood, rol van Nederland in de derde wereld, gevolgen van automatisering en computerisering van de maatschappij; democratisering van onderwijs en bedrijf; de situatie van gastarbeiders; gevolgen en oorzaken van de machtsconcentratie van het bedrijfsleven enz. Zolang men z'n intelligentie niet mede hiervoor in dienst stelt, is men als onderzoeker medeschuldig aan het instandhouden van bovengenoemde problemen.

illustratie Als illustratie van wat voor soort onderzoek wordt bedoeld volgen twee kleine onderzoekjes uitgevoerd in Amsterdam. Door een aantal VU-studenten werd een onderzoek uitgevoerd hoe de situatie van de bewoners was geworden nadat ze door saneringssloop uit hun buurt (Kattenburg in Amsterdam) moesten vertrekken. Het bleek dat voor een aanzienlijk gedeelte van de mensen de verhuizing geen verbetering was geweest, maar dat ze zich ook na jaren totaal niet thuisvoelden. Bijna de helft voelde zich minder prettig in hun nieuwe woonomgeving.? Door dit onderzoek kwam aan het licht dat met de sanering in feite onrecht was aangedaan aan veel mensen, die toch al tot de laagstbetaalden behoorden. Een ander voorbeeld. De gemeente Amsterdam plande een autoweg door een bepaalde woonbuurt (Nieuwmarkt) als onderdeel van aan toekomstige ringweg in de binnenstad. Een aantal buurtbewoners deed berekeningen omtrent de te verwachten geluidshinder en toonde daarmee aan dat de weg een ondraaglijke last voor de omwonenden zou betekenen. Mede op grond van dit onderzoek werd de geplande verkeersweg afgestemd en daardoor konden buurtbewoners in de toekomst in hun huis blijven wonen.^ Bij het veranderen van het onderzoek aan de VU in bovengenoemde richtingen zou de Vereniging een stimulerende rol kunnen spelen. In een tijd, waarin getracht wordt alles steeds meer te centraliseren, zou de universiteit een werkelijk vrije universiteit kunnen zijn: een universiteit van de mensen, voor de mensen. Op deze wijze zou werkelijk inhoud gegeven kunnen worden aan de doelstelling van de VU. De Verenigingsleden kunnen onmiddellijk 28

aan de slag door het stellen van vragen aan VU-onderzoekers: waarom ze hun onderzoek doen en wat het bijdraagt aan de doelstelling van de VU. Vragen naar het doel van een onderzoek kan iedereen, daar is niets ingewikkelds bij. Een belangrijke vraag is ook of de onderzoekers de bijdrage van hun onderzoek aan de doelstelling van de VU ook concreet kunnen aanwijzen in de maatschappij. Het is het begin van een werkelijke open vrije universiteit waar de onderzoeker zich z'n doel moet realiseren en waar mensen van buiten de universiteiten zich realiseren wat de universiteit voor hen en anderen kan doen. 1) mr. J. J. Meijnen in interview met Ad Valvas, januari 1972 2) prof. dr. P. Groen, 'Achtergronden en

tendenties van het huidige natuurwetenschappelijke onderzoek' in 'Geloof en Wetenschap' 59 jaargang nr. 4, april 1961. 3) Over de Cie-doelstelling, Ad Valvas, 13 april 1973 4) Prof. Sizoo in VU-magazine, 2e jaargang nr. 1, januari 1973 5) Biologen in Ontwikkelingslanden, Vakblad voor Biologen, 18 april 1972 6) Stelling 5 bij proefschrift; 'Herstel van bacteriofaag DNA na beschadiging door gamma straling', H. Breman, 16 maart 1972 7) Buurtgebondenheid - Ans Germans en Leonora Olde, Gem. Soc. Dienet, Afdeling Onderzoek, maart 1971 8) Adres aan de Amsterdamse Gemeenteraad m.b.t. oostelijk verkeer in de binnenstad, 3 januari 1972

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen