GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 145

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 145

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

de hoogleraar. Natuurlijk zijn ook zij actief, maar hun activiteiten zijn secundair vergeleken bij die van degene die studeert'. Een dergelijke benadering zou er al op kunnen wijzen dat het onderzoek naar de mogelijkheden om computers te gebruiken in het onderwijs, dat aan het psychologisch researchlaboratorium van de VU wordt verricht, zich onmogelijk kan beperken tot het uitzoeken wat de computer eigenlijk allemaal zou kunnen en hoe je met zo'n ding in het onderwijs zou moeten omspringen. Het project dat aan de VU loopt (en door S.V.O. wordt gesubsidieerd) omvat naast de bezigheden die in dit verhaal aandacht krijgen, verder ook onderzoek naar het leren probleem-oplossen met een computergestuurde instructie (drs. L. de Leeuw); onderzoek naar het belang voor de leerling wanneer hij zelf kan kiezen welke leerstof hij gepresenteerd wil hebben - wil hij op een gegeven moment over een onderwerp opgaven maken, voorbeelden zien of instructie krijgen (drs. G. F. Bernaert); onderzoek naar de .karakteristieken die een programmeertaal moet hebben om voor leerlingen góéd bruikbaar te zijn (drs. G. van der Veer en drs. D. Ottevangers) en zo goed mogelijke afstemming van de onderwijsstrategie op de karakteristieke manier waarop een individuele leerling nieuwe leerstof benadert (J. Beishuizen). Het is een project, zo zou je kunnen zeggen, waarin wordt getracht de computer en het studeren nader tot elkaar te brengen. Van de studenten en docenten zal onvermijdelijk enige aanpassing worden gevraagd, wanneer ze zouden besluiten gebruik te maken van de computer, maar even belangrijk, zo niet belangrijker, is de vraag welke eisen aan de computer moeten worden gesteld, opdat die zo goed mogelijk tegemoet kan komen aan de behoeften van de student/docent.

Automatiseren? Maar de vraag naar de behoeften aan de onderwijskant kan niet worden gesteld zonder dat tevens duidelijk is, wat met het studeren wordt beoogd; welk doel er wordt nagestreefd. Stel dat men zich in het onderwijs ten doel zou stellen om tegen zo min mogelijk kosten, in zo kort mogelijke tijd te voldoen aan de vraag naar geschoold personeel op alle niveaus. Als zo tegen het onderwijs zou worden aangekeken dan is een van de eerste vragen die rijzen: kan het niet efficiënter. Een computer zou dan kunnen worden ingeschakeld om het onderwijs waar mogelijk te automatiseren. En inderdaad zo omstreeks 1968 werden in Nederland vanuit Amerika computersystemen geïntroduceerd waarmee men vooral aan een dergelijke behoefte wilde voldoen. Er werden 'ingeblikte' cursussen geleverd. Nog afgezien van het feit dat het samenstellen van zulke cursussen een tijdrovend karwei was en ze in de praktijk moeilijk veranderbaar bleken te zijn, was het

Leren met een computer... goed, in 2,6 seconden...

met name de gedachtengang achter deze toepassing van de computer die dr. Dirkzwager verwierp. Hier werd de computer gebruikt als een automaat die leerstof aanbood en antwoorden controleerde, terwijl de 'studiemachine' Aie. dr. Dirkzwager voor ogen stond, eerder zou moeten worden gezien als een 'communicatiekanaal', op één lijn te stellen met andere communicatiekanalen, zoals een schoolboek of schoolbord, maar dan met wat meer mogelijkheden.

den). De leerling die bij het leren met een computer-terminal werkt, kan allerlei bezigheden (instructie krijgen, uitleg vragen, opgaven maken, berekeningen uitvoeren) afwisselen, zonder dat hij ingewikkelde computerinstructies behoeft in te typen of lang (meer dan vijf seconden) behoeft te wachten tot de computer voor een bepaalde activiteit beschikbaar is. Daardoor zijn incidentele hulpactiviteiten, zoals uitleg vragen, beter ingepast in de hoofdactiviteit van de leerling: het maken van een opgave.

Communicatie Op een vraag van VU-magazine hoe men zich het communiceren met een computer bij het studeren zou moeten voorstellen knoopte dr. Dirkzwager aan bij het voorbeeld dat al ter sprake kwam: het dictee. ledere docent kan zijn eigen dictee in-typen; iedere leerling kan het op elk gewenst moment gaan maken. Stuit hij bij het maken van het dictee op een voor hem onbekend woord, bijvoorbeeld 'cokes', dan kan de leerling het dictee onderbreken en de computer om uitleg vragen. Wanneer de computer dat woord niet kent, kan hij de onderwijzer roepen, die op dat moment de uitleg geeft. De onderwijzer kan echter ook, voor de leerlingen die het dictee later zullen maken, de uitleg van het woord in de computer brengen. Het voordeel van de computer als communicatiekanaal is in dit voorbeeld: de uitleg is aangepast aan de specifieke groep leerlingen en de leerling kan deze uitleg op ieder moment opvragen, zonder dat hij daarvoor de onderwijzer (die bijvoorbeeld andere leerlingen aan het helpen is) behoeft te storen. Op een zelfde manier kan het vragenstellen door de docent en het beantwoorden door de leerling van elkaar worden ontkoppeld (niet de controle en de correctie van de antwoor-

Hoe gaat leren? Verder sprekend over de baat die het onderwijs zou kunnen hebben van het gebruik van de computer, zei dr. Dirkzwager even later dat dat naar zijn idee, niet alleen zou kunnen zijn, dat er effectiever onderwijs zou kunnen worden gegeven, maar vooral ook dat andere werkwijzen en betere methoden zouden kunnen worden verworven voor het studeren zelf 'De toepassing van computers bij wetenschappelijk rekenwerk, bijvoorbeeld voor bepaalde analysetechnieken in de psychologie, heeft er niet slechts toe geleid, dat nu berekeningen kunnen worden gemaakt, die vroeger onmogelijk waren, maar ook zou men hoogstwaarschijnlijk niet op het idee zijn gekomen, dat zo'n manier van analyseren mogelijk was. In de bedrijven zie je iets soortgelijks: het denken over bedrijfsorganisatie is sterk beïnvloed door de systeem-theorie en de toepassing van computers. Het zit er heel dik in dat ook het denken over het onderwijs door gebruik van de computer wat 'vaster', 'scherper' zal worden. Want één van de dingen die een computer doet, is: heel duidelijk bepaalde aspecten van het leerproces vastleggen, bijvoorbeeld: hoe lang een leerling over een antwoord moet denken, waar hij fouten maakt, enz. Voor ons 11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 145

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's