GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 32

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 32

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

- Is er veel contact tussen studentenpastoraat en ouders? 'Er zijn ouders die vrij veel bellen. Zo van: kun je een beetje op hem letten?' - Ouderdagen? 'Zou èrg goed zijn.'

Studentendecanen 'n Derde categorie probleemsjouwers (uitdrukking VU-magazine) wordt gevormd door de vier studentendecanen. Evenals de studentenpredikanten en de studentenpsychologen nemen zij deel aan het welzijnswerk aan de VU in het algemeen, maar 'n groot deel van het werk bestaat uit de behandeling van individuele gevallen. Wat voor gevallen? Studentendecaan mr. K. van Dijk: 'Financiële problemen, militaire dienst, studievoorlichting, persoonlijke moeilijkheden. Vaak overlappen de terreinen elkaar. Persoonlijke moeilijkheden kunnen van invloed zijn op de studie. De studieresultaten kunnen van invloed zijn op de studiefinanciering of ook de richting van de studie. Maar ook heb ik wel eens studenten gehad, die angst hadden voor de Kerst en Oud en Nieuw. Hoe kom ik die door? Dan probeer je een onderkomen te zoeken. Ook komen er problemen aan de orde over seksualiteit of concentratiemoeilijkheden. Tenzij de student dat niet wil, verwijs ik ze dan door naar de studentenpsycholoog. De indruk bestaat bij mr. Van Dijk dat men thans gemakkelijker binnenstapt bij de studentendecaan dan in zijn studietijd (de jaren vijftig) bij de studentenraadsman. Problemen met ouders? 'Schering en inslag in ons vak'. Er wordt gebeld met ouders, ouders komen wel op bezoek en - sporadisch - bezoeken studentendecanen ouders. Een en ander heeft te maken met de afhankelijkheid van rijksstudietoelagen van het inkomen van de ouders. Zijn de ouders arm, dan is er veelal geen probleem, voorzover als gevolg daarvan maximum rijksstudietoelagen kunnen worden uitgekeerd. De student komt in aanmerking voor een studietoelage van het rijk, is daarmee financieel onafhankelijk en voor zijn levenswandel voelen veel ouders zich dan minder verantwoordelijk. Is het inkomen van de vader behoorlijk, dan wordt het de student niet gegund 'op eigen benen te staan'. Zo trok een vader de toelage voor z'n dochter in omdat ze omgang had met een neger en een andere vader omdat z'n zoon zijns inziens beïnvloed was door links Amsterdam en een linkse vriendin. Hij mocht - vlakbij het ouderlijk nest - in Groningen verder studeren, niet in Amsterdam, (historische voorbeelden). Is de student minderjarig, dan is het probleem onoplosbaar want 'n minderjarige kan geen studieschuld aangaan, tenzij met 30

medewerking van ouders of voogd. Voor de oudere student kan redding betekenen dat de vader verklaart de studie niet langer te willen financieren op grond van een principieel verschil van mening met zijn kind en dan kan er van rijkswege een mouw worden aangepast. De vader redeneert dan: 'ik neem de verantwoordelijkheid niet; wat het Rijk doet, moet het Rijk weten'. Maar er zijn goed verdienende vaders, die in het geheel niets willen verklaren (formulier invullen) en dan is er voor de student geen uitweg meer. Hij komt nergens voor in aanmerking en zal z'n studie moeten stopzetten. Met dit soort gevallen krijgen de studentendecanen te maken. Ze zijn er over het algemeen dan ook sterk voor de student financieel onafhankelijk te maken van zijn ouders. Je hebt pech als je een goed verdienende vader hebt. Mr. Van Dijk: 'De jonge mensen worden steeds vroeger volwassen. Maar de navelstreng van het geld blijft bestaan.' Eventuele vrees bij ouders voor verslapping van de relatie, wanneer de student financieel onafhankelijk wordt, deelt hij niet. Zijn ervaring is dat zelfs in gevallen, waarin de relatie 'volkomen verziekt' leek, na de zgn. 'loskoppeling' er wederzijds meer begrip groeide. 'Ik geloof dat het losmaken van de financiële band de relatie weer herstelt. Wij studentendecanen zijn er allemaal voor dat de onafhankelijkheid van de ouders geëffectueerd dient te worden.' Op de vraag of staatssecretaris Klein op de goeie weg is, aarzelt mr. Van Dijk. "n Moeilijke vraag. 'Ais je ziet hoe razendsnel die rentedragende leningen kunnen oplopen. Een student, die zeven jaar studeert en 2800 gulden a 8 procent per jaar leent, moet tenslotte f 65.000,- terugbetalen voor de f 19.600,- die hij heeft geleend. Dat loopt enorm op. En dan ga je een beetje ambivalent tegenover de zaak staan. Het rentepercentage van 8 gold verleden jaar; inmiddels is het tot meer dan 10 gestegen.'Het komt er op neer dat studenten gepeperd voor hun vrijheid moeten betalen, tientallen jaren lang. En dat zal de relatie met ouders, die hun in deze studieschuld manoeuvreerden vanwege meningsverschillen over hun levenswijze, wellicht ook niet verbeteren. Zowel 'hokken' als 'huwen' kan problemen over de toelage opleveren, blijkt uit het gesprek met mr. Van Dijk. Intrekking of dreiging met intrekking van toelage wanneer de student gaat samenwonen met een vriend of vriendin komt nogal eens voor, maar ook wordt de studietoelage wel eens stopgezet wanneer de student huwt. Mr. Van Dijk: 'De vader redeneert dan: de jongen is getrouwd, dus betaal ik niet meer. Hij moet nu maar op z'n eigen benen staan. Om je rót te ergeren; het kost hem

niets meer, zeker met ais de vrouw van de student ook verdient. Maar het trouwen wordt dan als 'n welkome aanleiding aangegrepen om de studietoelage stop te zetten.' Overigens zijn dit allemaal uitzonderlijke probleemgevallen. De meeste studenten kloppen nooit bij een studentendecaan aan. En van de gevallen die ze te behandelen krijgen, zijn de meeste kwesties routinezaken, die in vijf minuten kunnen worden afgedaan. Dit om een vertekend beeld te voorkomen.

Gevraagd: een huis door ds. A. Schippers

Sinds 1966 werk ik als dominee onder VU-studenten. In die tijd zijn er wel een paar dingen veranderd. Een van de meest opvallende veranderingen, die wij in ons werk meemaken, valt af te lezen uit het verlanglijstje van de studentenpredikanten. Acht jaar geleden stond bovenaan op dat lijstje zoiets als een eigen kapel, liefst op het terrein van het toen geplande nieuwe VU-gebouw. Dat was niet zo'n gekke wens. Want we zaten destijds met ons werk zondag en door de weeks in alle mogelijke en onmogelijke zaaltjes. Nu eens in het ene dan weer in een ander stadsdeel. Die ruimten hadden we te danken aan de hartelijkheid en inschikkelijkheid van diverse instanties en personen, waar we maar al te gelukkig mee waren. Maar we zaten wel altijd met onze benen onder andermans tafel, vandaar die kapel op onze verlanglijst. Nu is de kapel op het lijstje vervangen door een huis, en nog liever twee huizen, één buiten en één binnen de stad. Deze verandering heeft te maken met een verandering in het leefpatroon van veel studenten. Acht jaar geleden werden er ook catechi-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 32

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's