GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 388

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 388

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 34

Welkom! door prof. mr. I. A. Diepenhorst

Hoogstwaarschijnlijk herinneren de meesten van u zich hun eerste schooldag nu, wan eer alles regelmatig verlopen is, een twaalf of dertien jaar geleden. Ligt dit gebeuren een vijftien of zestien jaar achter u, dan pleit dit bij geregeld gevolgd onderwijs voor de grondigheid waarmee u de zaken hebt aangepakt: u bent drie of vier maal blijven zitten ten einde u niet te spoedig van belangwekkende stof los te maken; de producenten van de Molukken, de buis van Torricelli of, iets pikanter, de vrouwen van Hendrik VIII. Het is duidelijk dal zo'n degelijke werkwijze ook voor de universiteit het beste belooft, al zou het in verband met de beperking van de studieduur goed zijn, dat u iets sneller gaat opschieten. Hoe dit zij, de openingsdag aan de universiteit — ofschoon helaas ingeleid door het verwerken van een stapel niet steeds even begrijpelijke paperassen — zult u, algedacht dan van mijn welkomstwoord, wel onthouden. Dit kille — vriendelijker uitgedrukt — dit eerlijke beton, deze bij daghcht zelfs nog halfduistere zaal, de opeenstapeling van verdiepingen — u kunt op de 13e etage uw eerste college en na verloop van tijd uw laatste examen doen — zo goed als u van achter deze katheder kunt promoveren over laat ons zeggen het linkerachterpootsgewricht van de Pipa pipa. een bekende Surinaamse pad, misschien ook het feit, dat u niet wordt getutoyeerd, ofschoon het jijen en jouen tegenwoordig als het topHet welkomstwoord dat de rector-magnificus van de VU prof. mr. I. A. Diepenhorst op 25 augustus '75 richtte tot de eerstejaarsstudenten trok enige aandacht in de pers. De Telegraaf bleek het meest getroffen door de aandacht, die „de welbespraakste van alle twaalf Nederlandse rectores magnifici" vestigde op de zon, die ook voor studenten schijnt. De koppenmaker van Trouw/Kwartet vroeg in het bijzonder aandacht voor de betekenis van het gebruik van kam en scheermes in het welkomstwoord. En De Waarheidlezers vernamen dat prof. Diepenhorst zich tegen de studenten had gekeerd in „een dreigende speech". De tekst van het welkomstwoord treft u op deze en volgende pagina's van VU-magaztne.

punt van democratische gelijkheid wordt beschouwd..., al deze dingen laten zich niet gemakkelijk wegwissen. Want er wordt dan toch een nieuwe levensbladzij opgeslagen. Tegen een aanstaande jonge moeder, die de komst van de eersteling vanwege het ongewone met enige vrees afwachtte, werd door de grootmoeder nuchter opgemerkt: „De hele Franse armee is zo in de wereld gekomen." Het is de vraag of dit bescheid niet te kil was. U zult van mij niet horen, dat iedere afgestudeerde, waar ook ter wereld met een eerste studiedag zijn academietijd is aangevangen. Wat ik wel zeg is, dat aan de meesten van hen die een graad behaalden, hun eerste echte kennismaking met de universiteit is bijgebleven, en dat als iets prettigs.

Verschil Er is verschil met de eerste schooldag: toen viel u onder de leerplicht. Dit is vandaag met het komen op de universiteit niet zo of nog niet zo, want er wordt in deze graag alles regelende tijd met de gedachte gespeeld de levenslange gevangenisstraf af te schaffen, daarentegen het levenslang leren in te voeren. Kennis veroudert in vijfjaar, ten minste in de exacte vakken: men kan dus bij een studieduur van vijfjaar het leerproces aan de universiteit uiteraard bij het uitblijven van beperkende maatregelen voortzetten. Misschien dat een lichte stijging in de waardering optreedt voor wat men vanuit een andere gedachtengang de „beschimmelde faculteiten" noemt: in letteren, rechten, theologie veranderen de dingen niet zo snel: dat is zelfs op de door enkelen aangehangen idee der „permanente" revolutie van toepassing. U zult bemerkt hebben dat ik mijn beperktheden kennend over sommige „gogieën" als over zwarte kunsten angstvallig het zwijgen

bewaarde; over „agogie", over „agologie", die in elk geval van „angologie" — de leer der engelen — verschillen — moet u zichzelf een oordeel vormen. Ik laat het verder rusten. U was vrij — dit vormt mijn punt — om wel of niet te gaan studeren en uw keus is duidelijk.

Drijfveren De drijfveren zullen verschillend zijn. Voor sommigen hoort het studeren er bij: wat zouden zij anders? Direct in militaire dienst gaan is vervelend; een baantje zoeken lokt evenmin aan; het staat gekleed, zolang de titels niet zijn afgeschaft zich doctorandus te noemen, hetgeen, betekent voor wie zijn latijn kent is deze verduidelijking overbodig, maar ik pas mij in de algemene universitaire niveauverlaging delend aan: hij die doctoreren moet. Het springt in het oog hoevelen er tot in de hoogste kringen niet afstudeerden, dus in feite „sjeesden" wat het bekleden van hoge posten niet verhindert. Anderen is het juist begonnen om een positie: bankdirecteur, neurochirurg, ambassadeur, tandarts, archivaris; de laatsten menen in argeloosheid een rustig vak te hebben gekozen wat hun toelacht, terwijl de anderen zich lieten leiden door hun gemeenschapszin: zij wilden jaarlijks een aanzienlijke bijdrage in 's rijks schatkist storten door hun inkomenstenbelasting te voldoen. Derden wensen enkel iets te worden en slaan op goed geluk een studierichting in: zij zullen wel zien wat het wordt, al zou het dan ook maar een huwelijk wezen; zij behoren — iets technisch uitgedrukt ~ tot de weinig gemotiveerden. Dan zijn er, en zij voelen zich zielsgelukkig dat zij inlootten, die hun vak en geen ander begeerden, hetzij om er meer van af te weten, hetzij omdat zij nog op een andere manier er aandrang of zelfs roeping toe voelden, wat dan bij theologen en bij hen die zich voor lichamelijke opvoeding lieten inschrijven weer wat genuanceerd ligt. Misschien gaven ook enkelen zich op voor de studie om de universiteit te hervormen of zelfs af te schaffen, de hoogleraren op hun maatschappelijke beperktheden en geleidelijk toegenomen geestelijke misvorming te wijzen, de medestudenten in te scherpen dat het leveren van prestaties — zo in de vorm van examens een „rechtse" op eerzucht en winststreven teruggaande geestesgesteld-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 388

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's