GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 393

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 393

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

WJ magazine 39

dan komen ze met hun produkten helemaal niet meer aan de bak. De binnen- en buitenlandse konkurrentiepositie zal hen zodanig parten spelen, dat ze in de tang worden genomen, en er hard over zullen gaan denken de poorten van hun bedrijven te sluiten. En dat wil Stevers niet dat wil de regering niet en dat willen de mensen die er werken niet. Maar waarom zou de afzet stagneren als alles doorberekend wordt aan de konsument? De werknemers krijgen toch nu al veel te hoge lonen? Waarom verslechtert de afzet als de overheid via de sociale voorzieningen een hele hoop mensen aan een inkomen helpt waarmee ze ongetwijfeld allerlei goederen gaan kopen? Als de drastische verlaging van de reële loonkosten (en dan meer specifiek de sociale premie-komponent) die Stevers wil, doorgaat zou dan wel eens kunnen betekenen dat dat de werkloosheid alleen maar groter wordt, omdat een groot deel van de koopkrachtige vraag wegvalt. Een andere zaak die Stevers onbesproken laat is de financiering van de overheidsuitgaven. Die komt voor een deel van de mensen diewerkenen voor een deel uit de bedrijven. En wat betreft dat laatste deel zou een verandering helemaal nog niet zo'n gek idee zijn. De arbeidsintensieve bedrijven, die de ruggegraat van de financiering vormen zijn over het algemeen met hun rug tegen de muur komen te staan. Je zou je dan ook kunnen afvragen of het niet de ongelijke lastenverdeling over het bedrijfsleven is die voor een deel hiertoe heeft geleid. Het ligt voor de hand om dan te k iezen voor een andere vorm van financiering. Een financiering die de kapitaahntensieve bedrijven een grotere moot voor rekening laat nemen dan de arbeidsintensieve.

Hoogleraren 2 De PvdA economen Van den Doel, De Galan en Tinbergen haalden zich heel wat ongenoegen op de hals toen zij pleitten voor een geleide loonpolitiek. Zij weten dat uit enquêtes is gebleken dat de bevolking grote prioriteit legt bij een snelle oplossing van makro-economische problemen zoals daar zijn de werkloosheid,.de inflatie en de milieuverpesting. Daarvoor willen de werknemers best een deel van hun partikuliere bestedingsruimte voor ter beschikking stel-

len. Dat liever dan dat er geknibbeld gaat worden aan de koliektieve voorzieningen. ,, Het gaal erom dat Piet Bodemeier (de door de Haagse Post geïntroduceerde modale werknemer, die dit jaar ongeveer 24.500 gld. gaat verdienen — FP) moet kiezen. Hij heeft het op alle mogelijke fronten beroerd, op het gebied van de lonen en op het gebied van de koliek tieve voorzieningen. Maar ik vind dat voor de etnancipatie van de arbeiderjuist die kollektieve sektor en de oplossing van het werkloosheidsvraagstuk belangrijk zijn. Dat is mijn hoofdstellig", aldus Van den Doel. (9) Om eenzijdige afwenteling van de lasten op de ruggen van de werknemers tegen te gaan verwachten Van den Doel c.s. dat de ondernemers concessies doen op het gebied van de bedrijfsdemocratisering, de Vermogensaanwasdeling en de investeringskontrole. En de regering zal van haar kant moeten trachten de loonpolitiek te integreren in een meer algemeen inkomensbeleid waaronder ook de inkomens van zelfstandigen en vrije beroepen vallen. Dat klinkt mooi. En de drie hoogleraren hebben ten dele ook gelijk gekregen. De regering hééft al een aantal malen in de lonen ingegrepen. Oké laten we aannemen dat een meerjarige nullijn succes zou opleveren en de bedrijvigheid weer aantrekt. Impliciet veronderstellen de schrijvers dat dan ook over de gehele linie het geval is. Maar juist dan kunnen langdurige loonafspraken een bron van onrust blijken. Want het ligt veel eer in de lijn der verwachting dat het eerst de sterke sektoren weer levenstekenen gaan vertonen en datwordtook voorspeltdoorhetCPB in het Centraal Ekonomisch Plan 1976. (De chemische en elektrotechnische industrie kunnen rekenen op een stijging van de produktie. De zwakke bouw en transportmiddelenindustrie (waaronder de scheepsbouw) gaan daarentegen niet vooruit.) Doordat de al eerder genoemde verschillen in produktiviteit bestaan zien we dan dat er langzaam een opwaartse druk op de lonen gaat ontstaan. De op zich normale roep om meer geld die hier uit voort kan vloeien zet dan de deur naar het verbreken van de afspraken open. En nog niet zo lang geleden, in 1964, veroorzaak te een zelfde soort situa-

tie dat er op grote schaal zwarte lonen werden betaald. Een dreigende leegloop van vakbondsleden was het gevolg. Zo bekeken kunnen loonmaatregel en nullijn wel eens een bom onder de vakbeweging zijn. En dat zal Van den Doel ongetwijfeld niet willen. Overigens verwijten de drie hun critici dat deze niet met eigen modellen komen (behalve Driebuis dan) maar zelf hebben ze toch nog toe ook niet een verklaring gegeven over het ontstaan van de werkloosheid door te verwijzen naar het CPB-model. Voor Nederland zal dit model op korte termijn misschien wel geldigheid vatten, zeker waar een loonmatiging leidt tot een verbetering van de konkurrentiepositie ten opzichte van het buitenland (op lange termijn kunjedaar ook nog vraagtekens bijzetten). Nederland is duidelijk sterk afhankelijk van het buitenland, dat weet iedereen. Maar daarmee is nog volstrekt niets gezegd over de internationale krisis die het kapitalisme op zich doormaakt. En bovendien moet nog maar blijken dat winsten automatisch tot werk leiden. Deze relatie wordt vaak wat al te klakkeloos overgenomen. M aar voordat er sprake is van een uitbreiding van de werkgelegenheid moeten die winsten wel aangewend worden in de richting van arbeidsintensieve investeringen. En dat dit ook daadwerkelijk zal gebeuren is nog maar helemaal de vraag. VNO-voorzitter Van Veen kan in ieder geval die en de garantie dat niet als nog een trek naar het buitenland ontstaat niet geven: .,Een ondernemer heeft de plicht... om te zoeken naar gaten in de markt op die plaatsen in de wereldwaar dat moet, voor een zo goed mogelijke positie van z'n bedrijf. "(10) En elders: ,,De ondernemers blijven heus wel hier. We praten over een theoretisch probleem". NOTEN: ( 1) Investeringen, lonen, prijzen en arbeidsplaatsen — H. den Hartog& H. S. Tjan (aug. 1974) — pg. 23 ( 2) idem — pg. 23 ( 3) {nterim nota inzake de bestrijding van de werkloosheid — min. v.Soc. Zaken(sept. 1974) { 4) Loonkosten en weiicgelegenlieid — N.V.V. (april 1975)-pg. 31 ( 5)Idem —pg. 31 ( 6) Werkloosheid en maatschappelqke orde — prof. dr. W. J. v.d. Woestflne(in Ekonomisch Bulletinjrg. 7 nr. 5) ( 7) Dalend rendement en geïnvesteerd vermogen — prof. dr. A. v.d. Zwan (in ESB van9 en 16 juli 1975) ( 8) Haagse Post (28-2-1976) ( 9)DeAmbtenaar(2-4-I976) (10) Haagse Post (13-3-1976)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 393

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's