GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 129

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 129

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

«^a

IZJ magazine 39

Paul Keuss, is wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de subfaculteit Psychologie der Vrije Universiteit. Hij verbleef in de week van 26 januari-1 februari in de Luthersche DiakonessenInrichting te Amsterdam.

Donderdag Half zes, een zware, tragische vrouwenstem scheldt ons uit voor luie flikkers, slaapkoppen enzo meer. Inse of Use, eenjonge, grote vrouw loopt veerkrachtig door de kamer. Ik moet wel even wennen aan dit wrede gedoe. Ik kan er helemaal niet aan wennen. Mistroostig staar ik naar de zwarte raamgaten, waarachter het doodse Vondelpark moet liggen. Het vriest dat het kraakt. Ze rijden al op de plas — weet ik van Marianne. Ik wil naar huis, Bertus hoort op Hilv. 111 zijn tophit, Willempie, en zingt uit volle borst mee. Definitief wakker. Nog twee uur voor er thee en beschuit komt. Tijd voor een boek. Laten de mensen toch a.u.b. niet dat boek van de Chileense bard Pablo Neruda kopen die onderde titel: „Ik beken, ik heb geleefd" zijn herinneringen heeft prijsgegeven. Bij monde van Barber van der Pol, goede vertaalster overigens maar politiek 'n onbenul, vindt ook de N RC het boek goed. Ergens in deel 2 zit hij samen met zijn vriend en wijnkenner Ilja Ehrenburg in deTransSiberië expres. Daar gaan ze: Met Ilja babbelt hij wat over de verworvenheden van de communistische maatschappij, ze roken een sigaar en drinken een wijntje. Wel, ergens midden in Rusland hadden ze Almalrik tegen kunnen komen, en ook S injawski, Daniël en Solzjenitsyn en vele anderen — weliswaar onder andere heel wat benardere omstandigheden. Pablo en Ilja hadden toch op zijn minst een boterham uit het raam kunnen gooien. Ergens zegt hij dat „alles" hem tot poëzie inspireerde. En inderdaad hij heeft een niet onaardig gedicht over een tomaat gemaakt en één over S talin — om twee uitersten te noemen. H et laatste was een heldendicht.

Vrijdag Er wordt de hele dag door over naar huis gaan gepraat en over het eten, net als in militaire dienst. Het is meer een uitwisseling van signalen — zo van: Wij zijn er nog. Maar nu is het menens. Bertus houdt niet van vis en laat zijn bord staan. Prima, maar dan vandaag ook geen bijvoeding van zijn moeder accepteren. Een uur later zit een uitgedijd vrouwtje in een voorovergebogen houding vol met moederliefde aan zijn bed.

Schichtig kijken ze naar opzij. Ze hebben het overmij,denkik. Mijn twee zonen(7 en9) zijn op bezoek. Zijn moeder trekt de stoute schoenen aan en geeft ze allebei een reep die gretig wordt aanvaard en naar binnen gewerkt. Even later zie ik Bertus, verlegen lachend, toch weer snaaien: Hoe kan ik hem iets verbieden wat ik mijn kinderen toesta, gaat het natuurlijk door zijn hoofd. Jan-Piet zit op de pedagogische academie. Die mag Bertus vandaag van mij overnemen, dan doet hij nog een ,,mooi stuk praktijkervaring" op.

Zaterdag De hele dag houdt me dat boek van A. Alvarez, The savage (wrede) God bezig. Hij is literator en hoe één! maar, hij weet ook iets van de psychologische motieven die tot zelfmoord leiden en die overigens nogal van tijd en plaats verschillen. Onderde VroegeChristenen was zelfmoord erg populair, zij het dat iemand anders je dood moest maken. Het handigst was de afgoden te beledigen en dat vlak na de (uitgestelde) doop te doen, wantonmiddellijk daarop kon het tot in eeuwigheid mis met je lopen. Augustinus maakt een eind aan de zelfmoordplaag: Je mag niet naar willekeur beslissen over je eigen, doorGod geschonken, bestaan. Pas in de 18e eeuw komt er commentaar van David Hume: Eert mens of een oester, dat is van geen verschil in het geheel der schepping. Als een steen valt en ik spring opzij, ten einde het leven te continueren, grijp ik ook in in God's bestiering van Zijn wereld en schepping. Waarom is Alvarez' boek voor ons belangrijk? We hebben allemaal onze angsten, neurosen en zelfs psychoosjes, zoals iemand me laatst lachend mededeelde na zijn bezoek aan de psychiater. Daar is op zich niets op tegen. Alleen, we vallen anderen er zo mee lastig. Zo iets doet de zelfmoordenaar niet. Die lost zijn problemen zelfstandig op. Die treedt gewoon terug, denk je. Maar is dat wel zo? Hoe liggen onze kansen? In 95 % der gevallen is in de (zeer) vroege jeugd een der geliefde ouders heengegaan. De potentiële moordenaar kan zijn stem niet stil krijgen en wil tenslotte naar de dode toe.

Sylvia Plath zei (tot haar gestorven vader): ...1 tried to die And get back, back to you I thought even the bones would do. Wanneer? Met Kerstmis natuurlijk. Waar?Toentertijd wierp hij zich met een zekere voorkeur voor de boottrein naar Hoek van Holland, CS, eerste perron, Amsterdam. 21.20 uur. Frequentie: 1 x per week (eigen onderzoek). Zou ,,het" pijn doen en wat komt erna: twee vragen die de mensheid massaal tegenhouden. Het zelfmoord-taboe is de spil waar alle ethische systemen om draaien (Wittgenstein). Krijgt de omgeving signalen? Ja. H ij is wat afwezig, er niet helemaal bij. Het leven gaat voort maar bij hem heb je het gevoel dat hij „tegen de seizoenen in zit te draaien". Drugs, drank, deze middelen voeren ons tot vergetelheid, een vorm van zelfmoord: Dat mag ik me wel aantrekken. Peter op bezoek: Je kunt je niet straffeloos van de anderen losmaken. Exact. Zelfs niet na een grondige voorbereiding. Het blijft een treurige surprise. Voor je huisgenoten. Voor iedereen.

Zondag Ik mag een dag eerder naar huis. Vandaag. De Lutherse dienst van half 11 bijgewoond. De dominee spreekt over God als onze schepper die ons geloof opeist. A. Camus heeft erg ongemakkelijk betoogd dat wij Hem hebben uitgevonden om illusoire voortbestaangaranties aan onszelf te verschaffen. Wat doet de „Vreemdeling" in het boek van Camus? Hij claimt de eerste te zijn die weigerde God uit te vinden ten einde zijn lot volledig in eigen hand te kunnen nemen. Camus klinkt gedateerd — na de „dood van God". Ik ben niet meer bij de preek. I k denk aan thuis, schaatsen op de plas (Westeinde). Mijn oudste zoon (9) schept er over op dat hij zo goed schaatst. Hij wil mee. Zou ik hem meenemen? Ik denk aan jonge vogels die voor het eerst mee op trektocht naar het Zuiden gaan. De beeldspraak klopt niet. We zoeken immers het ijs op — de koude. Dat is de andere kant op. Het eerste dat ik doe thuis is een pilsje drinken om de thee en beschuit-smaak te verwijderen. Ik kom niet eens de deur uit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 129

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's