GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 428

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 428

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wl magame 30 ^

i-

^

De foto toont (vermoedelijk) een aantal regenten met Nederlandse bestuursfunctionari$$en

scheiding der werkelijkheden. Het spel werd gedragen door het door beiden aangehangen voorwendsel, dat het beeld van het volkshoofd echt was, dat de priyayi vaderlijke, geëerbiedigde heersers waren die zich niet behoefden te mengen in vuile politieke spelletjes. Aldus diende de mythe van de priyayi als buffer. Ze maakte, dat twee niet bij elkaar passende politieke werkelijkheden naast elkaar konden blijven voortbestaan ten gunste van de elites van beide rassen. Volgens deze analyse kan de wereld van het officiële priyayidom worden beschouwd als een „schakel-samenleving", zoals Taufik Abdullah dat noemde.

Vergelijking Een dergelijke overbruggende mythe kan alleen standhouden, wanneer er niet al te grote druk wordt uitgeoefend van de ene kant op de andere. In de twintigste eeuw nam de bemoeienis van de NederlandsIndische autoriteiten in sterke mate toe, omdat de Ethische Politiek zich uitstrekte tot in het dorpsleven en uiteindelijk leidde tot een meer professioneel bestuur. Beter onderwijs, meer bureauwerk en scherpere controle veranderden de stijl van Binnenlands en Inlands Bestuur. Er kwam een nieuw, meer door westerse normen beïnvloed, soort priyayi op. Dit bedreigde het evenwicht tussen de Nederlands-koloniale en de Javaanse werelden en maakte de schakel-wereld van het klassieke volkshoofd hoe langer hoe onrealistischer. Om deze beslissende, maar vaak ontastbare veranderingen te illustreren zal ik een hoge inheemse functionaris uit de oude doos, die ik de Pangeran zal noemen, vergelijken met een jongere die in 1910, ongeveer dertig jaar na de Pangeran, tot het Inlands Bestuur toetrad.

Pangeran De oude Pangeran, afkomstig uit de zijtak van een regentenfamilie, had een opleiding genoten die typisch was voor de priyayi uit het laatst van de negentiende eeuw: een onderbroken studie Maleis, zowel op de inlandse school als met bijlessen, een paar jaar „pesantren" (religieuze school) waar hij de Koran leerde citeren en werd ingewijd in de eerste beginselen van de mystieke technieken en theorie. Toen hij twaalf was, ging hij inwonen bij een hooggeplaatste oom en deed daar kleine karweitjes in huis en op het kantoor, totdat de oom de assistent-resident er toe overhaalde hem als „magang" (onbetaalde leerling) in dienst te nemen. Hij deed boodschappen voor deze Binnenlands Bestuurder, haalde koffie voor hem en hielp hem met zijn paperassen. Gaandeweg deed hij zich kennen als loyaal, betrouwbaar en als ter zake kundig in plaatselijke zaken. Hij beschikte over bruikbare familie-relaties, trouwde in een regentenfamilie en had invloed op het volk. Hoewel hij geen Nederlands kende, sprak hij vrij vloeiend Maleis en gaf vaak gewiekste adviezen over plaatselijk te voeren beleid. Ondanks zijn onbekendheid met dossiers en rekeningen schoof hij snel naar boven in de hiërarchie van het Inlands Bestuur, daarbij geholpen door zijn vroegere baas bij het Binnenlands Bestuur (inmiddels resident) en tenslotte, binnen twintig jaar dienst, werd hij regent. Hij was een goede regent. Hij wist precies wat er aan de hand was, ook in de meest afgelegen dorpen en de mensen hadden ontzag voor hem. Hij had familieconnecties (ook die van zijn wat aristocratischer vrouw) in het hele gebied en op alle bestuurlijke niveaus. Zijn prestige werd nog vergroot door de herinneringen

die men had aan zijn grootvader, een beroemd beoefenaar van „kebatinan" (mystiek). Aan de Pangeran zelf werd zoveel magische kracht toegeschreven dat men ervan overtuigd was dat zijn vervloeking de oogst kon vernietigen en zijn badwater alle ziekten kon genezen. Zijn vroegere belangstelling voor de islamitische mystiek kwam van pas bij zijn contacten met de religieuze leraren op het platteland. Hij was lid van de terekat (een mystiek genootschap); de goeroes en hun fanatieke leerlingen vormden een van zijn belangrijkste bronnen van informatie en van macht. Hij kon zo nodig ook een beroep doen op de dorps-jago (letterlijk: vechthaan, kampioen), ruwe in het zwart geklede mannen, experts in het ongewapend gevecht en dikwijls lid van criminele, semi-homosexuele bendes. Hij behoefde echter maar zelden terreur te gebruiken om z'n zin te krijgen. Wanneer hij iets te vieren had, een bruiloft, een besnijdenis, behoefde hij nergens om te vragen. De mensen brachten hem uit zichzelf kippen, rijst, fruit en hout: dat was hun sumbangan (bijdrage) aan hun heer. Ook op z'n bureau was hij de onbetwiste meester. Zijn ondergeschikten richtten slechts in gebukte houding de handen geheven als „sembah" van gehoorzaamheid, het woord tot hem.

Pathi De jongere functionaris was duidelijk van een andere generatie, van 'n andere wereld, zowel wat stijl betreft als opleiding en gezagsbasis. Zijn vader was een lagere functionaris die er, dankzij relaties met een bevriende onderwijzer, in was geslaagd zijn zoon naar de Europeesche Lagere School te laten gaan en daarna naar de Opleidingsschool voor Inlandsche Ambte-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 428

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's