GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 331

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 331

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magazine 21 VU-delegatie: „Het is gewenst dat de VU ook aan dit punt (staatsveiligheidswetgeving en -beleid, red. VUm) kritisch aandacht blijft geven. De Zuidafrikaanse situatie is, om voor de handliggende redenen niet erg bevorderlijk voor een open communicatie. Het is niet uitgesloten dat de VU een bescheiden bijdrage daartoe kan leveren, gezien haar contacten naar verschillende kanten. Het zal er daarbij met name om moeten gaan tot contacten en informatie-uitwisseling te komen die verder strekken dan bevestiging, c.q. herhaling van stereotypen zoals in Zuid-Afrika maar al te vaak lijkt te gebeuren. Om effectief te zijn zal contact soms een persoonlijk, vertrouwelijk karakter moeten hebben. Een bijzonder, zorgwekkend aspect van de communicatie tussen blank en bv. zwart in Zuid-Afrika is dat sommige zwarte Christenen enerzijds het gevoel hebben moe- en uitgepraat te zijn en dat zij anderzijds nog nooit echt de eigen gevoelens en overtuiging openhartig geformuleerd hebben t.o.v. blanke Christenen (protective psychology). Mede gezien de relaties met de VU lijkt het van groot belang dat met name theologische, c.q. ook theologische relevante, principiële meningsverschillen tussen PU-theologen en dr. C. F. Beyers Naudé door persoonlijk gesprek tussen hen worden opgehelderd. Dit gesprek zou ook gevoerd moeten worden over de beoordeling van de huidige situatie en hettevoefen beleid c.q. te zoeken oplossingen. Ook dit zal de aandacht van de VU moeten behouden, temeer daar geen van beide gesprekspartners een dergelijk gesprek ongewenst e n / o f onbelangrijk acht. De bezwaren van de PU tegen het Cl zijn al aangegeven hierboven, althans voor wat betreft de PU-delegatie geldt dat zij de integriteit van dr. Beyers Naudé als Christen aanvaardt, maar de tegenstellingen zijn bijzonder groot, omdat reeds lang geleden de wegen uiteen zijn gegaan. Voor zover de controverse zakelijk beschreven kan worden (wat maar een beperkt deel van de werkelijke situatie bestrijkt), zijn PU-mensen en dr. Beyers Naudé het vrijwel eens in hun beoordeling van de huidige Zuidafrikaanse situatie, maar lopen hun opvattingen t.a.v. te verwachten consekwenties en te kiezen oplossingen sterk uiteen. De PU-delegatie verschilt met de VU bovendien niet inzake bv. de strekking van de ere-promotierede voor Beyers Naudé door prof. dr. G. C. Berkouwer in 1972, maar wel t.a.v. de juistheid van de beoordeling van het Cl. Het is mogelijk dat de VU zich in de nabije toekomst nog nader op de hoogte zal moeten stellen van de controversen tussen het Cl en de PU. De VU heeft zich overigens t.a.v. de persoon en het werk van dr. Beyers Naudé duidelijk verbonden en zal daaraan consekwenties (moeten) verbinden voor w a t betreft zrjn relatie tot de PU". RU-commentaar: ,,Dit is die VU-delegasie se standpunte en daaroor kan ons niks meer sê as dat hulle hulle nie illusies moet maak oor ons standpunt oor die Cl en Beyers Naudé nie. En dan word ons verhouding met die VU in 'n mate ondergeskik gestel aan VU se verhouding met Beyers Naudé. Vir die PU bly dit onverklaarbaar dat die Vrije Universiteit sy verhouding met die Potchefstroomse Universiteit ondergeskik stel aan sy verhouding met 'n inrigting van buiteuniversitêre aard soos die Cl. Vir ons is dit insiggewend omdat ons nooit kon dink dat dit so laat geword het in die verhouding VU en PU nie".

Aan het eind van haar verslag zegt de VU-delegatie: „ I n het algemeen geldt dat de VU hoogste prioriteit zou moeten geven aan het stimuleren van de dialoog tussen groeperingen, met name zwart en blank, binnen Zuid-Afrika. De VU zou zich dit ook met name ten doel kunnen stellen indien de VU zou besluiten tot verdere contacten. In dat geval zouden als randvoorwaarden, zo niet voorwaarden zonder meer, gelden: 1. dat de dialoog niet vrijblijvend wordt gevoerd; 2. dat de positiekeuze van de VU en de PU t a . v . de grondvragen van de discussie duidelijk en reviseerbaar is; 3. dat een dialoog PU-VU alleen kan gedijen als er interne Zuidafrikaanse dialoog tussen PU en Christenen van andere richting en groepering bestaat". PU-commentaar (met name n.a.v. punt 3): „ D i t is ook weer 'n voorwaarde wat die VU vir hulleself (en vir ons) stel en w a t nie in stryd is met waartoe ons gewillig is en op beperkte skaal reeds jare lank doen nie. Al word daar gestel dat hierdie stuk nie deel van die rapport is nie, is dit tog insiggewend vir ons om gesindheid te bepaal. Dit sou 'n verkeerde indruk skep as ons u nie daarop wys dat u 'n skewe beeld van ons kan oordra en u mense daarmee mislei nie". En — in het algemeen — wordt tenslotte nog door de PU over het VU-verslag opgemerkt: „ U skep die indruk asof ons alles verwerp w a t in die Le Grange-rapport staan en dat ons ook teen die geaffekteerd verklaring van die Cl is en dat ons ook nie so ver van Beyers Naudé af staan nie. As u ons kommentaar op u verslag noukeurig lees, sal u sien dat dit baie ver van die waarheid af is". Aan de Universiteitsraad schreef de VU-delegatie over deze PU-commentaar: „De opmer/cingen over tiet Cl en dr. Beyers Naudé in verband met de toepassing van staatsveiligheidswetgeving en i.v.m. de relatie tussen de VU en dr. Beyers Naudé blijven voor dé VU-delegatie onaanvaardbaar; ze zijn opnieuw teleurstellend en bijzonder verontrustend. In de besprekingen heeft de PU-delegatie geen enkele verdediging van de geagendeerde paragrafen van het Le Grange-rapport gegeven, ook niet in juridisch opzicht. De bezwaren tegen het Christelijk Instituut en dr. Beyers Naudé die de PU-delegatie naar voren bracht in de besprekingen, rechtvaardigen in geen enkel opzicht toepassing van staatsveiligheidswetgeving en hadden in de besprekingen ook niet de pretentie om dat te doen. De desbetreffende opmerkingen in het commentaar van de PU-rector versterken de VUdelegatie te meer in haar oordeel: „een gevaarlijke verzwakking van juridisch normbesef". De delegatie betreurt het zeer dat in het commentaar van de PU-rector geen spoor meer te vinden is van erkenning van de vragen zoals die in de besprekingen door de VU-delegatie op indringende wijze zijn gesteld, maar die ook in de besprekingen al geen adequate reactie van de PU-delegatie opleverden".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 331

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's