VU Magazine 1976 - pagina 126

1^ magadne 36

beperken tot religieuze zaken (de methodistische leider, die zich tot de politie wendde). Vaak is hij ook de woordvoerder van de gemeenschap. De meningen over wat wel en niet zij n taak is lopen uiteen. Z ulke meningsverschillen hangen weer samen met de betekenis die men geeft aan het christen-zijn. Toen bij voorbeeld op een kerkelijke bijeenkomst in het Punjab-gebied de pastor voorstelde om te spreken over bijbelstudie, eredienst, christelijk onderwijs en rentmeesterschap, werd hij meteen onderbroken door vragen over grond, studiebeurzen, eisen van grondbezitters en economische hulp. Het gevolg was dat hij herhaaldelijk van de rol van kerkelijk leider moest omschakelen naar die van woordvoerder van de gemeenschap.

Individueel Dr. Boel constateerde overigens dat individuele bekeerlingen, die een andere sociale en culturele achtergrond hebben dat die uitgestotenen Vaak andere opvattingen koesteren over de rol van een geestelijk leider. Een van

hen merkte op: ,, Wanneer ik het woord „christen"gebruik dan bedoel ik iemand die de bijbelse uitleg van de geschiedenis heeft aanvaard en Christus als het middelpunt van zijn leven beschouwt. Oudere christenen gebruiken het woord vaak in een andere betekenis: voor hen is een christen ieivanddie tot een christelijke gemeenschap behoort. Echte moeilijkheden doen zich voor, watmeer moet worden vastgesteld waarmee een christen zich in de eerste plaats moet bezighouden. Voor een (nieuwe) bekeerling is dit de waarheid van de heilsfeiten en de leer van verlossing van personen en de samenleving. De oudere christenen lijken zich meer bezig te houden met de problemen waarmee iedere groep ofgemeenschap te maken heeft".

Ingewilfkeld motief In zijn proefschrift tekende dr. Boel aan. dat de door hem genoemde voorbeelden misschien de indruk zouden wekken dat alleen materiële overwegingen deze oudere christenenzou hebben bewogen christen te worden maarzo merkte hij op — en in het begin van

dit verhaal kwam dit ook al naar voren — ,,in werkelijkheid is hun motivering veel ingewikkelder en moeten we ons er voor hoeden een duidelijke scheiding tussen materiele en geestelijke motieven'. Wel meende hij dat de meer materiële motieven, zoals die uit zijn analyse naar voren kwamen, in het missiologisch denken niet de aandacht hadden gekregen die ze verdienden. „Sociale en economische ontwikkeling is de eerste zorg van deze christenen en wordt door hen niet ervaren als tegengesteld aan geestelijke groei. Ontwikkeling van de groep is voor hen een onderdeel van een groeiende dynamische christelijke gemeenschap. Het is voor hen bovendien voorwaarde om te kunnen deelnemen aan en te kunnen bijdragen aan de sainenleving in wijder verband. Het belangrijkste is ten. slotte dat hun pogingen zichzelf te bevrijden van onderdrukking en achterstelling in nauw verband staat met de christelijke verlossing die voor hen zowel sociale als godsdienstige emancipatie inhoudt".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen