GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 190

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 190

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

nl magadne 12

„Het probleem van de verhouding tussen het geloof en het socialisme is een probleem van wederzijdse bevruchting."

waarin geen spoor van egoïsme of routine meer te bespeuren is en die slechts schepping en liefde toont. Te zeggen dat God Geest is. betekent dat in het hart van de mens. van ieder mens, een onuitputtelijke bron van creativiteit, tot nieuw leven opwelt. Te zeggen dat God Schepper is, betekent dat wereld en geschiedenis nimmer voltooid zijn, maar steeds opnieuw geboren worden. Het betekent dat de mens niet slechts is wat hij is. maar vooral dat hij worden zal en dat zijn leven geen blinde revolutie is, maar de ontplooiing van een wezen of van een natuur, volgens een reeds gegeven wet, met altijd weer nieuwe mogelijkheden. Het betekent ook dat de mens pas volledig mens is door zijn participatie aan de schepping. Te zeggen dat God Almachtig is, betekent dat er geen verdrukking bestaat die zo sterk zou kunnen zijn dat zij de mens de mogelijkheid om zich ertegen te verzetten zou kunnen ontnemen.

Geen antwoord De zonde is geen inbreuk op een uitwendig gebod, maar een weigering tot antwoord aan het appel om meer te zijn dan men is, de weigering om het leven telkens opnieuw te scheppen. De hel is de afwezigheid of de uitsluiting van de anderen. Het gebed is geen vlucht uit de wereld of de afhankelijkheidsbetuiging aan een wetgevende of veroordelende God naar het beeld van een absoluut monarch. Ook vraagt het gebed geen plaats of tijd die gescheiden wordt van het dagelijks leven, als het ware het sacrale en aparte sector naast de werkelijkheid. Bidden is heel de wereld in totaliteit omhelzen, terwijl men goed geworteld blijft in deze tijd en deze wereld, open luisterend naar de diepste zin om de roepstem in de dingen ie ontcijferen, om zichzelf in bezinning voor te bereiden op het antwoord en dan zijn leven te heroriënteren en dienovereenkomstig te handelen. Bidden is luisteren naar de diepe muziek die opklinkt uit het bestaan, die ons voortdurend verblijdt en die ons het leven op die klanken doet dansen. Hel heil is datgene wat de mens overkomt als hij in zichzelf de mogelijkheid ontdekt om zich los te rukken uit het gegevene, uit de natuur, de gewoon-

te, de gevestigde orde en uit de vervreemding. Welke relatie bestaat er tussen het christelijk ..heil" en de vrijheidsbeweging van vele volkeren, tussen het rijk Gods en de opbouw van de wereld? Het is niet langer mogelijk deze twee radicaal van elkander gescheiden te houden, alsof het rijk Gods geen relatie zou hebben met onze historische strijd en in een,,andere wereld" zou thuishoren, onverschillig voor de wederwaardigheden of orde of wanorde in deze wereld en van christenen dus vreemdelingen zou maken waar het gaat over de politieke en sociale strijd die op aarde wordt gevoerd. Dit dualisme heeft genoeg geleid tot schijnheiligheid en tot onwaarachtige solidariteit met de gegeven orde of wanorde. Evenmin is het mogelijk deze twee gelijk te stellen: het rijk Gods kan zich niet installeren in een, bij wezen, voorlopige orde die het dan zou moeten heiligen, zoals men meende dat dit het geval was bij koningschap „uit goddelijk recht", bij een „christelijke" democratie of in een ,,christelijk" socialisme of in een klassenloze maatschappij. Marx zelf heeft overigens een klassenloze maatschappij van communisten nimmer gezien als ,,het einde van de geschiedenis", maar daarentegenjuist als het begin van een waarlijk menselijke geschiedenis waarin klassen of naties niet langer tegenover elkaar zullen staan, maar samen zullen leven in vrije creativiteit van dezelfde aard als artistieke schepping.

Bevruchting Het probleem van de verhouding tussen het geloof en het socialisme is een probleem van wederzijdse bevruchting: het geloof heeft aan het socialisme zijn transcendente, profetische dimensie en het verhindert het socialisme zich op te sluiten in zelfgenoegzaamheid en het breekt het voortdurend open naar een toekomst van vernieuwing zonder einde. Anderzijds moet het socialisme aan het geloof de militante historische dimensie geven en het geloof verhinderen dat het zich zou onttrekken aan de strijd voor menselijkheid en het dwingen zich daarin met haar hoop en beloften te incarneren, zodat het geloof geen opium wordt maar een zuurdesem blijft. Het geloof moet een politiek van be-

vrijding zijn voor de klassenstrijd van de verdrukte volkeren; het moet een onafgebroken historisch bevrijdingsstrijd zijn, waardoor de mens zijn succesievelijke vervreemding weer overwinnen kan, om zich te kunnen ontplooien in een creativiteit die hem steeds meer vrij maakt, door wetenschap en techniek, door artistieke schepping en door een geheel nieuwe ordening van menselijke betrekkingen. Het geloof is bevrijding uit zonde, niet slechts van individuele, die betekent dat de mens zichzelfzoekt en weigert door de liefde meer te zijn dan hij is, maar ook van de objectieve zonde, d.w.z. die politieke en sociale condities waardoor het,,beeld van God" dat de mens is, ontaard wordt en verminkt door exploitatie, verdrukking en door geïnstitutionaliseerde gewelddadigheid.

Dezelfde Strijd De drie niveaus, die onderscheiden zijn en niet samenvallen, t.w. de innerlijke bevrijding van zonde, het niveau van het heil en dat van de historische en politieke bevrijding, zijn aspecten van een en dezelfde strijd die op alle terreinen gevoerd moet worden om doeltreffend te kunnen zijn en tot overwinning te kunnen komen. De gelovige is een mens die geheel van de aarde en geheel goddelijk is, zoals mijn vriend père Leclerc zegt: een mens voor wie de liefde tot God het geloof in de mens betekent. Wanhopen is God ontkennen. Het geloof is de weigering van de mens om individualistisch dicht te klappen in zichzelf. Het geloof is onverbrekelijk verbonden met de gave van de liefde; het is een daad, het is de actie waarmee de mens zich van zichzelf bevrijdt en uit zichzelf treedt, het is scheppingsèlan. Hel geloof is een andere naam voor vrijheid, voorde liefde, voor de creatieviteit. Ik bezit dit geloof niet; ik ben ervan bezeten. In „Het Alternatief'heb ik drie jaar geleden, nog geaarzeld een antwoord te geven op de vraag: „Ben ik christen?" Wel begreep ik toen toch dat mijn hoop als strijder zonder dat geloof geen fundament zou hebben. Want alleen dit geloof stelt ons algeheel verantwoordelijk voor onze geschiedenis. Wie zich afsluit voor het geloof weigert zijn eigen vrijheid."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 190

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's