VU Magazine 1976 - pagina 130
Wl nmgadne 40
Uit de hortus i.
door Daan Smit
Sauromatum venosum Het is nu de tijd deze fascinerende droogbloeier (ook bekend onder het synomiem Arum cornutum of Sauromatum guttatum) te bestellen bij een goede zaadhandel, die tevens bol- en knolgewassen verkoopt. Dit, tot de familie der Araceae of Aronskelkachtigen behorend knolgewas, is daarom zo interessant, omdat het zonder grond of pot, in de vensterbank in bloei gebracht kan worden. Wanneer we dus zo'n knol hebben bemachtigd, zetten we die zonder meer in de vensterbank. De slapende knop, die zich in het midden van de knol bevindt, zal in 't begin langzaam uitgroeien tot een bloem, die wel een hoogte van 40-50 centimeter kan bereiken. Stank Heeft de knop zich eenmaal volledig ontwikkeld, dan zal deze op een gegeven moment openspringen. De gevlekte, mooi roodbruin gekleurde binnenkant wordt dan zichtbaar. Een groot nadeel is echter, dat op het moment dat de bloem zich opent, deze een zeer onaangename geur verspreidt, zodat we vaak genoodzaakt zij n de plant uit de kamer te verwijderen. Ondanks de stank, is het vanwege de vorm en kleur van de bloem en later ook het blad, toch wel de moeite waard dit knolgewas eens te proberen.
De tuin in Wanneer de bloem is verwelkt, wordt er voor de knol een koeler plaatsje gezocht, tot omstreeks half mei, waarna ze in de tuin kan worden uitgeplant. Sauromatum groeit in iedere grondsoort; nadat ze zijn geplant, ontwikkelt zich slechts één groot blad dat bestaat uit een dikke, vlezige, gevlekte stengel met een samengesteld blad. Tegen oktober sterft de plant af. De knol kan weer worden gerooid en bewaard op een koele plaats, om het komende voorjaar weer als droogbloeier in de vensterbank te prijken. Wanneer we de knol rooien, zien we ten eerste dat de oude knol is vervangen door een nieuw, groter exemplaar, terwijl de eerste nu als een dikke koek onder aan de nieuwe zit. We moeten die verwijderen, zolang hij nog zacht is. Tevens zitten er rondom de knol enkele kleinere, waarmee weer verder gekweekt kan worden. M eestal vallen deze klisters er tijdens het rooien af en komen dan 't jaar daarop weer spontaan 053, meestal op plaatsen die we niet verwacht hadden. Hieruit blijkt dat ze vrij goed vorst verdragen. We kunnen ze, als we dat willen, dan ook rustig buiten laten overwinteren. Gaat het te hard vriezen, dan moet gedekt worden.
Volop in bloei staande knollen, waarvan op de knol van het linker exemplaar duidelijk een jonge klistertezienis
Een kijkje in het binnenste van de bloem, met onderin de vrouwelijke organen en bovenin de mannelijke stuif meeldragers
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976
VU-Magazine | 487 Pagina's