GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 139

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 139

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wi magazine 5

Ook hier echter beveelt drs. Van de Graaf de nodige omzichtigheid aan. Het kan, om te beginnen, lang duren voordat zo'n tendens zich gaat „bewegen" buiten de onzekerheidsmarges waarvan zoeven sprake was. Meestal zal een peiling eens een procentje hier, een procentje daar van de vorige verschillen, maar zolang dat verschil niet pakweg, vier, vijf, zes procent bedraagt vergeleken bij de eerste peiling in een reeks, wordt er wei n ig of niets gezegd. Daarbij komt nog dit: zoals bekend, gaat het er bij verkiezingen om hoeveel een partij verliest of wint ten opzichte van de vorige verkiezingen. Dat is de tendens waar het om gaat. Alle andere tendensen zijn, daarbij vergeleken, betrekkelijk irrelevant. Wanneer bij voorbeeld een partij in de eerste van een reeks peilingen slechter voor de dag komt dan in de verkiezingen van '72 en zich dan, volgens de peilingen die daarna komen, herstelt, dan is er een soort pseudo-tendens gemeten. Welke waarde die heeft hangt helemaal af van het gewicht dat men wil hechten aan de eerste peiling. Drs. Van de Graaf: ,,Ook met die tendensen kom je weinig vooruit. Ze zijn zeer relatief en waarschijnlijk ook weinig van invloed op het gedrag van de kiezers. Kennelijk voorzien zulke onderzoeken vooral in een behoefte de toekomst te voorspellen, maar ik waag te betwijfelen of we daarmee in feite te maken hebben".

Waarde De waarde van zulk onderzoek moet — zoveel is duidelijk — elders worden gezocht dan in het „toekomst-voorspellen" of in het registreren van voorkeuren voor partijen of personen. In veel onderzoek wordt gelukkig tegelijk gevraagd naar een aantal andere zaken: naar wat men vindt van politieke problemen die zich voordoen, hoe men denkt over mogelijke oplossingen. Vragen, met andere woorden, waarin politiek ruimer wordt genomen dan alleen partij-politiek; vragen die te maken hebben met het vormgeven aan de toekomst van een samenleving. Drs. Van de Graaf acht het zinvol wanneer opinie-onderzoek zich er op toelegt zulke zaken aan het licht te brengen. Wat hem betreft kunnen dan vragen die betrekking hebben op persoonlijkeeigenschappen van leidende politici achterwege blijven. Hij verwijst naar een Brandpunt-enquête waarin onder meer werd gevraagd naar de geloofwaardigheid, kennis van zaken, het leiderschap van de lijsttrekkers Den Uyl, Van Agt, Wiegel.

,,Het is gemakkelijker zulk soort vragen te stellen, dan op zoek te gaan naar de problemen die mensen bezighouden. Of lijsttrekkers wel of niet geloofwaardig zijn; of ze hun beloften wel of niet nakomen, is niet altijd afhankelijk van de drie heren zelf Zulke vragen zijn daarom niet erg relevant. Doordat ze niettemin toch worden gesteld, ontstaat de suggestie dat het wel degelijk om belangrijke vragen gaat. Zulke vragen creëren pseudo-feiten, feiten die alleen ontstaan door de vraag en die alleen door de manier van presenteren belangrijk lijken. Juister waren in diezelfde enquête mijns inziens de vragen naar wat men als de belangrijkste problemen ziet. Het was in dit specifieke onderzoek opvallend, dat er zo'n grote eenstemmigheid bleek te bestaan: 53procent van de ondervraagden noemde de werkloosheid. Die eenstemmigheid was uitzonderlijk. In de meeste vroegere onderzoeken scoorden de vaakst genoemde problemen slechts rondde 20procent. Het naar boven brengen van zulke gegevens komt op mij positief over. Zeker wanneer dan vervolgens een confrontatie tot stand wórdt gebracht met de mening van de verschillende partijen. Dat kan via schriftelijke stukken zoals partijprogramma's, of uitspraken die in de Kamer zijn gedaan, of mondeling, via de lijsttrekkers van de partijen".

Invloed Ten slotte merkte drs. Van de Graaf op, dat met het voorgaande het belang van de verkiezingen natuurlijk niet ontkend wordt, maar dat ze aan de andere kant ook niet meer zijn dan een deel van het politieke spel. Het accentueren van de verkiezingsstrijd zou de mening kunnen vestigen, dat verkiezingen de enige, of althans de belangrijkste

mogelijkheid van de burger zijn om invloed op het politieke gebeuren uit te oefenen. Naast verkiezingen zijn vele andere mogelijkheden denkbaar om aan het politieke gebeuren deel te nemen. Wat dat eerste betreft zegt drs. Van de Graaf: ,,In Nederland, waar winst of verlies bij de verkiezingen wordt uitgedrukt in enkele zeteh in het parlement, zijn de verschuivingen betrekkelijk gering. Dat wil zeggen dat na de verkiezingen meestal nog dezelfde mogelijkheden voor bijvoorbeeld coalitie-vorming openliggen als daarvoor. Wanneer een coalitie niet wordt voortgezet, heeft dat zelden alleen met de verkiezingen te maken. Ervaringen die de coalitie-partners in de vorige periode met elkaar opdeden zijn daarbij minstens zo belangrijk. Wat andere mogelijkheden om deel te nemen aan het politieke gebeuren betreft, kan bij voorbeeld gewezen worden op het verschijnsel actiegroep dat de laatste tienjaar stevig is ingeburgerd. Het heeft in een aantal gevallen zeker invloed gehad op de politieke besluitvorming. Ook wat zich binnen politieke partijen afspeelt, is politieke invloed buiten de verkiezingen om. Ook op dat terrein bestaan voor iedere burger mogelijkheden zich met de politiek bezig te houden. Door de grote aandacht die de verkiezingsstrijd in de publiciteit krijgt, kan het belang van verkiezingen worden overtrokken en kunnen mensen het gevoel krijgen, dat ze op dat moment veel invloed kunnen laten gelden en dat is simpelweg niet zo. Ik wil hiermee natuurlijk het belang van verkiezingen niet ontkennen; het gaat er mij om, overspannen verwachtingen wat te relativeren en de aandacht te vestigen op andere mogelijkheden voor politieke participatie".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 139

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's