GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 69

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 69

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 23 van de mensen. Dit betekent dat de kerk, voor zover het waar is dat zij het discutabele, datgene waarover verschil van mening bestaat, overlaat aan de mensen zelf in plaats van als kerk er een standpunt over in te nemen of de mensen te begeleiden, een steeds groter deel van het leven, ook van de persoonlijke wereld van de mensen, aan de opvattingen van de mensen en de situatie-invloeden overlaat. Met andere woorden: dat zij een steeds geringer deel van het leven kritisch begeleidt en beïnvloedt, daardoor meewerkend aan een beperking van de reikwijdte van de godsdienst en aan een toenemende ideologische werking daarvan. En in de tweede plaats kan de kerk als instituut de discussie over bepaalde zaken en opvattingen veel minder terecht dan vroeger overlaten aan de mensen en of instanties buiten de kerkmuren. Men kan er immers tegenwoordig veel minder dan vroeger op rekenen dat er dan van een werkelijke discussie ook iets terecht komt. Vroeger was er immers, met name binnen de orthodox-protestantse en de rooms-katholieke wereld, een geheel van georganiseerde activiteit buiten het instituut kerk om, waarbinnen en met behulp waarvan het kerkleden mogelijk was gestalte te geven aan hun godsdienst en hun situatie. Een geheel dat binnen de orthodox-protestantse wereld niet voor niets kerk als organisme werd genoemd. Zonder nu te zeggen dat dit geheel verdwenen is, moet men toch wel constateren dat het sterk is verzwakt en voor de kerkleden een veel geringer betekenis heeft bij de vormgeving van hun wereld in godsdienstig opzicht. Symptomen van deze ontwikkeling zijn dat men in 1952 een Christelijk Sociale Conferentie in plaats van het derde Christelijk Sociaal Congres hield en dat van het destijdsdoor Bruins Slot voorgesteld Evangelisch Politiek Beraad in feite niets is terecht gekomen. En verder de ontzuiling en de crisis waar confessionele organisaties veelal in verkeren. (Ter voorkoming van misverstanden willen w e hier overigens nog stellen, dat deze constateringen geen pleidooi inhouden voor herstel van de vroegere situatie en dat w e er weet van hebben dat er pogingen zijn om op andere wijze dan met behulp van een alles omvattende verzuiling de relatie tussen godsdienst en situatie te leggen. Hier gaat het om de constatering dat voor de kerkleden veel „buitenkerkelijke" steun is weggevallen."

Tegentendensen? Ten slotte besprakdr. Dekker de vraag hoe het zit met het kritisch optreden van de kerk. Er zijn toch ook tegen-tendensen waarneembaar, die er blijk van geven dat men géén genoegen neemt met een beperking van de reikwijdte en ideologisering van degodsdienst. ,,We komen dit zowel tegen op plaatselijk als op landelijk niveau, zowel binnen de denominaties als in oecumenisch verband (bij voorbeeld de Raad van Kerken), zowel nationaal als internationaal (bij voorbeeld de Wereldraad van Kerken). Men kan zelfs hier en daar horen dat de kerken zich in de laatste tijd zelfs weer intensiever en kritischer met de samenleving bezighouden dan in het recente verleden. De vraag hoe w e dit optreden moeten waarderen isdaarom erg belangrijk. Hier stuiten w e o m te beginnen op de ook in de sociologische literatuur niet onbekende vraag wat we met het woord kerk bedoelen. En daarbij gaat het ons nu niet om principiële beschouwingen over het wezen van de kerk e.d., maar gewoon om de vraag: over welk concreet verschijnsel kerk hebben w e het als w e spreken over het al of niet kritisch optreden van de kerk? Het eerder genoemde hervormde rapport somt enkele

betekenissen op, maar ook in de sociologische literatuur zijn verschillende onderscheidingen gemaakt. Met kerk kunnen w e doelen op een landelijk kerkgenootschap (de Nederlandse Hervormde Kerk bij voorbeeld), maar ook op een plaatselijke kerk (de gereformeerde kerk van Deventer bij voorbeeld), op een abstract, universeel begrip, dat alle gelovigen omvat (de kerk van Christus), maar ook op een zeer concrete organisatie (de Wereldraad van Kerken bij voorbeeld), terwijl w e het begrip ook kunnen laten slaan op al of niet georganiseerde activiteiten van personen die zich kerklid of gelovige noemen. We kunnen dit probleem hier niet uitwerken, maar moeten ons wel realiseren dat het voor ons onderwerp van belang is. Want: is een kerk nu wel of niet kritisch als de officiële organen oproepen om niet in Zuid-Af rika te investeren, maar als de leden van de kerken het tegenovergestelde doen, namelijk wél investeren? Of als de Wereldraad van Kerken oproept de relatie met een bepaalde bank te verbreken en de leden-kerken dat (nog) niet doen? Of als de officiële lichamen telkens uitspreken dat de mensen voor God gelijk zijn en dat daarom elke discriminatie van bepaalde groeperingen zonde is, terwijl de leden van de kerken vaak grotere vooroordelen ten opzichte van bepaalde groeperingen te zien geven dan niet-leden? Of wanneer een synode geen aanbeveling meer geeft het speciale fonds voor de bestrijding van het racisme financieel te steunen, maar talloze plaatselijke kerken en (groepen van) individuele leden die steun uitdrukkelijk wel geven? Het komt er dus op neer dat w e — willen we tenminste werkelijkheidsgetrouwe antwoorden op onze vragen krijgen — goed moeten onderscheiden en dat w e ons niet te snel tevreden mogen stellen met het optreden van één bepaalde vorm van kerk-zijn; het al of niet optreden van dezelfde kerk in een andere vorm kan het beeld namelijk radicaal doen veranderen. Behalve met deze moeilijkheid moeten w e minstens nog met twee factoren rekening houden als w e de vraag w i l len beantwoorden of een kerk werkelijk wel of niet kritisch optredt. Factoren — w e kunnen dit nu al zeggen — die beide kunnen betekenen dat de kerk in werkelijkheid veel minder kritisch is dan bepaalde uitingen zouden doen vermoeden. Dat is in de eerste plaats de discrepantie tussen theorie en praktijk. We hebben in het voorgaande al gesproken over het onderscheid tussen abstract en concreet: het is mogelijk — zo zagen we — dat men op een abstract niveau een zeer kritisch geluid laat horen, maar dat men het op een meer concreet niveau laat afweten. Dat was om het zo te zeggen reeds een eerste waarschuwing om niet te snel conclusies te trekken op grond van bepaalde uitspraken. Maar ook als men als kerk wel concreet geworden IS, als men ook met betrekking tot concrete situaties uitspraken doet die er op wijzen dat men geen genoegen neemt met een beperkte reikwijdte van de godsdienst of een ideologische werking daarvan dan nog moet men zich afvragen of 't niet bij uitspraken blijft, of er met andere woorden ook daadwerkelijk consequenties uit de theoretische stel ling nam e worden get rokken. Dit klinkt erg wantrouwend, maar we zijn onder meer gewaarschuwd door De Loor, die in zijn studie over het spreken van de Nederlandse Hervormde Kerk ergens zegt: ,,ln de praktijk is gebleken dat de woorden sneller komen dan de daden. In Nederland heeft de Hervormde kerk nog nooit metterdéad haar profetische functie waargemaakt. " En wie een beetje op de hoogte is van het reilen en zeilen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 69

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's