GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 417

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 417

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wl magazine 19 Zo is erin 1596 verzet in Middelburg wanneer daar getracht wordt op de markt een honderdtal buitgemaakte „Mooren ende Morinnen" te verhandelen. Burgemeester ten Haeff steekt er met instemming van de Staten van Zeeland een stokje voor. In de kerken werd afgekondigd dat de mensen„/>7 hun natuerlicke L/b erteyf'zouden worden gesteld. Ook Willem Usselincx, de initiatiefnemer tot de West-Indische Compagnie, was - naar van Dantzig meldt: „zoa/s vee/ van zijn tijdgenoten" sterk gekant tegen slavenhandel. Men vond dat maar een typisch paapse bezigheid. En verderop maakt hij melding van „lange godsdienstige v/oordenwisselingen over de juisttieid van slavernij en slavenhandel in protestants Nederland". Die moeten gevoerd zijn omstreeks de tijd waarin de Staten-vertaling in Nederland totstandkwam. „Het zijn vooral de Nederlanders geweest, die de Maar tot een eensgezind en principieel neen stoot hebben gegeven tot de massale handel in kwamen de vaderen van Dordt niet. „zwart vee", de handel, die de Afrikanen niet De West-Indische Compagnie (waaruit Usselincx meer als mensen beschouwde. Dat zij daarin zich teleurgesteld had teruggetrokken) stuurde in overvleugeld zijn door andere naties is slechts te 1626 al een schip naar Angola, teneinde daar wijten aan de afnemende politieke macht van het „enighe sv/arten in te handelen" maar het duu rde land. Zowel de rooms-katholieke als protestantse tot 1635 voordat de Staten Generaal besloten de slavenhandelaars leden aan een ernstige mate slavenhandel officieel aan te moedigen en in 1637 van zelfbedrog. Terwijl de Portugezen en Span- vertrok een vloot van negen schepen om zich jaarden de slaven nog een min of meer symboli- meester te maken van de Portugese slavenforten sche massadoop lieten ondergaan, hen als uiterst aan de Afrikaanse Westkust. Veroverd werd toen goedkope arbeidskrachten beschouwden, waren ook het befaamde slavenfort Elmina, het belangzij niet in staat hen één menselijke behandeling te rijkste slavenhandels-centrum in die dagen, geven en waren hun slaven fysiek meestal aan nog waarop onafgebroken tot 1872 de Nederlandse groter rampspoed overgeleverd dan die der pro- vlag heeft gewapperd. testanten. Maar de basis voor het protestantse Economische motieven gaven de doorslag in de zelftiedrog was veel gevaarlijker: om met zichzelf discussie. Graaf Johan van Maurits van Nassau moreel in het reine te komen, besloot men de had vanuit Brazilië laten weten dat de daar op de zaak om te draaien. Als men mensen ongestraft Portugezen veroverde suikerplantages niet renaan zulke verschrikkingen kon blootstellen, kon- dabel waren te maken als hij niet een 15.000 sladen de slachtoffers eigenlijk geen echte mensen ven toegezonden kreeg. zijn. De slaven werden dus als nuttige werktuigen beschouwd, die men voorzichtig moest vervoeren, zoals men ook voorzichtig is met vervoer van Ds. Udemans glas, tomaten of renpaarden. Al hebben de NederMet wat voor redeneringen verzoenden de vadelanders waarschijnlijk slechts een zeer klein aanren van Dordt zich met de slavernij? Een van hen, deel gehad in de illegale slavenhandel van de ds Godfried Udemans (1581-1649) schreef een negentiende eeuw, hun aandeel in het abolitisme boekje „'t Geestelijk Roer vant Goopmansschip", is ook vrijwel te verwaarlozen. Passiviteit is geen waarin hij een verantwoorde vorm van slavernij positieve eigenschap en het feit, dat Nederland mogelijk achtte. Een heel hoofdstuk was aan dit een der laatste landen was, die de slavernij afonderwerp gewijd. Het begint aldus: schafte, maakt mijns inziens de Nederlandse „Den staet van de questie is deze: of onze Koopschuldlast in dit hoofdstuk van de wereldgeluyden, of andere Christenen, sommige Indianen schiedenis oneindig veel groter dan het percentot slaven mogen koopen, ende haer werck getage door Nederlanders vervoerde slaven doet bruycken ende wederom verkoopen, als 't hder vermoeden." gelegen komt. Op deze vrage wort van sommige Aldus van Dantzig. rondt uyt geantwoordt la: van sommige rondt uyt. Neen: maer wij antwoorden met onderscheyt, want eenighsins is 't geoorlooft, eenighDiscussie bij invoering sins niet, ende dat naer bevindt, ende gelegenAandachttrekkend is z'n beschouwing dat de proheydt der saken: ende verwijle dit is een swaer testanten een redenering nodig hadden „ o m met stuck, zo sullen wij ons gevoelen dat wij uyt de H. zichzelf moreel in het reine te komen." Was de Schriftuere, ende verscheyden treffelicke Theslavernij voor hen dan minder vanzelfsprekend ologanten geput hebben, vervaten in sekere Thedan veelal wordt aangenomen? Inderdaad biedt hij in zijn boekje gegevens die ses, of korte voorstellingen om onse meyninge doen vermoeden, dat behalve een discussie over duydelick te verklaren." de afschaffing van de slavernij ook een studie Het is de moeite waard om na te gaan hoe Ds. mogelijk is naar de discussie, die in de Nederlan- Udemans (predikant te Zierikzee, assessor bij de den gevoerd is over de invoering van de slavernij. Zeeuwse synode van 1618 en afgevaardigde naar Vanzelfsprekend was dit aanvankelijk allerminst. de Nationale Synode van Dordrecht) de zaak betegen slavenhandel en slavernij is in Nederland geen sprake geweest. Pas in de loop van de vorige eeuw beginnen op enige schaal protesten op te klinken. Het lijkt de moeite waard om eens te onderzoeken hoe dat moet worden verklaard, want de slavenhandel was geen bedrijvigheid, waaraan Nederlanders zich niet bezondigden. Integendeel. In zijn in 1968 verschenen boekje „Het Nederlands aandeel in de slavenhandel" concludeert A. van Dantzig dat het Nederlandse aandeel in de internationale slavenhandel weliswaar niet overmatig groot is geweest, maar dit mag z.i. geen verontschuldiging zijn, om maar te zeggen, dat de schuldlast voor Nederland daardoor ook maar betrekkelijk klein is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 417

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's