GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 101

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 101

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 11

Betekenis van de transcendentaal-kritische methode Met behulp van deze trancendentaal-kritische methode, die met KANT's kritiek van de zuivere rede slechts een zekere terminologische overenstemming, meer niet, heeft, is het mogelijk tot de diepste lagen van moderne wijsgerige stromingen door te dringen en daarop, niet een (uit wijsgerig oogpunt waardeloze) transcendente, maar een immanente kritiek uit te oefenen. Daardoor is het verder mogelijk om op het diepste vlak met andere wijsgerige richtingen in denkcontact te treden en hun wetenschappelijke visie van binnen uit, vanuit hun centrale motieven, te verstaan. Op dit punt van de wetenschappelijke denkgemeenschap is DOOYEWEERD's transcendentaal-kritische methode nog uiterst actueel. Want allerlei wijsgerige richtingen, die in onze tijd zeer invloedrijk zijn zoals het Marxistisch resp. neo-Marxistisch denken, de Frankfurter richting e.a.. die stelling nemen tegen de zgn. „waardevrijheid" van het wetenschappelijk denken en leren dat wijsbegeerte en wetenschap dienstbaar moeten zijn aan radicale omvorming van de moderne ,,kapitalistische" resp. „technocratische" samenleving, pretenderen, dat zij op zuiver wetenschappelijke gronden tot hun inzicht in de ontwikkelingsgang van de moderne samenleving en haar innerlijke „dialectiek" en ontbindingsverschijnselen zijn gekomen. Niets is echter minder waar. Het messiaanse heilsideaal van het (neo-)Marxisme en de ,,negatieve dialectiek" van de Frankfurters is geheel door het religieuze humanistische persoonlijkheids- en vrijheidsmotief bepaald. Ook de idee van de reformatorisch-christelijke wijsbegeerte en wetenschap, die aan de oprichting van de Vrije Universiteit ten grondslag lag, kan op basis van de transcendentaal-kritische methode wetenschappelijk aannemelijk gemaakt worden. Want de christen-denker poogt nu de centrale regulatieve ideeën, die aan zijn wetenschappelijk onderzoek van de tijdelijke werkelijkheid richting geven en dit voortstuwen, te betrekken op het centrale religieuze grondmotief van de Goddelijke Woordopenbaring, t.w. de centrale boodschap van schepping, zondeval en verlossing door Jezus Christus als het vleesgeworden Woord, in de gemeenschap van de Heilige Geest. En zo wordt de idee van het reformatorisch filosoferen niet langer een wijsgerig onhoudbare

poging tot van bijbelse „kenwoorden" e.d. met wijsgerige en wetenschappelijke (althans niet-theologische) probleemstellingen — de oude theologisch-scholastische denkwijze in nieuwe gedaante ^ maar een transcendentaal-kritisch- gefundeerde, feilbare poging van wijsbegeerte en wetenschap haar richtinggevende ideeën te betrekken op het onfeilbare, bijbelse grondmotief, waarvoor de denker zijn hart openstelt.

Oecumenisch bijbels grondmotief In zijn afscheidscollege van, 1965 wijst DOOYEWEERD er op, na een terugblik op de intenties van zijn wijsgerige arbeid, dat het bijbels grondmotief een waarlijk oecumenisch karakter draagt en niet van wijsgerige of theologische aard is. Het is de sleutel van de ware Gods- en zelfkennis, een kennis die niet het werk is van mensen, „maar van de Heilige Geest, die de harten ontsluit door de kracht van Gods Woord, waardoor alle dingen geschapen zijn en dat in Christus als onze nieuwe levenswortel vlees is geworden" (Phil.Ref. 1966,blz. 14). Door haar oriëntatie op dit waarlijk oecumenisch-christelijk grondmotief ontvangt de trancendentaal-kritische wijze van reformatorisch-christelijk filosoferen, hoe feilbaar en gebrekkig haar onderzoek van de tijdelijke werkelijkheid ook moge zijn, haar oecumenisch-christelijke trek. Slechts haar methodische richting ontleent zij via haar centrale regulatieve ideeën aan het bijbelse grondmotief, nimmer de resultaten van haar wetenschappelijk onderzoek. Dit laatste richt zij op de gehele tijdelijke ervaringswereld, niets uitgezonderd. DOOYEWEERD heeft zijn transcendentaal-kritische methode uitgewerkt op allerlei wetenschapsgebieden, zoals mathesis, fysica, biologie, historiewetenschap, rechtswetenschap, sociologie, kentheorie. Daarvan legt de indrukwekkende lijst van zijn publicaties getuigenis af. Daarop kan ik in het kadervan dit artikel niet verder ingaan. Om de grote betekenis daarvan te doorzien, dient men zijn werken te bestuderen. Dan kan men ook aan de hand van de wetenschappelijke resultaten beoordelen of en in hoeverre de transcendentaal-kritische methode werkelijk tot vernieuwing van wijsbegeerte en wetenschap heeft geleid. Mijn ervaring op het gebied van de rechtsfilosofie en rechtswetenschap is. dat de methode daar tot verrassende resultaten heeft gevoerd. Ik noem slechts DOOYE-

WEERD's studies over het juridische causaliteitsprobleem, die grote bekendheid hebben verworven onder de Nederlandse civilisten (vgl. zijn De modale structuur van het juridische oorzakelijkheidsverhand (1950), waarin hij voortbouwt op zijn vroege studie Het juridische causaliteitsprohleeni in hél licht der wetsidee, A.R.S. 1927, blz. 21 e.v.). Ook zijn staatsfilosofie is van grote betekenis en wacht in feite nog op ontdekking door de Nederlandse staatsrechtswetenschap (vgl. zijn De crisis in de Humanistische Staatsleer(\93l)enA New Critique. Ill, blz. 379 e.v.). Wat voor de rechtswetenschap geldt, geldt m.i. ook voor de andere wetenschappen. Daar wacht de transcendentaalkritische methode nog veelszins op wetenschappelijke uitwerking.

Dooyeweerd's werk en de VU DOOYEWEERD is ons ontvallen. Maar zijn wijsgerige arbeid leeft onder ons voort. De dieptste intentie van zijn werk was om Christus te volgen ook op het terrein van wijsbegeerte en wetenschap. Het ging hem om een wetenschappelijk ,,Reveil". Nu de Vrije Universiteit zich in onze dagen in een onmiskenbare geestelijke crisis bevindt en worstelt om haar identiteit van reformatorisch-christelijke universiteit, kan DOOYEWEERD's werk dienen als bron van nieuwe inspiratie voor de verwerkelijking van het ideaal der reformatorisch-christelijke wijsbegeerte en wetenschap. Want alleen in dat ideaal vindt zij als universiteit haar bestaansrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 101

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's