GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 456

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 456

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

yn magadne 14 gaande beschouwing inhoudt, dan treedt in het grote verschil van benadering en presentatie ook het grote verschil in persoonlijkheid van deze twee grote figuren in de geschiedenis der Vrije Universiteit naar voren. Let men echter op de essentie van de standpunten, die beide auteurs ten aanzien van het vraagstuk der evolutie innemen, dan kan samenvattend gezegd worden: - dat zij beide de materialistische conceptie van een zichzelf, uit eigen krachten en/of door toeval ontwikkelende kosmos onverenigbaar achten met het christelijk geloof in God, Almachtig, Schepper van Hemel en Aarde, - dat zij de idee van een .,ontwikkeling op de grondslag van de creatie" (Bavinck), of van een ,,evolutionistische Schepping Gods" (Kuyper) niet afwijzen, - dat zij beide van oordeel zijn dat de christelijke geloofsovertuiging aan het empirisch onderzoek, uitgaande van deze idee van ontwikkeling, niet in de weg kan of mag staan.

Geesink Toen Kuyper in 1901 de Vrije Universiteit ging verlaten wegens zijn benoeming tot minister van binnenlandse zaken, droeg hij aan Prof. Geesink, hoogleraar in de ethiek op om de taak van het wekelijks schrijven van een hoofdartikel voor de Heraut van hem over te nemen. Daarbij gaf hij niet alleen het onderwerp daarvoor aan, maar ook de wijze waarop de serie artikelen zou moeten worden opgezet en ingedeeld. Het ondei'werp zou moeten zijn ,,De Ordinanti'èn des Heeren". Na een in-

leiding over de grondslagen en beginselen zou achtereenvolgens gehandeld moeten worden over de ordinantiën voor de stoffelijke natuur, voor de geestelijke natuur en voor de zedelijke wereld. Tenslotte zouden alle artikelen in boekvorm gebundeld moeten worden uitgegeven. Deze opdracht getrouw uitvoerend, schreef Geesink in ongeveer vier jaar ruim 200 hoofdartikelen, die in 1907 onder de titel .,Vaii 's Heeren Ordinantiën" in een driedelig werk van in totaal ruim 1800 bladzijden werden uitgegeven. De 38 artikelen, die handelen over de stoffelijke natuur hebben voor een groot deel het karakter van een populair wetenschappelijke weergave van de toenmalige kennis en inzichten op het gebied van de natuurkunde, de biologie, de geologie en de astronomie. Wel wordt daarbij van de aanvang af gesteld en bij de voortduur opnieuw gezegd, dat alle ,,orde, regelmaat, schikking, samenhang, wetmatigheid", die door het onderzoek aan het licht wordt gebracht, gegrond is in Gods ordinantiën en dat zij daaraan ook hun vastheid ontlenen. Duidelijk wordt er daarbij op gewezen dat het begrip ,,ordinantiën", dat in verband met de stoffelijke natuur vooral wordt ontleend aan Psalm 119: 89-91, moet worden verstaan als omvattende velerlei begrippen waarmede in de Schrift de verhouding tussen God en Zijn schepping wordt aangeduid, als: Woord. Wil, Wet, Besluit, Gebod, Wijsheid, Trouw. In de artikelen, die over de wording van de stoffelijke wereld handelen, komt. zoals te verwachten valt, de toenmalige gereformeerde schriftbeschouwing tot uiting. De daarbij optredende moeilijkheden, bijvoorbeeld bij de exegese van Genesis I, worden voor de lezer niet verborgen. Het niet steeds vinden van een bevredigende oplossing is dan echter geen reden tot vreesachtigheid. Vast staat immers dat van een werkelijke tegenspraak tussen Gods openbaring in de Schriftuur en in de Natuur geen sprake kan zijn. Op oorspronkelijkheid kan en wil dit omvangrijke werk geen aanspraak maken. Als voorbeeld van de opvoedkundige voorlichting, die de Vrije Universiteit ook op het gebied der natuurwetenschap aan het ,.gereformeerde volk" heeft willen geven, verdient het echter met grote waardering te worden vernield.

Woltjer Dr. G. H. J. W. J. Geesink

De noodzaak op den duur. zij het ook op den langen duur. ook een Wis- en

Prof. Dr. J. Woltjer

Natuurkundefaculteit te bezitten heeft de Vrije Universiteit van den aanvang af voor ogen gestaan. Bij meer dan één gelegenheid werd daaraan dan ook, zowel binnen de Universiteit als op de jaarvergaderingen van de Vereniging voor Hoger Onderwijs op gereformeerde grondslag herinnerd. Het meest uitvoerig en in.de meest concrete vorm geschiedde dit op de Jaarvergadering in 1911, waar Prof. J. Woltjer op verzoek van Directeuren een voordracht hield over de ,,Natuurkundige Faculteit aan de Vrije Universiteit". Dat Directeuren zich hiervoor juist tot deze hoogleraar in de klassieke talen gewend hadden, wordt begrijpelijk als men weet, dat Woltjer aan de Rijksuniversiteit te Groningen was gepromoveerd op een proefschrift over het leerdicht van Lucretius ,,De Rerum Natura" en dat hij sindsdien een grote belangstelling voor de natuurwetenschappen en haar wijsgerige grondslagen had behouden. Dit was o.a. reeds duidelijk gebleken uit zijn verhandelingen over het gymnasiaal onderwijs in de natuurwetenschappen, met name in de natuurlijke historie, de physica en de chemie, welke waren gepubliceerd in de jaarverslagen 1897 en 1899 van de Vereniging voor Voorbereidend Hoger Onderwijs. Deze vereniging stond tot het Gereformeerd Gymnasium te Amsterdam in overeenkomstige verhouding als de Vereniging voor Hoger Onderwijs op gereformeerde grondslag tot de Vrije Universiteit. In zijn bovengenoemde rede over de Natuurkundige Faculteit aan de Vrije Universiteit herinnert Woltjer er eerst aan dat de Vrije Universiteit krachtens de Hoger Onderwijswet van 1905 op straffe van verlies van de effectus civilis verplicht is vóór 1930 ten minste één

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 456

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's