GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 421

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 421

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

m magazine 23

]^ magazine 22 sië (Soekarno) over Nieuw Guinea dwingen hem zich andermaal op het A.R. bolwerk te storten waarbinnen zich dan steeds meer gereformeerden onvrij gaan voelen. Het gaat hem er niet primair o m bressen te schieten in dit bastion, al zal dit wel een zeer belangrijk neven-effect zijn van wat hij onderneemt. Het gaat hem primair o m de zending. Als het zo doorgaat zullen alle Nederlanders, ook de zendingsmensen Indonesië uitgegooid worden. En dat allemaal omdat de traumatische ervaring van de afgedwongen souvereiniteitsoverdracht niet is verwerkt. In een poging o m zichzelf en de wereld te bewijzen dat men het toch goed bedoelde, w o r d t Nieuw Guinea krampachtig vastgehouden o m de Papoea's onder Nederlandse leiding tot staatkundige onafhankelijkheid te brengen. Reeds is hen een eigen vlag verstrekt en w o r d t de basis gelegd voor een Papoea-leger. Naarmate men Indonesië minder rijp achtte o m op eigen benen te staan, w o r d t merkwaardigerwijs het zelfbeschikkingsrecht van de Papoea's vuriger verdedigd. Indonesië ziet er alleen maar een laatste krampachtige poging van Nederland in tot een verdeelen-heers-politiek. De temperatuur stijgt. Met schrik en beven ziet Verkuyl in Djakarta toe hoe de zaken zich ontwikkelen. Op 30 november 1957 schrijft hij een brief aan ds. B. Richters, prof. dr. L. Onvlee, prof. H. Bergema en dr. J. C. Gilhuis van het zendingscentrum in Baarn. „Beste Barend, Lou, Henny en Jan...., „Zoals jullie weet is het vuur rondom de West Irian kwestie hier dit jaar heter gestookt dan ooit tevoren. Nu de resolutie van Indonesië niet aanvaard is, is te verwachten, dat een toestand ontstaat, die lijkt op een onverklaarde oorlogstoestand. " Zover was het toen nog lang niet. De V.S., Australië en ook Engeland waren toen nog in sterke mate geneigd de Nederlandse houding te steunen. Pas toen in januari 1961 Kennedy aan het bewind k w a m , ging er een andere w i n d waaien. Eind 1957 legde Verkuyl echter al de volgende vraag aan „ B a a r n " voor: „Is het niet mogelijk om invloedrijke personen, die de ernst van de situatie verstaan bijeen te brengen in Nederland en hen te bewegen een gesprek te hebben met de voor Nieuw Guinea politiek verantwoordelijke Ministers om gedaan te krijgen dat Nederland de deur voor overleg weer open zet. Juist nu de V.N. Nederland niet dwong tot het voortzetten van onderhandelingen, juist nu zou een vrijwillig aanbod daartoe grote inspanning kunnen brengen. Als het waar is, dat wij als christenen geroepen zijn tot een „Ministry of reconciliation" dan is het tevens waar, dat wij niet mogen stilzitten." VU-politicoloog prof. J.J. De Jong en prof. mr. W.F. de Gaay Fortman, beiden uit de A.R. partij praten 16december 'S'èbl:„Uiterstvertrouwelijk" over Verkuyis brief op het zendingscentrum. Daar zijn ook bij dr. F.L Bakker, ds. P.G. Blije, ds. W. Fijn van Draat en p^rof. Herman Ridderbos. Voor overdracht van Nieuw Guinea voelen beide A.R. figuren niet. De Gaay Fortman spoort de zendings-

mensen echter aan er niet meé op te houden, „maar u moet de eigenlijke politieke heren hebben omdat De Gaay Fortman en De Jong dilettanten zijn." Op 27 december van dat jaar is er in het Utrechtse Dom-Hotel een gesprek met de „ p r o f s " . Berghuis is erbij, Bruins Slot, H. Algra, prof. mr. I.A. Diepenhorst en prof. mr. L.W.G. Scholten. Het w o r d t een vruchteloos onderhoud. Geen van de A.R. politici is voor onderhandelen met Indonesië over Nieuw Guinea. Wel w o r d t het contact met de zendingsmensen voortgezet. Gesprekken zijn er met ds. A. Pos, prof. Wieringa, prof. R. Van Dijk. Het A.R. volk weet echter nog van niets. De partijlijn blijft ongewijzigd gehandhaafd: wie publiek t w i j fel uit aan de juistheid van het A.R. stapdpunt in de dekolonisatie ligt eruit. Twijfels mogen slechts heimelijk w o r d e n gekoesterd.

'Niet ter dicussie* En dan komt najaar 1958 de onbevangen grensoverschrijder Verkuyl zelf naar Nederland meteen heel ander verhaal over de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd en de Nieuw Guinea problematiek dan de officieel geldende A.R.-leer. Soms is achteraf niet meer nauwkeurig aan te geven wanneer een isolementspositie instort. In dit geval is dat wel mogelijk: 27 oktober 1958. Het lukt Verkuyl niet o m in „eigen k r i n g " g e b o o r t e vinden voor het verhaal dat hij te vertellen heeft. Niemand w i l of durft hem aan het w o o r d te laten. In een ingezonden stuk in het Geref. Weekblad (opgenomen op 31 oktober) beklaagt hij zich over „leidende figuren in onze eigen kring die de deelneming aan de vorming van 't publieke oordeel langzamerhand als een monopolie beschouwen". Gelegenheid o m te spreken krijgt hij slechts in de ver buiten A.R.-milieu staande pacifistische groep „Kerk en Vrede". En dan plegen enkele VU-studenten een daad van rebellie tegen het gezag der ouderen. Verkuyl w o r d t opgebeld door een student Nederlands, die dan rector is van het studentencorps, Sam Koster, die op 12 april van dit jaar overleed. Verkuyl spreekt met diep respect over h e m : „Ik vond hem een heel levendige kerel, heel spits, een onomkoopbare persoonlijkheid". Sam Koster biedt Verkuyl aan in de sociëteit te komen spreken over de Nieuw Guinea politiek, geërgerd als hij is dat niemand Verkuyl aan het w o o r d w i l laten. Dat gebeurt op 27 oktober 1958. Verkuyl: „ f r was een enorme belangstelling voor. Tot en met". Scherp w o r d t Verkuyl dan nog aangevallen door rechten-student J.N. Scholten, die naderhand mede een rol zal spelen in de heroriëntatie van de A.R.P. Een motie w o r d t aangenomen waarin betreurd w o r d t dat prof. Verkuyl tot nu toe in eigen kring geen gelegenheid gekregen heeft zijn opvattingen naar voren te brengen. Enkele weken later zegt Sam Koster in zijn jaarverslag: „Dat de Senaat in strijd met de gewoonte nog na de groentijd een corpsvergadering op 27 oktober beiegde, waarbij prof. dr. J. Verkuyl als spreker optrad, over het onderwerp „Verzoening tussen

ding goed en die politiek vindt in de brede kringen van het A.R. volk instemming. (...) Als de Nederlandse regering die politiek, die zij goed vindt en die wij goedvinden, zal kunnen volhouden dan is het noodzakelijk dat men in Nederland zelf die politiek niet probeert ter discussie te stellen. Want dan zakt de regering in dezen de grond onder de voeten weg." „Niet ter discussie" staat boven dit commentaar, dat een duidelijke waarschuwing inhoudt o m Verkuyl niet aan het w o o r d te laten. Uiteraard heet de brochure die Verkuyl samen met anderen dan schrijft „yerdegre ter discussie". En uit het V U corps v o r m t zich onder leiding van Sam Koster een studiegroep die de hele Nieuw Guinea-geschiedenis en dat betekent in feite de hele A.R. houding in de dekolonisatie-periode nog eens grondig gaat onderzoeken. Opmerkelijk is dat het geen van allen in het bijzonder in politiek geïnteresseerde studenten zijn die denken aan een politieke loopbaan - en dat betekende in de toenmalige verhoudingen: een loopbaan in de A.R. partij. Geen van de leden van de studiegroep vindt men dan later ook terug in de Nederland en Indonesië" was gebaseerd op zijn mening, dat de opvattingen door prof. Verkuyl vaderlandse partij-politiek; wel in de derde w e reldbeweging, (ontwikkelingshulp). Dat maakt gehuldigd, zeer subjectief gekleurd werden hen wellicht onbevangener; tegelijk is het een weergegeven en prof. Verkuyl een hem toekos y m p t o o m dat ook aan de VU studenten zich polimend podium tot die tijd was onthouden. In een tiek gaan oriënteren buiten de door de oudere zeer indringend, emotioneel-geladen betoog zetgeneratie gecontroleerde verbanden. In de jaren te prof. Verkuyl zijn visie over deze zaak uiteen, • zestig zal dit verschijnsel op grote schaal doorbrehierbij zeer verrassende elementen naar voren ken. brengend. Als afsluiting van de zeer uitvoerige en op peil staande discussie, werd door de corpsIn 1958 laat de „Senaat-Koster" zich nog traditievergadering een motie aangenomen, waarin met getrouw in rok fotograferen voor het Corpsvaanklem de aandacht van de Nederlandse pers en de del; maar wel w o r d t in diezelfde tijd naar aanleipolitieke partijen gevraagd werd voor de opvatding van een brochure „G/y Geheel Anders" het tingen door prof. Verkuyl en anderen gehuldigd." corpsleven al kritisch onder de loupe genomen. De pacifist Fedde Schurer acht in De Friese Koe- „Het is onmiskenbaar dat de politieke belangstelrier van 5 november '58 de motie „ e e n merkwaar- ling in het corps stijgt, maar ook dat dit gepaard dig s y m p t o o m " . gaat met veel kritiek, terecht of niet-terecht, op de bestaande of vermeende constellatie, in het bij„ Openlijk toch komt hier een georganiseerde jonzonder wat de A.R.P. aangaat, vandaar dat voorge intelligentia aan een Gereformeerde universiaanstaande leden van deze partij waren uitgenoteit, die men dacht een bolwerk te zijn voorde A.R. digd" zegt een jaar later (1959) J.N. Scholten, die partij, in verzet niet alleen tegen de regeringspolidan een jaar rector is geweest. Getracht w o r d t tieken tegen de opvattingen van een socialistisch onmiskenbaar de geslagen bres in de A.R. geledeminister-president, maar ook tegen de uitgesproren weer te dichten. Wel is prijsgegeven de geken opvatting van de Anti-revalutionaire partij. dachte dat dit zal lukken met de „Niet-ter-discusOp zichzelf lijkt de motie een slag in de lucht; sie"-methode. Andermaal spreekt Verkuyl voor niemand immers heeft prof Verkuyl het spreken het VU-corps, nu in debat met Jan Schouten en verboden, evenmin als men iemand kan verplichten hem uit te nodigen en het met hem eens te zijn. Maar wel is ze mede een teken aan de wand en een waarschuwing dat men niet al te veel moet vertrouwen op het spreekwoord, dat wie jeugd heeft, ook de toekomst heeft." Vergeefs klopt Verkuyl aan bij A.R. fractievoorzitter en Trouw-hoofdredacteur Bruins Slot o m zijn standpunt in het blad te m o g e n uiteenzetten. Hoe scherp de zaken zijn komen te liggen, blijkt uit een hoofdartikel op 4 november '58 dat beoogt uiteen te zetten w a a r o m geen open discussie toegestaan wordt. „De Nederlandse regering heeft een bepaalde politiek inzake Nieuw Guinea. Die politiek vinden Het t w e e d e optreden van Verkuyl voor het VU-corps, nu in wij goed. Die politiek vindt de A.R. politieke leidebat m e t Jan Schouten en Van Baal, tijdens de SenaatScholten-1959.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 421

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's