GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 316

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 316

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

MU magame 6 de Verenigde Naties een concreet beleid van krottenwijkverbetering had geformuleerd en voor de uitvoering van dat beleid een aparte gemeentelijke dienst had opgezet, zond de V.U. in 1977 op verzoek van de Pakistaanse regering een team van vier medewerkers van de vakgroep naar Karachi om de gemeente bij de uitvoering van het beleid te helpen. Samen met zo'n 25 Pakistaanse collega's moest dit team een begin maken met de uitvoering van een grootscheeps krottenwijkverbeteringsprogramma.

Nieuw krottenwijkverbeteringsbeleid Het nieuwe gemeentelijke beleid voor de illegale wijken was eigenlijk betrekkelijk simpel. Uit het eerder onderzoek was gebleken dat als mensen de zekerheid hebben dat zij in hun huis mogen blijven wonen, zij desnoods best zelf voor de verbetering van hun huis kunnen zorgen. De gemeente kan hun die woonzekerheid geven door het stukje grond waarop zij illegaal wonen in erfpacht te geven. Omdat de grond in Karachi bijna geheel in overheidshanden is, is dit juridisch uitvoerbaar zonder grote onteigeningsproblemen. Daarnaast zou de gemeente dan de stedelijke voorzieningen moeten verbeteren: wegen verharden of asfalteren, de watervoorziening verbeteren, (meer) scholen en klinieken bouwen, enz. De gemeente heeft echter al zoveel taken uit te voeren en heeft, zoals in de meeste grote en snel-groeiende steden in de derde wereld zo weinig geld dat zij de aanleg van al deze voorzieningen onmogelijk (helemaal) zelf kan bekostigen. Daarom moeten de bewoners om hun stukje grond in erfpacht te krijgen, aan de gemeente eerst een bedrag ineens betalen (en daarna slechts een minimale jaarlijkse pacht). Met het geld dat de families uit een bepaalde wijk zo aan de gemeente betalen, kan deze dan de aanleg van de voorzieningen bekostigen. De verbetering van de levensomstandigheden in de wijk wordt zo dus door de bewoners zelf betaald. Op basis van dit beleid is het V.U.team in 1977 samen met haar Pakistaanse collega's begonnen verbeteringsplannen te ontwerpen voor de wijk Baldia. Bij het opstellen van de plannen moest een aantal zaken goed in het oog worden gehouden. • omdat de meeste mensen in de illegale wijken te arm zijn om veel geld ineens te kunnen betalen, moet het be-

drag dat de gemeente voor de erfpacht vraagt niet te hoog zijn; • omdat de bedragen, die aan de gemeente betaald worden gering zijn, kan de gemeente met dat geld slechts eenvoudige en goedkope voorzieningen aanleggen: straatkranen in plaats van huisaansluitingen, asfalt alleen in de hoofdstraten, open afwateringskanalen, enz.; • omdat de wijken spontaan en zonder planning zijn gebouwd, zijn de wegen vaak erg smal en staati de huizen soms schots en scheef in de straat. Voor de aanleg van de voorzieningen moeten soms wegen worden verbreed en rechtgetrokken, maar uitgangspunt is dat zo min mogelijk huizen of delen van huizen worden afgebroken.

Ongewone riolering Een goed voorbeeld is de manier waarop het probleem van de riolering opgelost zou kunnen worden. Illegale wijken hebben geen riolering zoals wij die kennen. Sommige huizen hebben helemaal geen WC; in andere huizen staat onder de WC een accubak (de ,,poepdoos"), die iedere dag door een man in dienst van de gemeente geleegd moet worden, een heel onhygiënische toestand, omdat de bak open is en vaak overvol. In een aantal huizen hebben de bewoners onder hun toilet een beerput gegraven, die langzaam opvult. Al snel bleek dat de beste oplossing, namelijk een ondergronds rioleringssysteem met buizen, volstrekt onhaalbaar was, omdat de kosten ervan erg hoog zijn en de buizen door het gebrek aan (spoel-)water snel verstopt zouden raken. Een bovengronds open rioleringssysteem zou door het tekort aan water evenmin werken en zou bovendien een groot gevaar voor de gezondheid van de bewoners opleveren. Uiteindelijk werd een verbeterde versie van het in de wijk in gebruik zijnde beerput-systeem ontworpen, dat, indien op de juiste wijze aangelegd, hygiënisch verantwoord zou zijn, weinig water zou verbruiken, relatief goedkoop zou zijn en bij gebruik door een familie van 9 personen pas na zo'n 20 jaar geleegd zou hoeven te worden. Naast het ontwerpen van een rioleringssysteem, werden in de fase van het plannen maken alle bebouwde stukjes grond in kaart gebracht, het te verharden wegennet vastgelegd, de plaatsen voor waterkranen, scholen, klinieken en speelplaatsen aangewezen, enz. Dat alles gebeurde zo veel mogelijk in samenspraak met de be-

woners, omdat zij uiteindelijk al deze voorzieningen zouden moeten betalen en hun medewerking nodig was als toch hier of daar een deel van een huis zou moeten worden afgebroken. De verwachtingen van de bevolking waren dan ook hoog gespannen. Uiteindelijk kwam dan het moment waarop met de uitvoering van de plannen begonnen kon worden, en toen bleek plotseling dat een aantal grote problemen nog opgelost moest worden.

Problemen met grondoverdracht en erfpacht Tot voor enkele jaren had de gemeente de bewoners van de illegale wijken op twee manieren benaderd: ofwel met de mededeling dat de huizen afgebroken zouden worden, ofwel met de verzekering dat de levensomstandigheden in de wijk verbeterd zouden worden. In de meeste gevallen was er daarna niets gebeurd. Nu kwam de gemeente ineens met het voorstel de grond aan de bewoners in erfpacht te geven zodat met de opbrengst daarvan de wijk verbeterd zou kunnen worden. De reactie van de bewoners was positief: zij wilden best betalen, maar zij wilden (heel begrijpelijk) dan wel eerst zien dat de gemeente de voorzieningen ook echt zou aanleggen. De gemeenteambtenaren verwachtten niet dat de bewoners achteraf nog iets zouden betalen en zij wilden dus betaling vooraf, opdat de gemeente niet met een grote financiële strop zou blijven zitten. Om hieruit te komen werd het volgende compromis bedacht: de gemeente Karachi zou elders geld lenen, zodat met de aanleg van de voorzieningen in de wijk begonnen kon worden. Als het verbeteringswerk eenmaal opgang zou zijn, zouden de bewoners gaan betalen en erfpacht-bewijzen ontvangen, zodat het geleende geld geleidelijkaan weer ter beschikking zou komen. Dat geld zou dan op dezelfde wijze voor een andere illegale wijk gebruikt kunnen worden. Nederland verklaarde zich bereid een bedrag van 10 miljoen gulden voor dit doel ter beschikking te stellen, mits Pakistan erom zou vragen. Dat bleek echter moeilijker te zijn en meer tijd te vergen dan verwacht, omdat allerlei mensen en instanties opeens met bezwaren tegen de plannen op de proppen kwamen. Één van de bezwaren van de provinciale overheid was dat 10 miljoen gulden voor een krottenwijk toch wel erg veel geld was en dat de verbetering

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 316

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's