VU Magazine 1979 - pagina 295

yn magazine 29

Problemen in de onderneming?

Advies prof. Twijnstra: stel stuurgroepen in Organisaties halen veelal lang niet uit hun mensen wat er in zit. Aldus kan de rede samengevat worden waarmee prof. ir. A. Twijnstra op 5 april het hoogleraarsambt in de bedrijfshuishoudkunde aanvaardde aan de Economische Faculteit van de VU. In zijn verhaal schetste hij een opzet hoe ondernemingen, overheidsdiensten, stichtingen, instellingen, verenigingen enzovoorts de ,,nog niet gebruikte krachten" kunnen benutten, b.v. door het instellen van ,,stuurgroepen". Daarin zouden optimaal de bekwaamheden op diverse niveaus ten dienste van de organisatie kunnen worden aangewend. ,,Denken van beneden naar boven", noemde prof. Twijnstra zijn benaderingswijze. Studeerkamerwij sheid ? Prof. Twijnstra verzuimde niet er op te wijzen dat hij uit de praktijk afkomstig is en daarom uiteraard vooral vanuit die ervaringen het vak gaat benaderen. Het leek hem geen bezwaar. ,.Een ons praktijk is meer waard dan tonnen theorie", citeerde hij een Oosters wijsgeer. Prof. Twijnstra promoveerde in 1962 op het onderwerp ,,De kostprijsberekening in het aannemersbedrijf'. Van 1951-1955 was hij directeur van de aannemingsmaatschappij v/h Thomasson ('n Duradochter), van 1954-1964 was hij verbonden aan het Raadgevend Bureau Berenschot en daarna aan het mede door hem opgerichte Raadgevend Bureau Twijnstra en Gudde. De onderwerpkeuze van zijn inaugurale rede had te maken met het waarneembare verschijnsel dat als een onderneming het niet meer haalt of in ernstige moeilijkheden raakt of wanneer een organisatie niet goed meer functioneert, de schuld veelal buiten de deur wordt gezocht. Prof. Twijnstra: ,,allerlei argumenten en verklaringen worden geëtaleerd, die praktisch allemaal te maken hebben met externe factoren: de technische ontwikkeling, de verzadiging van de vraag, de concurrentie uit ,,lage lonen landen", valutaproblemen, overcapaciteit, de sterk gestegen arbeidskosten, de politieke verhoudingen, de vakbonden die tegenwoordig

al gauw een dreigende houding aannemen, en ook de veranderde mentaliteit ten aanzien van werken en prestaties in het algemeen. Er zouden nog veel meer ,,verklaringen" zijn aan te duiden voor het feit dat veel organisaties niet optimaal functioneren." Aan deze klaagzang uit de bundel ,, Weet je nog wel oudje" wenste prof. Twijnstra kennelijk geen nieuw couplet toe te voegen. ,, 14^0/ ik u vanmiddag wil vertellen is dat er in een tijd waarin wij leven, nog vele krachten en mogelijkheden binnen organisaties liggen die tot nu toe niet voldoende, althans niet systema-

Prof. ir. A. Twijnstra

tisch, werden gebruikt in het belang van de doelstellingen van die organisaties en de maatschappij waartoe zij behoren en waarvan zij deel uit maken, '' zo begon hij z'n inaugurale rede. Dat laatste moet erbij. Met instemming haalde prof. Twijnstra Kuin aan, die in zijn boek ,,Management is méér . . " stelde dat ook goed geleide ondernemingen ,,maatschappelijk aanvaardbaar" moeten zijn. Los van de kwaliteit van het management staat - terecht - de doelstelling van een organisatie maatschappelijk ter discussie. ,,Vaak ziet die organisatie haar omge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen