GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1980 - pagina 126

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1980 - pagina 126

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

WJ magazine 36 schone en het vrome. We raken hier de essentie van de kunstopvattingen van Kuyper (en veel van zijn leerlingen, tot in 1980). Zij wijzen de kunst in beginsel misschien niet af maar het merendeel van haar produkten achten zij verwerpelijk. De kunst moet volgens Kuyper gezuiverd worden , , . . .doch die zuivering komt der kunst niet toe dan door verheffing van den mensch buiten het kunstgebied, in zijn religieus en ethisch leven." Hoe de kunstenaar het beste, het meest volledig aan zijn hoge roeping kon beantwoorden zegt Kuyper in zijn uit 1910 - 1911 daterende Tafreelen uit de Heilige Schrift. Het boek bevat een groot aantal illustraties van bijbelse verhalen. Weliswaar beweert Kuyper elders dat kunst niet per sé schriftuurlijk hoeft te zijn, maar uit dit werk blijkt duidelijk dat hij direkt op de bijbel geïnspireerde kunst toch het fijnste, het beste en praktisch het enig toelaatbare acht. ,,Het Heilige kan desnoods de Kunst ontberen, de Kunst het Heilige niet.'' Nergens graaft de kunst zo diep als wanneer zij de werken van God en van Gods heiligen laat zien. ,,Dankbaarder taak dan om zich aan het Heilige te wijden, laat zich . . . voor den ,,kunstenaar bij de gratie Gods" niet denken . . . het volle klavier der Kunst kan hij in 't Heilige openzetten. " Als voorbeeld hiervan noemt Kuyper Michelangelo, Correggio, Rubens en Rembrandt. Het rijkste werk hebben deze kunstenaars geschapen wanneer zij zich op de Schrift toelegden.

ming met wat hij elders hierover heeft zeer afwijkend van die van de Nedergeschreven en wat we van de kam- lands Hervormde Kerk. Wel werd een pioen van het neo-Calvinisme zouden en ander in dit geval wat strenger toehebben verwacht. Hij moet zich heb- gepast. De middelen waren in eerste ben gerealiseerd dat deze gedachten- instantie uiterst beperkt en de kerkgegang de systematiek van zijn denken bouwen vervulden geen nationale of doorbrak; trok hij niet herhaaldelijk stedelijke nevenfunktie, zoals dat wel van leer tegen wat hij aanduidde als de voorkwam bij de hervormde kerken. verzinnelijking van het geestelijke? Als ,,vergaderplaats" heeft een gereElders in de Tafreelen spitst hij dan formeerd kerkgebouw geen tabernaook de funktie van bijbelillustraties kel en geen altaar, dit in tegenstelling toe op haar edukatieve waarde. In dit tot de roomse kerk. Uitgaande van de verband noemt hij de zending, de zon- overtuiging dat Christus' offer door dagsschool en de katechisatie. ,,Van zijn sterven volledig is, acht de calviwaarlijk artistieke Bijbelplaten leert ninst het brengen van een offerande en de Bijbelsche historie zo licht." Waar- daarom ook het plaatsen van een alschijnlijk moeten wij de uitspraak taar onnodig. hierboven over het uitstallen van de ,,Ons heiligdom is . . . niet meer op schat in dit licht zien. aarde, maar in den hemel. Onze Het publiek dat Kuyper voor ogen priester niet meer een zondig mensch, heeft gehad met de uitgave van de Taf- maar de Christus in de hemelen. En reelen - naast een uit 1895 daterende onze offerande is niet meer iets, dat Statenvertaling van de Bijbel met pla- wij Gode opdragen, maar datgene wat ten, zijn enige uitgave met artistieke ons Van Godswege wordt aangeboden pretenties op het gebied van de beel- in het Lam, dat geslacht is, dat voor dende kunst - kan overigens moeilijk ons stierf en overwon. Natuurlijk onthet gewone publiek zijn geweest. De kent de Roomsche kerk dit alles op kosten van dit prachtwerk bedroegen zich zelf niet. Integendeel ze beaamt 48 gulden, een astronomisch hoog be- dit. Maar nochthans heeft ze gedrag ook voor de meer gegoede klas- meend, de realiseering van de rijke en sen. Ondanks een oproep in De Stan- volle genade die hier in ligt, te moeten daard de uitgave met een aantal fami- binden aan een menschelijke daad, die lies tezamen of in verenigingsverband op aarde geschieden zou, en waarbij aan te schaffen, krijgt men sterk de ze gestreefd heeft naar de verbinding indruk dat de Tafreelen bepaald geen van deze beide ideeën, om eenerzijds goed onthaal hebben gevonden onder alle heil uit de eeuwige offerande van het gereformeerd volksdeel. Christus af te leiden, en toch anderzijds de priesterlijke bediening van een offerande op het altaar hier beneden in stand te houden." De kunst en het kerkgebouw Vervullen het altaar en het tabernakel, Wanneer Kuyper het op konkrete wij- ook optisch gesproken, in de roomse ze heeft over de eredienst en het kerk- kerk de centrale rol, in een gereforgebouw dan vertolkt hij, op een enkel meerd kerkgebouw behoort het accent detail na, de algemeen geldende ge- te liggen op de preekstoel met het Slecht verkocht dachten daarover onder gereformeer- daarvóórgelegen voorlezersgestoelte. Kuyper stelt - heel verrassend voor den. Een kerkdienst is een ,,vergade- Een opwekking van de gelovigen tot een gereformeerde theoloog - in het ring" van gelovigen, bijeen om God te , , . . .een alles verwinnende, alles bevoorwoord van de Tafreelen dat het eren. zielende, alles beheersende vroomHeilig Boek de kunst zelfs nodig heeft ,,Hiermede hangt het dan ook saam, heid", is de hoofdzaak van de ereom zijn schat uit te stallen . . . dat wij. Gereformeerden, zoo weinig dienst. Deze vrome zielsverheffing is, ,,Het plastisch effect der Kunst... is aan het gebouw als gebouw hechten. zoals reeds vermeld, alleen te verkrijhet effect dat zij doet zien, wat de Kan de Gemeente, kunnen de geloovi- gen dankzij een zuivere verkondiging Schrift slechts doet hooren. Ons lezen gen in een daarvoor ingericht, deftig, van het woord. Alles, maar dan ook h\\]it hooren, een ingaan van het feit in luchtig gebouw sadmkomen, des te alles, behoort hieraan strikt ondergeuw bewust zijn door het woord; en ook beter. Maar de vergadering als verga- schikt te zijn. dit in u opnemen door het woord staat dering hangt van 't gebouw niet af. Av hoog, maar is het hoogste niet. . . Ook er geen gebouw beschikbaar, dan verin het woord kan men schilderen, en de gadert de gemeente in de open Onze Eeredienst Apostel juicht er in, dat hij het Kruis lucht... Is het daarvoor te koud, dan Ook de kunst kan alleen gedoogd worvan Christus als voor de oogen der huurt men een zaal. En kan men geen den binnen het kerkgebouw indien Galatiers geschilderd heeft. Maar zaal krijgen, dan komt men bijeen in haar een volstrekt dienende funktie toch staat het zien hooger." een stal, of fabrieksgebouw, of mane- ten opzichte van het geestelijke gebeuEen drang om het heilige te zien noemt ge. Waarvoor die zaal of die localiteit ren wordt toebedeeld. Dit houdt echhij zelfs een zeer natuurlijke zaak. anders gebruikt wordt, doet er niet ter voor Kuyper niet in dat zij geheel Deze incidentele uitspraak van Kuy- toe." geweerd moet worden. Een gebouw per is duidelijk niet in overeenstem- Deze gedachte was in principe niet dat slechts bestaat uit vier witgekalkte

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's

VU Magazine 1980 - pagina 126

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's