GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 169

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 169

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

geen definitief antwoord wat de autoriteiten zo in paniek heeft gebracht om in een ware heksenjacht mannen, die van 'het vuyie werk', zoals homoseksuele handelingen werden genoemd, werden verdacht, te vervolgen. Terwijl er al mensen gearresteerd waren, en zelfs al terechtgesteld, moest er nog een andere rechtsgrond gevonden worden, met name ten aanzien van de personen die zich door vlucht of afwezigheid verdacht hadden gemaakt. Weliswaar was sodomie daarvoor reeds gestraft, maar op kleine schaal, en bovendien vonden het proces en de doodstraf in het geheim plaats. Tijdens de 'pogrom' van 1730 werd door de Staten (de wetgever) bepaald dat voltrekking van het vonnis openbaar moest zijn. Ook de afwezigen konden gedaagd worden en moesten zich binnen een gestelde termijn melden. Sommige vervolgers gingen zeer ver, zoals de Groningse grietman De Mepsche en daardoor keerde het tij. Een van de gevolgen was dat de confiscatie als straf werd afgeschaft; strafvervolging uit winstbejag was daardoor beperkt. Aan de regelingen en praktijk van het Ancien Regime, zoals we zagen gekenmerkt door verbrokkeldheid aangaande de strafrechtspraktijk, komt dan toch nog plotseling een einde. De komst van de Fransen betekende op een groot aantal terreinen drastische wijzigingen. Op drie probleemvelden zou ik dit verband willen wijzen; één was van korte adem, een tweede hield de overheid en juristen tot ver in de negentiende eeuw bezig en het derde probleem is eigenlijk nog steeds onder ons. Het kortademige probleem betreft de vraag waar de nieuwe patriottische bewindhebbers in 1795 voor geplaatst waren inzake de (her)berechting van de oranjegezinden, die in 1787 patriotten en hun huizen hadden geplunderd. In 1787 waren over en weer plunderingen gepleegd op patriotten en op oranjegezinden. De strafrechtelijke vervolging was toen uiteraard strenger geweest van patriotten, die oranjegezinden hadden lastig gevallen, dan andersom. Er gingen in 1795 stemmen op om deze oranjegezinde personen opnieuw — dat wil zeggen acht jaren na het delict — alsnog te gaan vervolgen. In vele opzichten gaat de vergelijking natuurlijk mank, maar er kan een zekere overeenkomst met de bijzondere strafrechtspleging na de Tweede Wereldoorlog in worden gezien: immers er worden strafrechtelijke feiten, al of niet om politieke redenen, begaan — in hoeverre is plundering politiek, in hoe-

VU-Magazine 10 (1981) 4 (april)

verre was er sprake van een orangistisch complot, waren er plunderlijsten? — en deze worden na een verandering van politiek bewind (nogmaals) berecht. De juridische vraag, die in 1795 gesteld werd, was, in hoeverre de amnestie ten aanzien van de plunderaars door het gerestaureerde oranjebewind na 1787 geldig was? Er is in 1795 een commissie ingesteld die de woelingen van 1787 opnieuw is gaan onderzoeken; veel macht had die onderzoekscommissie niet, de gedaagden en getuigen waren verplicht te antwoorden, maar ja en nee werd als antwoord beschouwd. Nieuwe vonnissen zijn er niet gekomen. Het enige wat er uit rolde was een lijst met namen van personen die geen officiële ambten konden vervullen op grond van hun gedrag in 1787. Probleem twee was de codificatie, ook wel genoemd de codificatieperikelen. Naar Frans voorbeeld werd hier ook de behoefte gevoeld naast de grondwet ook wetboeken voor staats-, straten procesrecht en een Burgerlijk Wetboek te doen ontwerpen. Met name de meer op centralisatie gerichte groep van unitarissen waren voor deze codificatie. In 1798 werd voor het strafrecht een codificatie-commissie ingesteld, maar het duurde tot 1804 voor er een ontwerp 'Lijfstraffelijk Recht' gereed lag. Dit werd verworpen en in 1809 kwam er een Crimineel Wetboek, dat veel minder leerstellig en beknopter was dan het ontwerp van 1804. Het Crimineel Wetboek van 1809 is slechts gebruikt tot de inlijving bij Frankrijk in 1810. Toen werd de code penal ingevoerd en met enige wijzigingen bleef dit strafrecht tot 1886 van kracht. Ook de rechterlijke organisatie bleef tot 1838 op franse leest geschoeid. In 1813 na de vestiging van het konink1871: De Parijse bevolking roept de Commune uit

rijk veranderde er niet veel. Opvallend is wel dat een van de eerste en weinige dingen die inzake het strafprocesrecht in 1813 is gewijzigd, de afschaffing van de jury was. Die was tijdens de inlijving bij Frankrijk in 1811- ingevoerd. Blijkbaar was dit in geringe mate aangeslagen. Kwam dit voort uit een vertrouwen van de justiciabelen in de rechterlijke macht? Of komt het dat deze inbreng van leken in de strafrechtspraktijk van buiten opgedrongen is en niet door 'eigen' politieke woelingen blijvend geïntroduceerd is? Veel later zouden de socialisten in de SDAP de lekenrechtspraak nog als een programmapunt opvoeren. Het argument was daarbij dat in plaats van juridische

Achter elke revolte werd een revolutie gezien haarkloverij het warm menselijk oordeel zou komen. Erg heftig is die discussie, meen ik, niet geweest. Resultaat heeft ze ook niet gehad. De directe gevolgen voor het aanhoudingsbeleid van de codificatie moeten we zoeken in het officiële afschaffen van ongelijkheid voor de wet. Het derde punt dat sinds de Franse Revolutie bij de autoriteiten versterkt naar voren komt is de openbare orde. Verstoring van de openbare orde is sinds de Franse Revolutie door de gezagsdragers niet meer als iets eenvoudigs op te vatten. De Franse Revolutie heeft als het ware een formulering aangeboden voor elke woeling om die woeling daarmee een politieke kleur te geven. Achter elke revolte

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 169

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's