GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 225

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 225

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De duikboten en de onderdrukte bevolking van Taiwan door dr. ir. G. van der Wees Over het al of niet leveren van twee duikboten aan Taiwan is in de Tweede Kamer en in de Nederlandse pers de laatste paar maanden flink gediscussieerd. In deze discussie werden de voordelen van de levering (bevordering van de werkgelegenheid en een versterking van de concurrentiepositie van de Nederlandse scheepsbouw) afgewogen tegen de te verwachten nadelen die gepaard zouden gaan met een verslechtering van de diplomatieke betrekkingen met China. Tegenstanders van de levering redeneerden o.a. dat het ongewenst zou zijn om het grote China voor het hoofd te stoten, omdat we daardoor onze kansen op deelname aan de toekomstige handel tussen China en het Westen zouden verspelen. De moeilijkheden rondom deze kwestie komen uiteraard voort uit de tegenstellingen tussen China en de regering van Taiwan. In dit artikel wordt niet zozeer ingegaan op deze tegenstellingen. Enkele aspecten worden belicht, die in de onderzeeboten-discussie buiten beschouwing zijn gebleven, en die, mijns inziens, wel degelijk aan de orde zouden moeten komen. Ik doel hierbij op het gebrek aan vrijheid en democratie in Taiwan zélf, en in het bijzonder op de vervolging van de Presbyteriaanse Kerk door de Kuomintangregering. De autoriteiten in Taipei besciiouwen zichzelf nog steeds als de regering van heel China, en noemen zich de leiders van de „Republiek China". De „nationale" regering bestaat grotendeels uit vastelanders die na de Tweede Wereldoorlog met Chiang Kai-shek naar het eiland zijn overgekomen. In het nationale parlement (Legislative Yuan) zitten voornamelijk vergrijsde vertegenwoordigers van Chinese provincies, zoals Chekiang, Tibet en Buiten-Mongolië, die in 1947 op het vasteland zijn gekozen. De regering zegt dat er geen algemene verkiezingen

Aan wie levert Nederland eigenlijk? kunnen worden gehouden totdat het vasteland ,,bevrijd" is. Wel worden er af en toe verkiezingen gehouden voor de zetels die de ,,provincie" Taiwan moeten vertegenwoordigen. Het is dus onjuist om aan te nemen dat de regering in Taipei zichzelf als de regering van een onafhankelijk Taiwan ziet. Het huidige parlement is slechts voor 17 percent door de bevolking van Taiwan gekozen, en het

vu-Magazine 10 (1981)6 (juni)

grootste deel van de hogere functies in de uitvoerende macht (Excecutive Yuan) en in het leger en de politie wordt door vastelanders bezet. De autochtone Taiwanezen, die 85 percent van de bevolking uitmaken, komen er nauwelijks aan te pas. Wel zijn door de regering Taiwanezen in enkele hoge functies benoemd, maar deze personen staan voor veel eilandbewoners gelijk met landverraders. Hoe is deze situatie ontstaan? ik wii In dit artiltel eerst in een korte hiistorische schets de vraag belichten of Talwan altijd onderdeel van China is geweest. Vervolgens vertel Ik iets over recente ontwikkelingen in Talwan, in het bijzonder over het Kaohslung incident van 10 december 1979 (waarna de meest prominente Taiwanese politieke leiders werden gearresteerd en tot lange gevangenisstraffen werden veroordeeld) en over de arrestatie van de secretaris-generaal van de Presbyteriaanse Kerk, dominee C. M. Kao, in april 1980. Ten slotte wil ik aangeven hoe Taiwanezen tegenover de onderzeeboot-leverantie staan. Zowel de regering in Peking als die in Taipei beschouwen Taiwan als een provincie van China. Een nadere bestudering leert ons echter dat gedu-

De schrijver van dit artikel over Taiwan dr. ir. G. van der Wees, studeerde tot 1970 aanvankelijk vliegtuigbouw in Delft. Daarna vertrok hij naar de Verenigde Staten vooreen studie ontwikkelingseconomie aan de Universiteit van Washington in de stad Seattle. Van 1975 tot 1977 voerde hij een onderzoek uit in Tanzania, waarop hij in het begin van dit jaar promoveerde. Door zijn activiteiten in Amnesty International raakte hij geïnteresseerd in de problematiek van de mensenrechten in Taiwan. In 1977 bezocht hij dit eiland tijdens de lokale verkiezingen en bij die gelegenheid kon hij het gebrek aan politieke vrijheid op het eiland waarnemen. Sinds de zomer van 1979 is hij redacteur van een in Seattle uitgegeven blad over de mensenrechten in Taiwan. Binnenkort verschijnt daarvan ook een Nederlandse editie. Sinds maart woont de heer Van Wees weer in Nederland. In het tijdschrift voor IMissiologie „Wereld en Zending" publiceerden in 1973 (no. 4) D. Kooiman, J. Verkuyl, L. de Jong, B. M. Velema en J. D. Gort reeds een artikel over het probleem Taiwan (Formosa).

203

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 225

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's