GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 164

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 164

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gaen d'yveraers een vier van hout en tacken stoocken, En stellen 't aen myn 'keur of in den brant te gaen. Of Godt te lasteren, en Christus af te staen." In de negentiende eeuw worden naast de santjes de echte bidprentjes gedrukt, als herinnering aan een overledene. Ze vertonen soms een afbeelding van H. Apoilonia, vaak een verkleining van een bekende gravure. Aan de andere zijde staat het curriculum van de overledene, die ook nog wel eens de voornaam Apoilonia, Pleuntje of Apollonius had. Daarbij heeft men dus de naamheilige van de overledene willen afbeelden. Uit het begin van de negentiende eeuw zijn twee volksprenten bekend met de beeltenis van de H. Apoilonia, omgeven door de geschiedenis van haar marteling. Het middengedeelte met de voorstelling van de heilige is een houtsnede die met de hand ingekleurd is. De tekst van beide voorstellingen is identiek, maar na elkaar gedrukt. Van deze beide uitgaven zijn mij vier prenten bekend, er zullen ongetwijfeld meerdere exemplaren bestaan. In Denemarken en Zweden zijn bij het restaureren van kerken enkele fresko's, met afbeelding van de H. Apoilonia, te voorschijn gekomen, uit de vijftiende eeuw. Ook in ons land is nog zo'n fresko bekend dat onder een kalklaag de reformatie overleefd heeft. In 1860 werd bij de restauratie van de N.H. kerk te Franeker (de vroegere H. Maartenskerk) een vijftiende-eeuwse pilaarschildering met de H. Apoilonia ontdekt. De heilige wordt voorgesteld met de handen samengebonden boven het hoofd, terwijl twee mannen haar met een tang de tanden uitrukken. Tussen de vervaardiging van dit fresko en het heden liggen vier eeuwen. Toch komen er ook thans in de Nederlandse kerken nog afbeeldingen van de H. Apoilonia voor en wordt zij steeds vereerd ondanks dat velen de tandheelkundige hulp thans ontvangen. Langs de Maas zijn drie kerken waar Apoilonia vereerd wordt en haar beeltenis prijkt. In de parochiekerk van Haelen staat een renaissancebeeld van Apoilonia. De kerk werd in 1944 tijdens de Tweede Wereldoorlog vernield. Men bouwde haar weer op, de kerk was hersteld op 18 augustug 1955, en aan een steunbeer links van de ingang prijkt wederom het oude beeld. Bovendien is in een nis nog een raam met modern glas in lood, eveneens met een afbeelding van Apoilonia. Op 2 september 1924 werd door Z. D. H. Monseigneur Laurentius Josephus Antonius Hubertus Schrijnen, Bisschop van Roermond, de Broederschap van de H. Apoilonia, Maagd en Martelares, Bijzondere Patroon tegen Kiespijn, kerkelijk opgericht in de parochiekerk te Haelen. De Statuten en Bepalingen zeggen dat de Bestuurder der Broederschap is de tijdelijk pastoor te Haelen. Inschrijven der leden geschiedt in een register door de bestuurder of de koster persoonlijk. Om de noodzakelijke kosten te bestrijden zullen de leden een aalmoes van één gulden en 50 cent één keer voor het hele leven geven. In de statu-

150

tent op een kapel van de H. Apoilonia in de gemeente Weert, waar twe beelden van haar staan, ieder met een tang in de rechter- en palmtak in de linkerhand. Ook de St. Jan van Den Bosch bewaart een afbeelding van de heilige. In het Stedelijk Museum te Breda is een fraai beeld van de H. Apoilonia, afkomstig uit de H. Gertrudis Kerk te Ossendrecht. Het beeld wordt gedateerd rond 1830, is 91 cm hoog, heeft een ruimte voor een relikwie (afwezig) en werd in 1932 in de bisschoppelijke verzameling opgenomen.

Zgn.„Santje" (Aartsbisschoppelijk Museum, Utrecht) ten der broederschap zijn bepalingen over de kerkelijke diensten opgenomen. Ter ere van haar feestdag, 9 februari, zal een gezongen H. Mis en een plechtige Hoogmis met preek voor alle levende leden der broederschap worden opgedragen. Bovendien wordt ter harer ere iedere maand nog een Hoogmis gezongen. Ondanks het toch zeer schappelijke bedrag van de aalmoes loopt het met dat inschrijven in de broederschap

voor ƒ 1,50 levenslang lid van de Broederschap van Apoilonia niet hard. De vader van kollega Lamers werd op 25 augustus 1962 ingeschreven onder no. 2231, kollega Smeets en ik op 30 januari 1968 als no. 7110, nog steeds in hetzelfde register! In Leunen, bij Venray, staat in de kerk eveneens een Apollonia-beeld. Bij mijn bezoek in 1968 vertelde men mij dat het oude Apolloniabeeld drie jaar geleden verkocht was voor ƒ 3.000,-. Men heeft ondanks dat toch de moeite genomen een nieuwe beeltenis van de H. Apoilonia op te stellen. Naast de kerk is de Apolloniastraat. In Wittem in Zuid-Limburg is er eveneens een, en erzullen wel meer zijn. In de fraaie Romaanse kerk van Susteren stond een beeld van de H. Apoilonia. Zij 'houdt haar attribuut, de tang, vlak liggende op de hand, om deze zo de gelovigen te tonen. Zowel in Leunen als in Susteren houdt de H. Apoilonia een palmtak in de linkerhand. Dit beeld is bij de restauratie der kerk verwijderd en wordt thans bewaard in het museum in het gemeentehuis. Kollega Huibers te Heerlen maakte mij at-

In onze moderne tijd heeft Apoilonia nog veler interesse. Mag haar hulp bij de tandlijders achteruit gegaan zijn, doordat misschien tandheelkundige hulp haar bijstand minder noodzakelijk maakte, als beschermheilige van ons beroep heeft zij een vaste plaats gekregen. Velen uwer kennen het Apollonia-raam, geschonken door het Nederlandsch Tandheelkundig Genootschap ter gelegenheid van de opening van het nieuwe instituut, huize Payenborch te Utrecht op 29 oktober 1911. Daar prijkt zij als symbool der tandheelkunde, omgeven door de groten in ons beroep. Tomes, Miller enFauchard. Als tieschermheilige voor ons beroep heeft zij een vaste plaats gekregen. Een studentenvereniging (Utrecht), tandartsenhuizen (Stockholm), tijdschriften, ja zelfs inkoopbureaus van verenigde tandartsen dragen haar naam. Haar beeltenis in glas in lood komt nog steeds voor, zoals in de kerk in Haelen en in de huizen van de tandartsen Schutte. Heeroma en Buchner. De bibliofiele kollega's sieren hun boeken met een ex-libris waarin de H. Apoilonia het motief is. Kollega's Willemse en Crielaers ontwierpen zelf een ex-libris met haar voorstelling. Ook in de moderne prentkunst krijgen wij de afbeelding van de heilige Apoilonia weer te zien. In de kollektie Kalman Klein bevindt zich een moderne linoleumsnede. Jaap Mes geboren te Haarlem in 1892, ontwierp een fraai modern uitgevoerde Apoilonia. De geschiedenis van de H. Apoilonia begon in 248 na Christus. Zij leeft nog onder ons, in het heden, gelukkig. •

Ere-doctoraat voor prof. P. J. D. Drenth Prof. dr. P. J. D. Drenth heeft op vrijdag 27 februari een eredoctoraat in de psychologische en pedagogische wetenschappen aan de rijksuniversiteit van Gent aanvaard. Dit werd hem toegekend vanwege zijn bijzondere verdiensten op het gebied van de arbeids- en organisatiepsychologie en dat van de psychodiagnostiek. Professor Drenth is sinds 1962 als lector en sinds 1967 als hoogleraar aan de Vrije Universiteitverbonden.

VU-Magazine10(1981)4(april)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 164

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's