GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1982 - pagina 465

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1982 - pagina 465

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Treffend is de beschrijving van de activiteiten van Ted Patrick, zo'n beetje de uitvinder van het deprogrammeren. „Hij wordt de „zwarte bliksem" genoemd omdat hij een neger is en onverschrokken doorgaat met de moeilijkste gevallen", schrijft Sipke, die vervolgens als een witte tornado de vloer aanveegt met de critici van het deprogrammeren. Zoals degenen die vinden dat men zich dan bedient van dezelfde methoden ais de sekten, bij voorbeeld het opwekken van oververmoeidheid en het gebruik van geweld, al dan niet verbaal, uitlopend op een ware veldslag om de menselijke geest. Zo wild gaat het zelden toe, schrijft Van der Land. Alleen als een sektelid zó ernstig bezwaren maakt tegen „het gesprek" (sic!) dat het gaat slaan, schoppen of spuwen, zal dedeprogrammeurzich „verdedigen". Want „geweld dreigt nooit van de zijde van de deprogrammeur", zegt Sipke, „daar is geen enkel voorbeeld van". Blijkbaar valt het dagenlang en tegen hun wil onder zware psychische druk zetten van de slachtoffers, waarbij de „gesprekken" in lengte variëren van vier tot veertien uur, voor Van der Land niet binnen de categorie „geweld"... ,,Toen ik voor 't eerst van deprogrammeren hoorde stond ik er niet eens zo negatief tegenover", zegt dr. Kranenborg nu. ,,Pas nadat ik het boek van l e d Patrick zelf — ,,Let our children g o " — gelezen had,

dacht ik: dat in elli geval nooit!! Merkwaardig genoeg is het boek in Nederland nauwelijks te krijgen."

Grensgevallen Een opvallende tegenstelling is er op het punt van de „onbeduidendheid"^ax\ de nieuwe religieuze bewegingen tussen Schnabei en Kranenborg. Waar de laatste spreekt over het topje van een ijsberg, in de inleiding van zijn nieuwverschenen boek, beweert de Utrechtse socioloog Schnabei dat het topje de ijsberg is. Die tegenstelling is des te opvallender, daar beiden uitgaan van hetzelfde globale aantal „echte aanhangers". Voor dr. Kranenborg de vraag hoe onbeduidend hij die bewegingen al dan niet vindt. ,,Het is in ieder geval juist dat de bewegingen kleiner zijn dan de mensen vaak denken", zegt hij. ,,Als ik op lezingen vertel dat Hare Krishna maar 40 a 50 mensen omvat, dan is men stomverbaasd. Schnabei concentreert zich op een paar groepen — een stuk of tien — maar ik denk dat er tientó/Zen Oosterse groepen zijn. Allemaal met maar een handvol aanhangers, dat wel, maar al met al zijn 't er toch heel wat. Er komen ook steeds nieuwe groepen bij. Voor een deel verdwijnen ze na verloop van tijd ook weer, maar een groep als Hare Krishna bij voorbeeld, blijft nu toch al jaren stabiel. Hetzelfde geldt voor de Divine Light Mission. De Bhagwan-beweging is toch een vrij grote groep. Ten behoeve van ons documentatiecentrum van het instituut dat steeds up to date moet blijven, vragen we voortdurend materiaal op bij nieuwe religieuze bewegingen; dan zit je al gauw op zo'n 300 adressen. Je moet in de beoordeling van de omvang ook de publiciteit betrekken. Als er boeken over Bhagwan verschijnen, dan zie je dat er een markt voor is. Ook dat moet je niet onderschatten. Daar zijn mensen bij die zo'n boek niet kopen uit wetenschappelijke interesse, niet omdat ze een trouw volgeling zijn, maar omdat ze op zoek zijn naar iets. Naar mijn mening bagatelliseert Schnabei de groep geïnteresseerden en sympathisanten wel heel erg. Het leeft naar mijn stellige overtuiging veel algemener dan je op grond van de aantallen zou verwachten. Ik ben 't wel met Schnabei eens waar hij het woord ,,onbeduidend" toepast op de gevaren van de nieuwe religieuze bewegingen. Ik geloof ook niet zo erg in de risico's die deze groepen zouden hebben voor de geestelijke gezondheid. Er zijn bepaalde groepen waarvoor je moet oppassen, zoals scientology. Maar dat is eigenlijk de enige die echt niet deugt. En dan heb je nog een paar extreme christelijke groepen, met mensen die zich gaan isoleren en, biddend voor de wederkomst, hun huis niet meer uitkomen. Dat zijn van die grensgevallen waarbij je denkt: hier kan 't gevaarlijk worden." VU-Magazine: Maar de vraag is steeds: richt zo'n beweging nou die schade aan, of zijn deze mensen al beschadigd en vallen ze daarom juist gemakkelijk in handen van malafide bewegingen? ,,Dat zou op zichzelf nog geen reden mogen zijn om 't dan maar zo te laten! De vraag is veeleer: worden ze er beter van in zo'n beweging?" VU-Magazine: Bij scientology niet. Dat is ook de enige uitzondering die Paul Schnabei maakt. Maar hij laat wel zien dat de mensen er psychisch beter aan toe zijn binnen die beweging, dan ze waren vóór ze toetraden. Het kan een therapeutisch effect hebben. Kranenborg:,, Je kunt ook andere criteria aanleggen, persoonlijke en inhoudelijke bij voorbeeld, en je afvragen: is dit wel goecf voor een mens? Maar zoals Schnabei de vraag stelt aan de hand van het criterium 423

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1982 - pagina 465

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

VU-Magazine | 484 Pagina's