GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1982 - pagina 387

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1982 - pagina 387

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

HansOpschoor:

Botha's btoedige acties in de iHiurlanclen Hoop)totKairo;in1910 werd bij de instelling van de Unie van Zuid-Afrika vastgelegd dat noordelijker territoria deel zouden kunnen vormen van die Unie; in 1928 sprak Smuts nog van één toekomstig Zuid-Afrika van Kaapstad tot aan de evenaar. Sinds de Tweede Wereldoorlog is men in Zuid-Afrika gaan beseffen dat dergelijke expansieplannen stukliepen op het nieuwe nationalisme in wat nu onafhankelijk Afrika is. De bakens werden verzet: territoriale expansie werd vervangen door economische dominantie: landjepik werd vervangen door monopoly. Met die economische expansie is in het geval van zuidelijk Afrika iets meer aan de hand dan de aan een kapitalistische economie eigen dynamiek, alléén. Heel nadrukkelijk en openlijk wordt gesteld dat die economische expansie en dominantie het doel moet dienen van het verkrijgen van erkenning voor het politieke stelsel van de apartheid. Voordiegenen die nu menen dat hier antiapartheidsjargon en -demagogie wordt bedreven, wil ik bovenstaande stelling nog eens en wat uitvoeriger weergeven, gebruikmakend van aanhalingen uit een drietal thans op Zuidaf rikaanse middelbare scholen in ^ b r u i k zijnde geschiedenisboeken (op het niveau van, zeg maar, vierde klas HAVO). Zuid-Afrika is zich na de Tweede Wereldoorlog en de invoering van de apartheidswetgeving in toenemende mate gaan realiseren dat haar betrekkelijk isolationistische houding onmogelijk werd. Er was een buitenwereld en deze

vu-Magazine 11(1982) 10 oktober i*b

was haar vijandig gezind. Men realiseerde zich bovendien dat goede relaties met die buitenwereld afhingen van goede relaties met zwart Afrika. En zo werd de,,outward looking policy" geboren, op grond waarvan intensieve(r) economische relaties met de rest van Afrika, gekoppeld aan afwezigheid van militaire interventie, werd gepropageerd om ,,ZuidAfrika's interne politiek te verkopen" aan de restvan de wereld. De term ,,apartheid" werd vervangen (in een overigens voor de Zuidafrikaanse politiek typerend gespeel met woorden) door,,separate development" (gescheiden ontwikkeling) en die term, zo hoopte men, zou toch nauwelijks kunnen worden onderscheiden van de ,,self-determination" waar ook de zwarte staten de mond van vol hadden. Au fond was de,,outward looking policy" gericht op de „ economische penetratie van (zuidelijk) Afrika en het scheppen van een regionaal systeem dat economisch door ZuidAfrika zou worden gedomineerd. " Bovendien zou de daarmee gepaard gaande economische groei de aantrekkelijkheid van,,het communisme" verminderen, en dat laatste is economisch zowel als politiek in het belang van Pretoria. Immers, nationalisme en communisme zouden het blijven aanleggen op het ondermijnen van de positie van de blanke, kapitalistische elite. Dit geheel, door Vorster ooit geprezen als ZuidAfrika's ,,zendings"boodschap aan de rest van het continent, is sinds eind 1979 door Botha omgedoopt tot de,, Constella-

tion of Southern African States", een economisch bolwerk tegen het communisme en vóór Zuid-Afrika's apartheidsbeleid (dit laatste komt niet uit de leerboekjes, maar uit de Zuidafrikaanse pers). Maar de verkoop van deze politiek loopt niet zo vlot. De zwarte staten bundelden zich politiek, als ,,frontlijnstaten" in de strijd tegen de apartheid, en, sinds 1980 ook economisch (SADCC — de zuidelijke Afrikaanse conferentie van ontwikkelingssamenwerking) en weigeren zich aldus als satellieten te voegen in het zonnestelsel rond Pretoria. Na Angola en Mozambique bevrijdt ook Zimbabwe zichzelf, en Namibië lijkt te zullen volgen. Daarna is Zuid-Afrika aan de beurt. Dus moeten de jonge zwarte staten en hun economieën worden gedestabiliseerd, door verdeling te zaaien of aan te wakkeren in de politieke sfeer, door gewapend verzet te steunen in die landen, door militaire acties in die landen, door economische ontregeling. Anders gezegd: Zuid-Afrika wenst de nog door blanken gedomineerde territoria militair en politioneel onder controle te houden, het wenst de confrontatie met de bevrijdingsbewegingen zo veel mogelijk buiten dat gecontroleerde gebied aan tegaan, en verzet in die buurlanden dient gesteund of desnoods opgewekt te worden. De met de mond beleden non-interventie ziet er in de praktijk dus wel heel erg uit als interventie — een niet onbekende omdraaiing van vlag en lading, zoals je wel vaker kunt waarnemen bij totali-

taire staten die hun hachje verdedigen. Zo verdedigde Vorster destijds zijn interventie in de Angolese bevrijdingsoorlog al als zijnde het tegendeel van , .subversiviteit of de verwoesting van buurstaten", want de interventie werd immers gepleegd om een communistische overwinning te voorkomen! Interventie als vorm van noninterventie. Verontwaardiging over dit soort optreden van ZuidAfrika is mijns inziens terecht, maar helpt weinig tenzij ze wordt omgezet in effectieve steun aan een strategie die erop is gericht het apartheidsregime in Zuid-Afrika zo spoedig mogelijk en met zo min mogelijk bloedvergieten te vervangen. Uit de tijd dat ik in Botswana leefde, herinner ik me nog goed de reactie van velen op nieuws-items zoals die overde militaire inval in Zimbabwe: Zuid-Afrika's militaire en economische macht én brutaliteit werden gezien als,,facts of life", je kon op uitingen daarvan bij wijze van spreken de klok gelijk zetten al wist je nooit precies waar de volgende actie zou plaatsvinden. Als wij, hier, willen zoeken naar een strategie die realistisch en doeltreffend is, dan doen wij er goed aan te luisteren naar de voormannen van die groepen in Zuid-Afrika, die het klappen van de zweep kennen. Die voormannen dringen aan op maatregelen die de Zuidafrikaanse economie treffen op gevoelige plekken. Op het punt van de aanvoer van olie, bijvoorbeeld. De VN heeft 1982 uitgeroepen tot het jaar van de sancties tegen Zuid-Afrika. 1982 is al bijna voorbij. Maar groeperingen als KAIROS, het Komité Zuidelijk Afrika en de Anti-Apartheidsbeweging Nederland zullen ook in 1983 streven naar een olieboycot van Zuid-Afrika en zij hebben daarbij onze steun nodig.

353

U

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1982 - pagina 387

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

VU-Magazine | 484 Pagina's