GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1982 - pagina 27

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1982 - pagina 27

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het IKV is hier weer zijn tijd vooruit, het zoekt samenwerking met de NOVIB, hetgeen betekent dat men het konflikt tussen de supermarkten gaat objektiveren door het te beschouwen vanuit het gezichtspunt van de Derde Wereld. Het leek mij dat de hoorgroep van de Wereldraad nog niet ver genoeg was om dit helemaal te kunnen begrijpen, al had ik wel het gevoel dat enkele leden hun kruit droog hielden tot een betere gelegenheid.''

Prof. dr. M.A.I nu haast maken met „kernwapens dewerekluit" „Ik woonde niet de hele hoorzitting bij, maar wel een groot deel. ik zal een aantal persoonlijke indrukken weergeven die ik opdeed bij het luisteren naar wat in de hoorzitting naar voren werd gebracht. Ik heb ze nog niet tot een afgeronde mening geordend. Gesprekken met anderen over de uitkomsten van de hoorzitting heb ik ook nog nauwelijks gevoerd. Bedacht moet worden dat de opzet van de bijeenkomst als een hoorzitting betrekkelijk nieuw was voor de Wereldraad van Kerken. De leden van de hoorgroep behoorden (uit de aard van de zaak) tot bij de Wereldraad aangesloten kerken. Voor de getuige-deskundigen was dat natuurlijk niet noodzakelijk het geval: zij waren louter op grond van hun deskundigheid uitgenodigd. Om goed te verstaan en om tegen de juiste achtergrond te kunnen zien wat door de verschillende sprekers (met name de getuige-deskundigen) werd betoogd, was het zeer gewenst te beseffen namens wie zij spraken: zichzelf, hun regering, een aktiegroep, een bepaalde kerk, of nog een andere groepering. Als je trachtte, zo goed als mogelijk, niet vooringenomen te luisteren, als je kritische zin niet op voorhand liet verkeren in achterdocht en wantrouwen, dan moet de eerste indruk zijn dat werkelijk iedereen — en dat is onderkoeld geformuleerd — een kernoorlog wil voorkómen. Des te duidelijker werd dat het streven zich veiligheid te verschaffen door middel van déze bewapening een proces is geworden, dat — in een eerste formulering — (ook andere analyses, vooral op het punt van stuwende ekonomische faktoren, zouden verder moeten worden doorgespit) zijn eigen autonome gang gaat: het lijkt een procesdat nauwelijks beheersbaar, stopte zetten of terug te dringen is. Dat doet denken aan het verhaal van de tovenaarsleerling. Een naar bedoeling op veiligheid gericht beleid blijkt zo de onveiligheid te vergroten en tot zelfvernietiging te moeten leiden. Vrijwel iedereen was wel bereid dat krankzinnig te noemen. Nog anders gezegd: de, laat ons even aannemen, oprechte pogingen zich te verdedigen tegen de andere natie (de veronderstelde vijand) heeft ten slotte een gemeenschappelijke nieuwe vijand opgeleverd: de bewapening zélf. Dit komt in een nog veel schriller licht te staan, als je bedenkt dat in velerlei ander opzicht de ontspanning tussen Oost en West zich tóch wel heeft doorgezet, zij het heel langzaam en mondjesmaat: de handelsbetrekkingen en kulturele kontakten — en daarmee de wederzijdse beïnvloeding — zijn in de loopvandejaren duidelijk intensiever geworden. Misschien biedt juist dit inzicht mogelijkheden om uit de patstelling te geraken, en de ontwikkelingen (op het laatste moment, zo zeggen velen) een keer-ten-goede te geven. Tijdens de hoorzitting werd hierover, zij het in iets ander verband, niet onaardig het volgende opgemerkt: zoals in vervlogen tijden steden en kleine staatjes hun veiligheid tegenover een gemeenschappelijke vijand verhoogden door zich te verenigen, zó zullen we ons nu — en met méér recht en zin dan óóit — tegenover deze nieuwe vijand, de bewapening zélf, moeten verdedigen door ons te verenigen, door óver de grenzen van de traditionele blokken heen de handen inéén te slaan.

24

Daarin zou wel eens een niet onbelangrijke taak kunnen liggen voor met name de kleinere landen in Oost- en WestEuropa. Nog een paar opmerkingen in telegramstijl: — 'tgesprektussen vertegenwoordigers van Oosten West heeft een nogal,,technisch-koel" karakter.'t Gaat tussen routiniers: de deelnemers kennen eikaars standpunt kennelijk maar al te goed; — ondertussen gaat de vertikale én horizontale proliferatie dóór; — wat de laatste betreft: door sommigen uit de Derde Wereld wordt met zoveel woorden gesteld dat zij zullen streven naar het bezit van kernwapens„om veiligheidsredenen", zolang die in de wereld door anderen (,,potentiële vijanden") in bezit worden gehouden of worden aangemaakt. Ook dft gegeven benadrukt nog eens de noodzaak om haast te maken met„/cemwapensde wereld uit". Er zijn een paar (niet zo héél veel...) voorstellen gedaan die bedoelen een proces op gang te brengen dat ten slotte radikaal uit de gevarenzone zal moeten leiden. Naast het bekende onderhandelen (waarop velen niet meer hun eerste hoop gevestigd hebben...) moeten genoemd worden: het IKV-voorstel, dat hier nu maar beschreven wordt als ,,(in eerste instantie:) beperkte, eenzijdige stappen", het overigens niet nieuwe voorstel van mevrouw Forsberg om alle ontwikkeling en beproeving van nieuwe wapens nu onmiddellijk stop te zetten, om ,,de situatie te bevriezen" Eén en ander kan worden ondersteund of zelfs „afgedwongen" door massale demonstraties tegen de kernwapens (waarover Olof Palme opmerkte, dat zij méér gezond inzicht laten zien dan de kritici van zulke demonstraties tonen te bezitten). Wel moet ervoor worden gewaakt dat de verschillende initiatieven niet tegen elkaar worden uitgespeeld. Zoveel mogelijk moeten zij als elkaar aanvullend worden beschouwd. Zo kan het IKV-voorstel een aktie worden voor de kleine landen, terwijl het Forsberg-voorstel vooral van toepassing is op de supermachten. De Wereldraad heeft natuurlijk kontakten met kerken uit alle landen. Daarom kan de Wereldraad een nieuw platform — naast dat van het regeringsnivo — vormen voor het zo noodzakelijke gesprek tussen Oost en West, Noord en Zuid. Daar kan in beginsel ook vrijer en opener gesproken worden dan tussen de regeringen — en de kerken kunnen elkaar bemoedigen en elkaar helpen de verscheidene regeringen eventueel onder druk te zetten. Ten slotte: Min of meer gemist heb ik: — aandacht voor het eveneens g rote probleem van de konventionele bewapening; — een poging tot analyse van de faktoren die, naast het overigens uit de hand gelopen veiligheidsstreven, een rol spelen in de bewapeningswedloop, zoals ekonomische faktoren; — een poging tot explicitering van bijbelse notities over mens en schepping die in de beoordeling van de situatie en als richtlijn voor toekomstig handelen van belang kunnen zijn. In de slotboodschap worden dergelijke noties trouwens wél aangemaakt.'

Ds.L.Ringnakia: „Ethisch ontoelaatbaar" Ook in 1948 vergaderde de Wereldraad van Kerken in Amsterdam. Bij die gelegenheid zei Foster Dulles dat christendom betekent een kiezen tussen het goede en het kwade, en voor hem was het kapitalistische systeem van de vrije ondernemingsgewijze produktie het goede en het atheïstische kommunisme het kwade. Alles heel simpel en overzichtelijk. Dat goed en kwaad in deze wereld door elkaar heen liggen, bracht hij niet in rekening en dan wint de sterke het, gegarandeerd! Hij kwam in botsing met Hromadka die het christen-zijn vu-Magazine 11 (1982) 1 (januari)

zocht in volstrekte solidariteit met mensen die — door wat voor systeem ook — lijden moeten, er onder gehouden worden. In plaats van de keuze tussen goed en kwaad verdedigde hij het christendom als kiezen vóór de kleine tegen de grote, vóór de zwakke tegen de sterke, vóór de arme tegen de rijke. En dat onvoorwaardelijk, dat wil zeggen ongeacht de vraag of hij die ónder en achter ligt ook ,,fouten" maakt of er een „verkeerd" systeem op nahoudt. Alleen zo kom je er namelijk achter wat goed is! Dit gesprek uit 1948 heeft de Wereldraad nooit voortgezet. Tot mijn teleurstelling ook in 1981 niet, weer in Amsterdam. Wat ik meemaakte was een aantal goedwillende christenen overal vandaan die zich door deskundigen lieten uitleggen hoe de wapenwedloop in elkaar zit: anders kun je als kerk er niet over meepraten. Ik acht dit een grote vergissing: er waren wel christenen bij elkaar maar de kerk was er niet. Tijdens de zittingen bleek dan ook telkens dat vraag en antwoord op verschillende golflengte lagen, men praatte langselkaarheen. Dat komt omdat je als kerk niet de opdracht hebt om deskundige in wapenvraagstukken te zijn. Als kerk heb je wel de opdracht om precies te weten wie in deze zaak aan 't kortste eind trekt en watje moet doen om de zwakste partij terzijde te staan. Kennis van oorlogsmechanismen is dan natuurlijk nodig maar dan zuiver en alleen vanuit deze optiek, en daar heb je dan deskundigen voor om hen déze vragen te stellen. De Wereldraad kwam dan ook niet verder dan weer eens te herhalen dat kernwapens zondig zijn en dat er diverse vredesvoorstellen liggen die toegejuicht moeten worden. Wat een gemiste kans eigenlijk. Met deze constateringen wordt nameijjk niemand verder geholpen. Wat wel had kunnen helpen is een nauwgezet berekenen van de kosten van de vredestoren! Voor alle partijen) De vraag naar wat er nationaal en internationaal gebeuren zou als men de wapenwedloop stop zou zetten, de geldkraan dicht dus en verder voorlopig nog niets. Wat betekent dit voor de werkgelegenheid, van wetenschappers en wapenfabrikanten, bij voorbeeld? En wat voor sociale, ekonomische, politieke, financiële en ook kerkelijke maatregelen zouden er dan getroffen moeten worden? Én hoeveel tijd heb je hiervoor nodig: een vijfjarenplan voordat het tot daadwerkelijk stoppen zou kunnen komen, of kan het morgen omdat het vandaag moet? Aan deze — eerste — vragen kwam men niet toe. Laat staan dat men luid en duidelijk uitsprak dat alle vreemde bases uit alle landen ter wereld op staande voet hebben te verdwijnen! En wat dat dan weer met zich mee zou brengen. Dat men „onbeantwoorde vragen", zoals iemand uit India het zei, liet liggen komt volgens mij voort uit het hardnekkig blijven uitgaan van de vooronderstelling dat Amerika en Rusland gelijkwaardige grootmachten zijn: de evenwichtsmythe die ons in slaap sust. Waar de werkelijke macht ligt — bij het rijke Westen, toch nog wel, — bleef bewust (?) in nevelen gehuld. Domweg genegeerd werd het onomstotelijke feit dat het enige waarin Rusland en Amerika gelijk zijn het vermogen is om elkaar en de rest van de wereld op te blazen! Verder is er op alle gebied — ook militair—een Russische achterstand, die nooit ingehaald kan worden. Waarom gaat men dit angstvallig uit de weg? Hoe kan men zo eigenlijk vruchtbaar met elkaar praten? Daarom: de kerk was er niet! Theologiseren en kerkelijk bezig-zijn zonder de machtsvraag te stellen acht ik onmogelijk, een ijdel gebruik van de naam. Met alle goede bedoelingen is de kleine dan— weer, ais steeds — de dupe. Het is ethisch en religieus dan ook ontoelaatbaar om van een kleine hetzelfde te vragen als van een grote. Mijns inziens is dat ook de fout van het IKV: het over één kam scheren van de zogenaamde grootmachten. Alleen al het feit dat wij het goed hebben en anderen het slecht hebben moet ons, als kerk, te denken geven. De superioriteit van het Westen op de rest van de wereld en met name Rusland, droop er in de hoorzittingen duimendik vanaf. Omdat we dat zo vanzelfsprekend vinden valt het ons niet op, maar het is wel beschamend. Enkele voorbeelden van de manier van vragen. „ Waarom is Rusland niet open en eerlijk met cijfers over be wapening terwijl wij wel opening van zaken geven?" Het uiterst bescheiden antwoord van Arbatov:,, Toen wij de zwakste partij waren deden we gerte;mz/nn/g (uit lijfsbehoud! L.R.) maar op Sa/f/en//gaven (1982)1 (januari)

we toch opening van zaken", werd, als signaal, niet opgepakt. Integendeel, men bleef superieur over de ander heen lopen, in het nette natuurlijk, maar wel heel duidelijk. Nog zo'n vraag: „ Wij Westerse staten stellen steeds kontrole voor... waarom willen jullie dat nooit?", er volmaakt aan voorbijgaand dat Rusland uit en te treure er op aandringt dat er geïnspekteerd zal worden, maar dan wel: eerst feitelijke ontwapening! En niet: eerst kontrole en dan ontwapenen, zoals de Amerikanen dat hardnekkig blijven eisen! (Ja, logisch, als jij de sterkere bent!). Begrijpen we dan werkelijk niet dat een land dat op alle fronten achter ligt het zich niet permitteren kan om inspektie = spionage toe te staan als er niet eerst daadwerkelijk en wederzijds ontwapend is? Het rijke Westen, dat al driemaal over Rusland is heengewalst en openlijk dreigt het weer te zullen doen, is immers niet te vertrouwen! Of dacht u werkelijk van wel? Wie heeft er in de geschiedenis eigenlijk aanleiding gegeven om gewantrouwd te worden? Wanneer was Rusland ooit hier om alles te vernietigen en met atoombommen te gooien zoals in 1945 in Japan is gebeurd door... het Westen? En toch maar blijven drammen:„Wij hebben in het Westen een oppositionele (!) vredesbeweging, bij ons kan dat, waarom bij jullie niet?" (Ook hierin zijn we superieur!) „Bij ons heeft het volk wat in te brengen (o, ja?? L.R.), waarom is dat bij jullie niet zo?" Als een dreinende motregen viel dit op de mensen van achter het IJzeren Gordijn. ,,Wij zijn eerlijk, en zeggen de dingen open, waarom doen jullie dat niet?" Samenvattend: in alles zijn wij superieur... wat is daarop jullie antwoord? De tranen springen in je ogen als je merkt hoe weinig zelfkritiek we hebben en hoe de vraag naar de eigenlijke oorzaak van de ellende in Rusland en elders ter wereld omzeild wordt. Wij hebben wind gezaaid en oogsten nu de storm: wat verbaast gij u als of gij iets wonderlijks overkwam! Isditkerk-zijn?? Het hele gebeuren voltrok zich dan ook buiten het gewone leven om, elitair. De gewone mensen weten het namelijk maar al te goed dat als er echt gepraat moet worden dit alleen kan als de machtsfaktor op tafel komt. Alleen zó krijgen onder- en achterliggenden — misschien — een eerlijke kans. Of kan het niet op deze wereld, echt eerlijk zijn... omdat het lot van volken op het spel staat!? Laten we dat dan zeggen, om ons door de volken zelf verontwaardigd tot de orde te laten roepen. Een kerk die kerk wil zijn zal op de machtsvraag een ondubbelzinnig antwoord willen hebben — als ze die uit zichzelf al niet weet—, en van daaruit haar eigen aandeel in de verloedering op zich nemen. Ze zal niet meer met het vingertje wijzen naar ,,de grootmachten", ze zal haar eigen rol in het machtsspel op het spoor moeten zien te komen en die rol konkreetvoorGod en mensen belijden. Alleen zo kan er vrede zijn over alle muren heen, al het andere blijft lippendienst. De onrechtvaardige verdeling van macht, inkomen en kennis moet de wereld uit, te beginnen met de erkenning van eigen usurpatie in dit opzicht. Dat wij het goed hebben en de rest van de wereld slecht is namelijk geen lot maar schuld: wij eisen namelijk alom de overneming van ons systeem, anders doen we geen zaken! In de slotverklaring van de hoorzitting worden we als kerken opgeroepen om onze scTiuld te belijden zonder er bij te zeggen waaruit die schuld konkreet bestaat. Ook deze oproep blijft hangen in het algemene, er wordt wéér naar twee kanten gekeken, en dat is voor een kerk, die alleen weet heeft van eigen schuld en verder niets, de doodssteek van haar bestaan." P.S. Op de hoorzitting was de voertaal: Engels! Met de Engelse taal (en met dollars) kan je immers over heel de wereld terecht. Probeer dat eens met Russisch of roebels. Over,,evenwicht" gesproken. L. Ringnalda

25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1982 - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

VU-Magazine | 484 Pagina's