GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1982 - pagina 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1982 - pagina 30

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

heeft gekregen. Het christelijk geloof is, zegt Schillebeeckx, onlosmakelijk met een ethiek van menselijkheid verbonden. Ethisch denken en handelen moeten deel uitmaken van de christelijkepraxis, maar ethische standpunten zijn niet uit het christelijk geloof af te leiden. Christenen die naar het ethisch goede en juiste zoeken, zijn tegelijkertijd op zoek naar Gods wil. Evenmin als anderen mogen christenen klaimende morele waarheid in pachtte hebben, laat staan dat ze hun morele standpunten mogen vereenzelvigen met Gods wil. Schillebeeckx' benadering vind ik nuchterderen zakelijker dan verhalen waarin afschrikking met kernwapens een zonde wordt genoemd. De hele menselijke onderneming die het bedrijven van ethiek is, is theologisch gelegitimeerd. Dat inzicht bevrijdt je als christen van de noodzaak om konkrete ethische standpunten nog weer eens theologisch en godsdienstig te verpakken. De verlegenheid met betrekking tot de theologische doordenking van problemen als dat van de kernbewapening wordt in het rapport volmondig erkend. M1j moet nog van het hart dat de opstelling van het IKV — waarmee ik mij verwant voel — met betrekking tot de hoorzitting mij zorgen baart. Het verhaal van Ben terVeer(de voorzitter van het IKV)die ajsgetuige was opgeroepen, was duidelijk beïnvloed door het sukses van de demonstratie. En terecht, maar de stap van gerechtvaardigde trots naar triomfalisme (wij hebben het gemaakt, onze opvattingen en strategieën zijn juist) is klein. Het pleidooi voor een kernwapenvrij Europa en voor eenzijdige stappen is best te verdedigen. Het kernbewapeningsprobleem in Nederland is echter betrekkelijk simpel. In Nederland worden geen kernwapens geproduceerd en er bestaat ook nauwelijks militair onderzoek. Het is daarom begrijpelijk als vredesbewegingen in landen als de Verenigde Staten andere aksenten leggen, bij voorbeeld op het stopzetten van de ontwikkeling van nieuwe kernwapenstelsels, en niet zozeer op het doen van eenzijdige stappen. Het is te hopen dat de Nederlandse vredesbeweging die verschillen in situatie erkent, en niet te veel uitgaat van de superioriteit van eigen doelstellingen. Tijdens de perskonferentie waarop het rapport werd gepresenteerd, stelde een verslaggever de vraag wat de mening van de hoorgroep was over een koncept dat in de traditionele ethiek zo'n belangrijke plaats innam bij de doordenking van het oorlogsvraagstuk, nl. dat van de rechtvaardige oorlog. De voorzitter zei tóen dat de meningen over de mogelijkheid van een rechtvaardige oorlog in de hoorgroep verdeeld waren. In het rapport wordt daarover niets gezegd, en dat is begrijpelijk omdat het onderwerp van de hoorzitting het probleem van de kernbewapening en niet het oorlogsvraagstuk in z'n algemeenheid was. Maar wie van mening is dat met het Iternwapentuig geen reclitvaardige oorlog gevoerd l(an worden omdat een dergelijk middel in geen verhouding staat tot het doel dat je ermee wilt bereiken (de verdediging van eigen lijf en goed), en omdat het zowel burgers als militairen treft, zal ooit ook eens antwoord op de vraag moeten geven of met nietnukleair wapentuig wél een gerechtvaardige oorlog gevoerd kan worden, iets van dat probleem werd tijdens de hoorzitting al zichtbaar toen sommige getuigen naar voren brachten dat voorstanders van de afschaffing van kernwapens uit hun standpunt konsekwenties moeten trekken door te kiezen voor versterking van de konventionele bewapening. Ik voel weinig voor die konsekwentie, maar als ethikus ben ik wel verplicht mee te denken over een moreel aanvaardbare én een effektieve vredes- en veiligheidspolitiek, en kan ik me niet beperken tot het uitspreken van morele veto's. Uit alle indrukken die verderop mij afgekomen zijn noem ik nog twee die mij in het bijzonder hebben beziggehouden. In de eerste plaats het verhaal van de Amerikaanse luitenantgeneraal Scowcroft. Scowcroitverdeöigdeöepotitiekvan afschrikking met behulp van kernwapens. Hij was in z'n verdediging uiterst konsekwent. Kernwapens heb je niet om te gebruiken maar om te verhinderen dat de tegenstander agressieve stappen doet. Wil een afschrikkingspolitiek geloofwaardig zijn dan moetje bereid zijn op allerlei manieren aan te tonen datje kernwapens zult gebruiken als het gedrag van je tegenstander je daartoe dwingt. Het probleem is dat de overgang tussen dat watje doet om te bewijzen dat je daadwerkelijk bereid bent om kernwapens te gebruiken —

28

en het gebft//7cen van kernwapens zeer vloeiend is. Is een beperkte kernoorlog een uiterste stap in een afschrikkingsstrategie of een eerste stap die onvermijdelijk leidt tot een algehele kernoorlog? Het is maar hoe je het bekijkt, maar belangrijker is hoe je tegenstander zo'n stap uitlegt. IVIen kan wel zeggen dat de Amerikanen noch de Russen een kernoorlog willen, en dat geloof ik ook wel. Het risiko is echter levensgroot aanwezig dat een kernoorlog ontstaat zonder dat elk van beide partijen dat wil, a\songewild gevolg, maar wel regelrecht voortvloeiend uit de absurde logikavan de afschrikkingstheorie. In de tweede plaats het verhaal van de Indiase defensiespecialist Subrahmanyam. Hij bekritiseerde het gedrag van de Westerse kernmogendheden die eraan meewerkten dat het verdrag over de verspreiding van kernwapens (het zogeheten Nonproliferatieverdrag) geschonden en omzeild werd als het hun goed van pas kwam. Het verdrag wordt gebruikt om kernwapens uit handen van Derde-Wereldlanden te houden terwijl tegen „blanke" landen als Israël en ZuidAfrika geen effektieve maatregelen worden getroffen. Een nieuw soort blank kolonialisme. Zijn verhaal maakte me duidelijk hoe onterecht en ook gevaarlijk het is om het kernwapenprobleem te zien als een probleem tussen de supermogendheden. De kernwapenbezittende landen zijn rechtstreeks (door de levering van bij voorbeeld verrijkt uranium) of onrechtstreeks (door het geven van een slecht voorbeeld) verantwoordelijk voor het feit dat steeds meer landen over kernwapens gaan beschikken of naar het bezit daarvan streven. En dat kunnen landen zijn die vanwege hun wankele binnenlandse politieke situatie en/of hun agressieve buitenlandse politiek (Zuid-Af rika) mogelijk heel watm/nderöe/7eerstmetkernwapenszullen omgaan dan de supermogendheden."

Dr. C. H. Koetsier: 19

Christus ervaren99

De hoorzitting heeft, lijkt mij, te weinig aandacht besteed aan het militair-industrieel kompleks en de financieel-ekonomische belangen, die daarmee samenhangen. In de hoorgroep had ik graag vertegenwoordigers van vredesbewegingen opgenomen gezien. Nu was de groep eenzijdig samengesteld uit officiële kerkelijke en politieke vertegenwoordigers. Gevolg van een kompromis? De slotverklaring is mij, vooral gezien het bovenstaande, erg meegevallen. Ik waardeer: — dat de gedachte van een beperkte kernoorlog werd afgewezen; — dat werd uitgesproken dat men geen geloof wenste te hechten aan de strategie van het afschrikkingsevenwicht; — dat over het werk van de vredesbewegingen waarderend werd gesproken en dat in deze samenhang het verband tussen ontwikkeling en ontwapening werd gelegd; — dat er een aanbeveling is uitgekomen voor beperkte eenzijdige ontwapeningsinitiatieven als eerste stap bij onderhandelingen; — dat uitdrukkelijk is verklaard, dat de produktie, het bezit en het gebruik van kernwapens als een misdaad tegen de mensheid moeten worden gezien, dat ze als onwettig moeten worden beschouwd en dat de kerken zich in deze zin zouden moeten uitspreken. Dit alles moet nu verder worden uitgewerkt en gekonkretiseerd. Maar op dit ogenblik is — mede gezien de gemengde samenstelling van de hoorgroep (Oost/ Westen Noord/Zuid) het resultaat verblijdend. Ik heb in deze bijeenkomst de Geestvan Christus ervaren. De Wereldraad kan verder!" •

vu-Magazine 11 (1982) 1 üanuari)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1982 - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

VU-Magazine | 484 Pagina's