VU Magazine 1983 - pagina 114
Er zijn ook nieuwe ziekten ontstaan maar daarvan kun je bezwaarlijk zeggen dat de gezondheidszorg die heeft veroorzaakt. Behalve de terechte kritiek van lllich, zul je dus ook een genuanceerde waardering moeten opbrengen voor de gezondheidszorg. Ik zou zelf anders ook niet kunnen werken. En de lichtpuntjes die ik zie zijn de redenen dat ik niet, zoals Van Aalderen, eruit stap.
Krampachtig Gevraagd naar mogelijke oplossingen pleit Kimsma in de eerste plaats voor het loskoppelen van „verdiensysteem" en ,,verrichtingssysteem". Het betekent dat de inkomsten van medici niet langer direct afhankelijk zijn van het aantal verrichte medische handelingen. Betekent dat ook het afschaffen van het „tariefsysteem" waarbij een bepaalde verrichting een vastgesteld bedrag oplevert? Kimsma: ,,Dat betekent 't inderdaad. En ook, dat je aan de inkomenskant toch iets probeert te veranderen, zodat het weer een beroep wordt waaraan opnieuw een stuk emotionele investering te pas komt en de financiële genoegdoening niet meer onvergelijkbaar is met die van werkers in andere beroepen. Daarmee zaag ik min of meer de tak af waar ook ik op zit — want ook ik heb graag een redelijk inkomen. Maar ik denk toch datje „structureel" moet praten. Wanneer je het beroep financieel minder aantrekkelijk maakt, dan krijg je een selectie van mensen die ook uit andere motieven dingen willen uitvoeren. Dat is een randvoorwaarde." 104
VU-magazine: Maar dat zou betekenen dat het de medische stand nu aan idealisme ontbreekt! Kimsma: ,,Er zit behoorlijk wat cynisme en sarcasme in de medische wereld." VU-magazine: Maar de vraag is: verdwijnt dat wanneer je inkomens gaat verlagen? Kimsma: „Nou ja, ik praat over randvoorwaarden. Ik denk dat je daar ook aandacht aan moet schenken. Essentieel is, vind ik, datje toemoet naar een denkwijze waarbij je als uitgangspunt leert hanteren, dat het belangrijker is voor jouw emotionele genoegdoening om mensen onafhankelijk te maken dan afhankelijk en waarbij je leert inzien dat allerlei oplossingen d/e jij bedenkt, hoe idealistisch ook bedoeld, de mensen voor wie jij ze bedenkt afhankelijk kunnen maken. Het beroerde is, datje daarmee in conflict komt met je patiënten, of in ieder geval in een spanningsvolle relatie. De meeste patiënten werken dat tegen, omdat ze je in een andere rol verwachten, 't Levert bij mij trouwens óók onzekerheid op. En ik vraag mij wel af terwijl ik zo krampachtig bezig ben te zoeken naar de juiste weg, of ik van mijn patiënten niet een etiket krijg opgeplakt als de dokter die denkt: „het zal wel psychisch wezen!" Een ander ding is, dat je die professionele autonomie, die medische almacht, uiterst kritisch moet gaan bekijken en je afvragen in hoeverre deze ondergeschikt moet worden gemaakt aan de maatschappelijke besluitvorming. Toch heb ik ook daarmee — met die „democratisering", zo je wilt — slechte ervaringen. In veel gevallen, zoals bij het gezondheidscentrum waar ik werk, is het de wijkbewoners niet gelukt om zelf greep te krijgen op het te voeren beleid en dat zodanig vorm te geven, dat zij uitmaken wat gebeuren moet en wij als artsen alleen onze deskundigheid aandragen. Dat is ze niet gelukt vanwege onder andere de abstractie van de problemen, maar ook als gevolg van het gebrek aan visie op de eisen die hun eigen positie als patiënt stelt. Dat is eigenlijk heel triest en voor mij ook teleurstellend. Het is waar dat patiënten de arts in de witte jas dwingen. En het is jammer dat mensen die dat niet cfoen er meestal niet in slagen om zich de noodzakelijke,,kwaliteiten" eigen te maken. Het ontzag voor de dokter zit er nog steeds in — dat hoeft geen probleem te zijn — maar er zit een „neurotische component" aan, de onmogelijkheid van sommigen bij voorbeeld om mij buiten het terrein van mijn deskundigheid niet als Gerrit Kimsma te zien maar nog steeds als „de dokter". Op de dag dat de laatste hand wordt gelegd aan dit artikel, ligt bij VU-magazine een recensie-exemplaar in de bus van de posthuum uitgegeven ,,Laatste Gedachten" van dr. C. Rijnsdorp. Opengeslagen op een willekeurige bladzij is het volgende te lezen. „Helemaal voor je gezondheid leven, lijkt me ongezond. " Dat kan geen toeval zijn! (G JP) Afscheidsbundel Van Aalderen: „Vertrekpunten in de gezondheidszorg"; uitgave VU-Boekhandel, prijs ƒ 24,50.
vu-Magazine 12 (1983) 3 maart 1983
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983
VU-Magazine | 520 Pagina's