GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 173

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 173

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit de Hortus

Gierst en kafferkoren door Daan Smit ,,En gij, neem tarwe, gerst, bonen, linzen, gierst en spelt, doe ze in een poten maaker brood van;..." Ezectiiël 4:9 ,,En terstond liep een van hen toe en nam een spons, drenkte die met zure wijn, stak ze op een rieten gaf Hem te drinken." Mattlieus 27:48 (zie tevens Marcus 15:36 en Johannes 19:29) Verschillende soorten en • hun indecultuurontstane variëteiten van gierst (Panicum) en kafferkoren (Sorghum) worden in subtropische en tropische gebieden verspreid over de gehele wereld, net zo intensief verbouwd als in onze klimaatzones de diverse soorten granen. Zij behoren ooktot de eenjarige grasachtigen (Graminae) en vertonen qua groeiwijze en vorm veel overeenkomst met maïs. In ons klimaat gekweekt, ontwikkelen zich de planten over het algemeen uitstekend, doch door gebrek aan voldoende warmte laat de zaadvorming nogal eens een warme plaats gezaaid, bereikt het een hoogte van 1 -1V2 m. Zodra de losse pluimen goed zijn uitgerijpt, wuiven ze bij het geringste zuchtje wind, sierlijk heen en weer. Zodra het blad wat bruinig verkleurd, is de tijd van oogsten aangebroken. Laten wede pluimen te lang op de planten zitten, dan worden ze in een mum van tijd door zaadvretende vogels leeggepikt. De pluimen die dienst kunnen doen om met andere droogbloemen en siergrassen tot fraaie droogboeketten verwerkt te worden, moeten met zo lang mogelijke stelen worden af-

vu-Magazine 12 (1983) 4 april 1983

gesneden. Het beste kunnen ze in niet te grote bossen, omgekeerd opgehangen worden, om ze zodoende op een luchtige plaats in de schaduw te laten drogen. Voor het kafferkoren (Sorghum bicolor) gelden eigenlijk dezelfde regels. Om toch nog voor de vorst mooie goedgevormde zaadpluimen te kunnen oogsten is het aan te raden veel te wensen over. Dat is dan ook de reden dat deze gewassen bij ons niet worden geteelt. Gierst iets minder dan het kafferkoren bereiken — al

naar gelang het soort — een uiteindelijke hoogte van 1 -3 meter. In tegenstelling tot maïs nemen zij met minder vruchtbare en vochthoudende grond,genoegen. Niet alleen voor de mens is het een uitermate belangrijk voedselgewas, ook als veevoer neemt het een niet onaanzienlijke plaats in. Het zijn vooral de zaadpluimen van het kafferkoren die tot enorme grootte kunnen uitgroeien. Vaak zijn ze zo fors, dat een volgroeide pluim een volledige maaltijd oplevert voor een familie bestaande uit 4 a 5 personen.

Het is juist vanwege de spectaculaire vorm dat de lange vruchtpluimen hiervan bij ons in droogboeketten worden verwerkt. Datzelfde geldt trouwens ook voor gierst, ofschoon die pluimen veel gracieuzer en minder groot zijn. Dat de rietstengel uit Mattheus, Marcus en Johannes, genoemd in bovenstaande tekst, van een van beide planten afkomstig zou zijn geweest is heel wel aannemelijk, wanneer men zich bedenkt dat de planten in kwestie binnen enkele maanden na het zaaien, flinke lange stengels vormen. Veelal worden alleen de zaadpluimen geoogst en laat men de rest van het gewas op r.et land afsterven. Na verloop van tijd, zullen onder invloed van weer en wind alleen de lange kale stengels overblijven, die soms nog dienst kunnen doen als dakbedekking, voor het maken van omheiningen etc. Alvorens een akker in het voorjaar weer in te zaaien worden de overgebleven dode planteresten eerst afgebrand. Cultuur Pluimgierst(Panicum miiiaceum) is in ons klimaat, vooral tijdens warme zomers vrij gemakkelijk te kweken. Vanaf begin mei op de zaailingen begin april binnenshuis voor te kweken. Na half mei kunnen ze dan buiten worden uitgeplant op een zo warm mogelijke, vooral zonnige plaats. De groei zal zo krachtig zijn, dat ze binnen een paar maanden een hoogte bereikt hebben van 2, soms wel 3 meter. Laat in de zomer ontwikkelen zich dan vanuit de langste stengels, de soms tot enorme proporties uitgroeiende pluimen, die, wanneer de vorst niet te vroeg invalt, nog laat in het najaar min of meer uitgerijpt te oogsten zijn en op dezelfde manier gedroogd als de pluimgierst, gebruikt kunnen worden bij het samenstellen van droogbloemarrangementen.

159

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 173

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's