GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 289

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 289

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Vrijheid van meningsuiting nog steeds aan banden

Van boekverbranding naar censuur op 1 o mei 1933 vonden in een groot aantal Duitse steden boel<verbrandingen plaats. De verbrandingen werden georganiseerd door studenten die meenden dat zij door een deel van de werkelijkheid te verbranden, deze uit het dagelijks leven konden bannen. De tentoonstelling die onlangs in Berlijn ter herdenking werd georganiseerd, kreeg als titel mee: ,,Das war ein Vorspiel nur..." Een voorspel met dramatische gevolgen. ,,Daarwaar men boeken verbrandt, verbrandt men uiteindelijk ook mensen", schreef de Duitse dichter Heinrich Heine. En hij kreeg gelijk. Deze boekverbrandingen vonden vijftig jaar geleden plaats, maar nog steeds komen aanslagen op de vrijheid van meningsuiting voor. In Chili na de moord op Allende, maar ook door Amerikaanse strijders voor het fatsoen: de Moral Majority. Wat gebeurde er op die tiende mei in 1933? De aktie was voorbereid door de Deutsche Studentenschaft en was gericht ,,tegen de onduitse geest" die door Duitsland woedde. In april begon die aktie met het ophangen van een plakkaat met twaalf thesen op alle universiteiten. De vijfde these luidde: „De jood kan niet joods denken. Schrijft hij Duits, dan liegt hij. De Duitser die Duits schrijft, maar on-Duits denkt is een verrader. De student die on-Duits spreekt en schrijft is bovendien gedachteloos en is zijn taak ontrouw." Hierna volgde een oproep aan studenten de eigen bibliotheek en die van vrienden te zuiveren. Daaraan werd niet alleen door studenten, maar ook door hoogleraren voldaan. Vervolgens werd, vaak met behulp van de politie, de universiteitsbibliotheek op on-Duitse boeken doorzocht. Uiteindelijk werden de on-Duitse boeken ook uit de boekwinkels gehaald. Ze werden op de avond van de tiende mei op grote vrachtwagens geladen en, in het geval van Berlijn, naar de Opernplatz(r\u: Bebelplatz) gereden. Moreel verval Die avond boden veel Duitse steden een treurige aanblik. Overal verschenen brandstapels waar veel mensen met een zekere wellust boeken in gooiden. Dat ging vergezeld met het uitroepen van een aantal leuzen, zoals: „ Tegen decadentie en moreel verval! Voor tucht en zede in gezin en staat! Ik werp in de vlammen de geschriften van Heinrich Mann, Ernst Glaeseren Erich Kastner." in Berlijn begon het op een gegeven moment te regenen. De omstanders vroegen zich af of de boeken nu nog wel goed wilden branden. Erich Kastner, bij ons vooral bekend door

VU-Magazine12(1983)7juli198:-.

te leugenaar(h\ermee bedoelt Kastner Goebbels). ...Het was weerzinwekkend •

zijn onschuldige boekje ,,Emil und die Detektive", was de enige schrijver van tot de brandstapel veroordeelde boeken die zélf aanwezig was. Hij hield zich schuil tussen de mensenmenigte, bang ontdekt te worden. Tegen twaalf uur 's nachts hield de minister van propaganda, Goebbels, een toespraak. Goebbels was overigens pas op het laatste moment van de boekverbranding in kennis gesteld. Kastner schrijft hierover: ,,lk stond voor de universiteit, vastgeklemd tussen studenten in SA-uniform, de bloesem van de natie en zag onze boeken in de vlammen vliegen en hoorde de sentimentele tirade van de kleine doortrap-

Alibi Om deze gebeurtenissen te kunnen plaatsen, is het nodig wat meer over de achtergronden te weten te komen. Dat was ook de mening van het Vormingscentrum van de VU (VCVU), dat in de maand mei een manifestatie organiseerde: ,,fascisme en intellektuelen". In de hal van het hoofdgebouw was een tentoonstelling met als titel ,.Kun je boeken verbranden?" te bezichtigen. Deze tentoonstelling was overgenomen van het Studium Generale en het Goethe Instituut van Rotterdam. In de bijbehorende lezingen werd ingegaan op de vervolgden in nazi-Duitsland, en met name de schrijvers wier boeken in de vlammen omkwamen Prof dr. M. H. Würzner, germanist aan de rijksuniversiteit van Leiden, zag in de brand in de Rijksdag een alibi voor de nazisten om socialisten en communisten te kunnen vernietigen. Hetrijksministerie voor propaganda — opgericht 13 maart 1933 met ais minister Goebbels — vervaardigde een zwarte lijst van boeken die in het nieuwe rijk ongewenst waren. Het idee was dus wel degelijk van het ministerie afkomstig, maar de uitwerking gebeurde door studenten Würzner ging in zijn lezing met name in op de gevolgen die deze politiek voor de Duitse literatuur heeft gehad Er zijn eigenlijk twee literaturen ontstaan: een veroordeelde en verbannen literatuur en een literatuur die zich aan het regime aanpaste. Zo moest de voorzitter van de Raad der Kunsten. Heinrich Mann, plaats maken voor een aanhanger van het regime. De in september 1933 opgehchte Reichs-

251

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 289

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's