GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 306

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 306

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

niemand komt nog Iets kopen — en we hebben iemand uit de bond van de meester-schilders gesloten omdat het een gestapo v/as, en nu heeft die gestapo reeds een bon voor glas, en al de schilders die bij de bond zijn hebben nog géén bon voor glas.

Prediker De cruciale vraag is: was Boon werkelijk veranderd toen hij bij de tweede druk zijn 'kleine oorlog' ingrijpende wijzigde? Geen schrijver heeft al bij zijn leven zoveel kleurrijke maar tegenstrijdige kwalificaties toegevoegd gekregen als Louis Paul Boon. Daar waren erbij, ontsproten aan diep afgrijzen — "bolsjewlst, anarchist, nihilist, miserabilist, pornograaf, viezentist, scataloog" — en er waren benamingen, voortgekomen uit idolate bewondering — "tedere anarchist", "woordendader", "idealist" en "iemand die het mensdom waarlijkliefheeft". Talrijk zijn ook de pogingen geweest van anarchistische, communistische en socialistische bewegingen en aanverwante splintergroeperingen in het Belgische, om Boon in te lijven en voor de eigen, niet zelden sektarische kar te spannen. Want Boon was 'links', zij 't non-conformistisch en vrijgevochten. Bert van Hoorick, politicus en Boons kompaan van het eerste uur, beschrijft in een geheel aan Boon gewijd nummer van het literaire tijdschrift Maatstaf (1980), hoe Boons kist tijdens de uitvaart werd gedekt door een rode vlag zónder verdere emblemen. Dat was, aldus Van Hoorick, "omdat Boon behoorde en behoort tot het hele socialisme, tot het socialistische ideaal en streven waarin hij hoopte en wanhoopte." Voor de communisten, anarchisten, trotskisten en wat dies meer zij, bleek zijn werk echter te 'ondogmatisch', voor de sociaal-democraten weer 'te stout'. "Zijn fundamenteel ideologisch pessimisme is hun hedendaagse verwarring", schrijft Van Hoorick. En hij wijst daarbij op Boons spreekwoordelijke scepticisme en op zijn oeuvre dat, van begin tot eind, "ideologisch gemotiveerd", maar tegelijkertijd "menselijk gerelativeerd" \s. Het is waar, eigenlijk al vóór het verschijnen van Boons 'kleine oorlog' is hij voor alles de ridder van het moedeloze sociale engagement, die de mens primair als 'fundamenteel onmaatschappelijk' beziet. "Elke maatschappij met mensen moet mislukken", is een veelgeciteerde uitspraak van Boon die fel contrasteert met het onafwendbaar verwachtingsvolle karaktervan hetorthodoxe marxisme. Eén van de hoofdpersonen uit De voorstad groeit, notabene Boons debuutroman, zegt, zich overgevend aan politieke mijmering: "Ja en de partijen komen en gaan, de vlaggen en symbolen wisselen, maar de hoop blijft in ons hart als een bloem die nooit verwelkt." Maar tussen droom en daad, ideaal en werkelijkheid, gaapt steeds de onoverbrugbare kloof die in al Boons werk als centraal thema naar voren treedt. Als de prediker merkt de verteller uit dit eerste boek op: "Het leven Is een wiel, het draait en ge ziet altijd iets nieuws en ge ziet altijd hetzelfde." Daar, tussen droom en realiteit, ligt Boons tragiek en die van al zijn hoofdpersonen, en speelt zijn strijd zich af, "zijn hardste strijd In het leven om niet bitter te 256

worden". Schrijven blijkt voor hem de beste remedie om hetverstand nietteverliezen. In het licht van dit feit, namelijk dat Boons gehele oeuvre van die strijd doortrokken is, wordt Boons ingrijpende wijziging van Mijn kleine oorlog minder ingrijpend. In wezen is deze niet meer dan een aanpassing van dit, vooral door de aanvankelijke slotzin, revolutionair lijkende werk, aan het bij hem al veel eerder ontstane, fundamentele cultuurpessimisme. De tweede druk van Mijn kleine oorlog werd daarmee misschien nog wel een 'authenthieker Boonboek' dan de oorspronkelijke versie.

Vaderland Niettemin was de hoop het aangrijpingspunt van Bert Vanheste, organisator van de Nijmeegse Boon-vierdaagse, om de actuele betekenis van Boons 'kleine oorlog' te benadrukken. Tot slot van zijn op 11 mei gehouden betoog wees hij op de passage waarin de aardsluie Vanden Borre, uit angst voor de bombardementen die Aalst teisteren, in '44naarFlorenne"inde Walen" afreist om er de Duitsers te helpen een betonbaan te bouwen. Maar, "ze bombardeerden daar wel, almeteens, en Van den Borre, zich vasthoudend aan zijn schop om niet om te vallen, werd apeuprès in de grond gestopt." Over die toen aangelegde betonbaan werden nog onlangs de eerste Belgische kruisraketten aangevoerd, aldus Vanheste, die daar wat geëmotioneerd aan toevoegde: "Ze staan er nu. Maar zolang niemand op de knop drukt is er hoop. En zolang er hoop is, is er voor Boon een leven na de dood."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 306

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's