GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 120

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 120

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat er aan het nationale inkomen maniceert Met het nationale inkomen of produkt is het wonderlijk gesteld. Geen sterveling heeft het ooit aanschouwd. Deze economische grootheid blijkt slechts uit de boeken, en daar wringt nu juist de schoen. Het is niet zonder betekenis om het economische proces, opgevat als het proces van inkomensvorming, -verdeling en -besteding, cijfermatig te beschrijven. Voor zover dat gebeurt is er sprake van de forme/e economie of het officiële circuit. Het resterende deel kan dan het best worden aangeduid met/nforme/e economie of off/c/eivze circuit Tezamen vormen zij hetvolle economische leven. Prof. dr. S. Huisman Terloops is nu een bepaalde terminologie geïntroduceerd. Het zal evenwel de aandachtige lezer van krant en tijdschrift niet zijn ontgaan dat er ook vele andere aanduidingen in gebruik zijn om het nietgeregistreerde deel van de economie te typeren. Men komt benamingen tegen als zwart, schaduw, illegaal, schemer, verborgen, ondergronds, heimelijk, onregelmatig, alternatief, parallel, secundair, rand, nietwaargenomen, onzichtbaar en clandestien. Bezwaar tegen deze termen is dat zij stemming maken. In dit verband is het een goede zet geweest van Arnold Heertje en Harry Cohen om voor hun boek de neutralere titel Het officieuze circuitXe kiezen.

Nationaal inicomen Een pregnante weergave van het geregistreerde deel van de volkshuishouding vormt het nationale inkomen of produkt. Vele economische grootheden worden hiermee in verband gebracht. De collectievelastendruk bij voorbeeld is de belastingen plus sociale premies gerelateerd aan het nationale inkomen, en ook in hoeverre de ontwikkeling van het nationale produkt per hoofd van de bevolking maatgevend kan zijn voor de welvaartsverbetering. Wij kennen het nationale inkomen of produkt in allerlei soorten en maten. Het belangrijkste onderscheid is dat tussen het nominale en het reële nationale produkt. In het ene geval meet men in lopende prijzen en in het andere in constante prijzen, met andere woorden: de invloed van prijsveranderingen is geëlimineerd. Daarnaast ontmoeten wij het nationale produkt zowel tegen factorkosten als tegen marktprijzen. Wordt het nationale produkt tegen factorkosten gewaardeerd dan gaat het om prijzen die de leverancier ontvangt, en tegen marktprijzen om prijzen die de afnemer betaalt. Het verschil hiertussen bestaat dus uit indirecte belastingen, zoals BTW, verminderd met prijsverlagende subsidies. Ten slotte is er ook nog

98

zoiets als bruto- en netto nationaal produkt. De afschrijvingen, waaruit te zijner tijd investeringen ter vervanging van buiten gebruik gestelde machines worden gefinancierd, vormen het verschil. Welke definitie men kiest hangt af van het te bestuderen probleem. Het hoeft geen betoog dat het nationale inkomen wordt bepaald conform internationale afspraken. Pas dan is een internationale vergelijking mogelijk. Aan de Brit Sir Richard Stone is in 1984 de Nobelprijs voor economie uitgereikt omdat hij op dit gebied baanbrekend werk heeft verricht. Aangezien aan het berekenen van de afschrijvingen moeilijkheden zijn verbonden wordt bij internationale vergelijkingen het bruto nationale produkt (in het Engels: Gross~ National Product of kortweg GNP) gebruikt. Dan nog dient men op zijn hoede te zijn, omdat enerzijds de wisselkoers geen goede koopkrachtverhouding van de diverse valuta's weerspiegelt en anderzijds de economische, politieke en geografische omstandigheden van land tot land kunnen verschillen.

Voetnageis en idemmen Voor een juist begrip is het nodig enkele zinnen te wijden aan de wijze waarop het nationale inkomen kan worden berekend. Men doet dit vanuit een drietal gezichtshoeken, namelijk de produktie-, inkomensen bestedingskant. Uiteraard behoort elk van de drie benaderingen hetzelfde resultaat op te leveren. Als grondslag geldt het nationale inkomen dat via de totale waarde van de finale of eindprodukten wordt vastgesteld; dit is de produktiekant. Berekenen wij vanuit de inkomenskant het looninkomen, dan dient het overige inkomen als sluitpost. Aan de bestedingenkant echter is voorraadvorming sluitpost. Zijn immers de bestedingen minder dan de waarde van de geproduceerde eindprodukten dan nemen de voorraden toe, en omgekeerd dan nemen zij af. Door een toeneming van de voorraden als positieve bestedingen te beschouwen en een afneming als negatievu-Magazine 14(1985) 3 maart 1985

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 120

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's