GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 331

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 331

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daar hebben de Fransen indertijd nog gevochten. De boer was bang dat ze hem zijn hofstee zouden afnemen. En daarom gaf hij de Franse soldaten aardappels met kaas te eten. Dooreikaar gepakt. Nou daar help je een oud mens de winter mee door. En die boer zei dan maar steeds: Bon repas! Bon repas! Dat werd in de buurt al gauw verbasterd, zodat die man en zijn hofstee daarna door iedereen spottend ,Boenderpas' werden genoemd."

Kladje

der gedrocht motte worde en dat dat wat veur een mins is." Tante Gerrigiê blijkt naar het leven getekend. "Het stikte in en om Haastrecht van die ziekelijk mystieke, godzalige ouwehoeren", zegt Jo van Dorp, onwillig om een welvoeglijker formulering te vinden; "dat is gewoon de beste term." Ze heeft nooit een blad voor de mond genomen. Het protest en verzet tegen sociale en godsdienstige misstanden spelen dan ook een grote rol in haar boeken. Het wemelt in het werk van Jo van Dorp van de tante Gerrigies. "Tante Gerrigiê was een ongelooflijk kreng. Ik heb haar in levende lijve gekend. Die was gierig! Die draaide de lamp laag als ze ging bidden, want dan had ze geen licht nodig. Ik ben als kind zo ontzettend bang geweest voor dat soort mensen. Ik heb dat oordelen en veroordelen zó vaak meegemaakt. Iedereen was in hun ogen 'dood voor de dood'. Dogmatisch schriftuurlijke tropenkolder! Om de sabbat niet te ontheiligen spanden ze het paard 's zaterdagsavonds al in, reden er op zondag twee keer mee naar de kerk, en spanden het 's maandagsmorgens pas weer uit. Het arme beest kreeg 's zondags alleen een emmertje water en geen voer of niks. Of ze namen een knecht, die toch 'onbekeerd' was, om het op zondag te doen. Ze zagen de vlammen van de hel bij de 'onbekeerden'onderde stoel vandaan komen. Mijn vader was ouderling. Die heeft er vreselijk onder geleden. Mijn grootmoederwasookzo'n bevindelijke vrouw. Zo koppig als een muilezel. Die had ook altijd oordelen en als ze het weer eens ergens niet mee eens was, dan zweeg ze. Dan zat ze de godganse dag lange onderbroeken te breien met stalen pennen. Dat tikte. Verder hoorde je niks. Dan was de sfeer dagenlang verpest tot en met." De hofstee die in Boven de polder de hemel als uitgangspunt dient, lag in Boenderpas, aldus Jo van Dorp, tussen Schoonhoven en Haastrecht in. ,,Weet je waar die naam vandaan komt?", vraagt ze. Ik blijf het antwoord schuldig en Jo van Dorp vertelt met graagte de historische anekdote. VU-magazine. 14e jaargang nr. 7, juli'augustus 1985

^

Niet alles in Jo van Dorps boeken berust echter op werkelijkheid. "Het decor was gegeven. De hoofdpersonen meestal ook. Maar ik zorgde ervoor dat de figuren nooit té herkenbaar werden. Ik combineerde karaktertrekken van de één met die van de ander, maakte van een man een vrouw en omgekeerd. Ook bij het ontwikkelen van een verhaal moest ik mijn fantasie gebruiken. Dan kroop ik in de huid van zo'n bestaand persoon en dacht: hoe zou ji'j dat nou doen? Zo heb ik me bij Dominee in Laodicea afzitten vragen: hoe zou een dominee in de gevangenis komen? Gedonder met de vrouw van een ouderling of met een cathechesante was als thema al zo versleten als een dubbeltje van voor de oorlog. Dus ik moest wat anders." Ook in dit boek bleek de basis van het verhaal echter authentiek. De in '61 overleden echtgenoot van Jo van Dorp, Karel van Dorp, was na de oorlog maatschappelijk werker bij het gevangeniswezen. "We hebben zo bijna alle gevangenissen van Nederland gezien; van Veenhuizen tot Rotterdam, van Groningen tot Dordrecht. Daaruit is Dominee in Laodicea ontstaan, over de predikant die wegens mishandeling van een ouderling de bak indraait. Die ouderling is ook weer zo'n 'tante Gerrigiê'. Ten dele is het een waar gebeurd verhaal. Er zat een dominee in één van die gevangenissen. Ik hield trouwens ook lezingen over het gevangeniswezen voor de Christelijke Vrouwenbond en zo. Toen vroeg er eens zo'n dame: 'Mevrouw, er zitten zeker geen gereformeerden in de gevangenis?' Toen zei ik: 'Je zal ze de kost moeten geven!' Had je dat gezicht moeten zien! Die christelijke huisvrouwen vroegen me ook wel: 'Mevrouw, hoe ervaren uw kinderen het dat u schrijft? Want dat hóórde natuurlijk niet, hé. Je moestjeaan je man en je gezin wijden. Dan zei ik maar: 'Waarom zou een vrouw niet mogen schrijven? Onze liever Heer schiep eerst een kladje en tóen de vrouw.' Tja, ik had toch weinig zin om me te gaan verdedigen voor die twee uur per dag dat ik achter m'n schrijfmachine zat te ratelen. Kom nou!" Jovan Dorp heeft Colijn goedgekend. In de tijd datzij haar ,,stukkies" voor De Standaard schreef was hij hoofdredacteur van dat dagblad. ,,Colijn was óók een brave boerenzoon", vertelt Jo van Dorp die met kennelijke sympathie op deze staatsman terugkijkt. ,,Daarom hield hij van die stukkies. Ik heb ook wel eens wat voor hem gedaan. In '33 vroeg hij mij om hem bij de verkiezingscampagne te begeleiden. Hij vroeg mij om de vragen die binnenkwamen vanuit de achterban, met hem door te spreken. Want hij was een goed econoom, maar hij wist

269

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 331

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's