VU Magazine 1985 - pagina 160

geopend zijn, lezen we twee tekstverzen met nieuwe belangstelling. In de eerste plaats Deuteronomium 28:29, waardedreiging staat; "De HEREzalu slaan met waanzin, verblinding en verstandsverbijstering, zodat gij op den middag rondtast, als een blinde in de duisternis". Gaat het hier over dagblindheid, waarbij je "op de middag" blind bent? Het tweede vers komt uit de beroemde Psalm 121, "Ik hef mijn ogen op naar de bergen..." Daar lezen we "De zon zal u des daags niet steken, noch de maan des nachts". Eigenlijk staat er niet "steken", maar "slaan". We herinneren ons, dat de mannen van Sodom werden "geslagen" met nachtblindheid en de Syriërs met dagblindheid. Het steken door de maan is altijd een groot raadsel geweest in dit psalmvers. Welnu, mogen we nu denken aan nachtblindheid? Het is moeilijk te bewijzen, maar misschien mogelijk.

Conlmu<atou of Col. IV K.2570.eto

frem "Rn.Eé+.

2..

(psvlof K.Z.573.). RM.264.

ft) ••••

K. 10019

lIN't.f^^f*

3 A

< TT

'W^

K.257S.

^ ^

«-^

'wf—

..J*r'S^....

r

éJr<P%.

%

m^^^'%:

s. ^^tC^PlT ®Trjccs

m^i^

,:;5

4-.

%^

T"'

•

^^NTKH^I

T>4%

- ^

jti^4

^m J -H> s .

,£fB'4fr?-^-r«-ir'^

wm

. • ;

K.4IZ0.

T'

?•'':-,

M^^^^mf'^ ^^^M » ^ ^=^

en K.Z970.

\

M...:-<

M'W'^W 0'n^>f4^im^f-

6. K.seea.,

-IPW

,i^^^

Raaf Ten slotte nog een merkwaardigheid. Te midden van al die zalven en toverijen stoten we in het Babylonische handboek op de volgende instructie: Ga naar het nest van een raaf, steek zijn jongen de ogen uit. De raaf zal voor zijn jongen een geneeskrachtige plant opzoeken en di'e plant moet jij hebben om er een ogenzalf uit te maken. De Grieken en Romeinen hadden net zo'n verhaal, maar daar gaat het niet over een raaf, doch een zwaluw. Ze dachten overigens, dat de ogen van jonge zwaluwen en slangen ook weer vanzelf aan kunnen groeien. In de Oudheid meende men die geneeskrachtige plant zelfs te kennen. Ze noemden die "Groot Zwaluwkruid" {Chelidonium majus) en dat kruid bleef beschouwd worden als goed tegen oogziekten. Bij ons heet het Stinkende gouwe, maar ook Ogenklaar(!), Schelkruid of Goudkruid. Het is in de kruidenboeken te vinden; soms wordt dit verhaal erbij verteld. Dit fabeltje heeft dus zijn oorsprong bij de Babyloniërs, maar daar gaat het over een raaf. In de Bijbel kunt u ook zien, dat de raaf een vogel is, die altijd wat nuttigs weet te vinden. Tot zoverre deze impressie over de bestudering van de oogheelkunde bij de Babyloniërs. Wie had gedacht, dat dit onderzoek zulke leuke en verrassende resultaten aan het licht zou brengen? D

134

•^fë^fln ÏÏ41TÏ^

irP

^ ^ F ^

r^f^

n^'^^^^^:.:.

'"'^•m:L<'^^m'^^^pm

irH

;p^^xfTrL-<HTt^ 10 I

^^p^

'i-ii-Z::iÜÖ-;:^jiM^

MTr^iïf X X

t' .:

[•Ss-. K S ï 6 B

••;;:S:r-« ^fF— $:••••'s%ff!^Hfffi'#éirtWgWr''-^ffl>^i' ,j^

7 K.10790..

Pdrc of K 25'J

J4m. •

.-il-^^y'l.^^CK

..1.

^:

K. 13520 5.

9.

•f p^ ^.^r#f^'W'fF4r WT"- ^fïï" ^ * F «f-

K.I54Ï9. n

Proiiahhj part

.;..

of K.ZSp.

(f=-

lf0rif=-^m'm. ;3??.,_,.-.12.,

K.134-1 r.

%F-

'^«t^^ir f^"

,..^'

^'

Vl[

f^ r;..'"^fm-M.^s^ in de koninklijke bibliotheek van Assurbanipal (668-627 voor Christus) werden de tabletten over oogheelkunde bewaard. De oorspronkelijke exemplaren, met op elke kant twee kolommen, zijn in stukken en brokken tot ons gekomen. Hier enige tekeningen van de kleine fragmentjes, die nu in het Brits Museum bewaard worden. Het is de kunst, zulke brokjes weer bij elkaar te laten aansluiten. Een heelgepuzzel Prof. dr. M. Stol is hoogleraar In het Akkadisch, Ungarltisch en de Geschiedenis van het Nabije Oosten in de Oudheid.

VU-Magazine14(1985)4april1985

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen