GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 35

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 35

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

bewegen. Want alcoholisme is naar zijn mening een ziekte, waarbij genetische 'aanleg', een bepaalde persoonlijkheidsstructuur en sociale omgeving de 'vatbaarheid' bepalen. Een ziekte meteen 'incubatietijd' van zeven tot negen jaar indien stevig wordt doorgedronken. Vanuit die optiek is het ronduit onbegrijpelijk dat een dergelijke ziekte eerst in het allerlaatste stadium, wanneer er in feite al geen weg terug meer is, wordt onderkend. Hoe is 't mogelijk dat het aantal geconstateerde gevallen, in een gemiddelde huisartsenpraktijk van zo'n 2.500 patiënten, een schijntje is van het, volgens statistische berekening waarschijnlijke aantal van honderd tot tweehonderd alcoholisten en excessieve drinkers?!

s/e, dementie en diverse 'typisch alcoholische' syndromen als resultaat. Navrant feit is bovendien de schade die alcohol aan het nageslacht kan toebrengen, al heeft men tot nog toe slechts het drinkgedrag van de (zwangere) vrouw als factor onderzocht. Denkbaar is, naar uit rattenonderzoek bleek, dat ook dit gedrag van de man ten tijde van de conceptie mede een rol zou kunnen spelen. De thans beschikbare resultaten zijn op zichzelf echter al schrijnend genoeg. Berekend is bij voorbeeld dat een kwart van de zwangere vrouwen die tweemaal of vaker per week alcohol gebruiken, een spontane miskraam meemaakt. Vrij recentelijk is bovendien vastgesteld dat afwijkingen bij jonggeborenen, als gevolg van alcoholgebruik door zwangere vrouA/en langzamerhand tot de meest voorkomende geDoortedefecten behoort. Na mongoloïde kinderen en babies met een open rug komen de jonggeborenen die een 'foetaal alcohol syndroom' (FAS) vertonen naar aantal op de derde plaats, met als kenmerken: te klein, een geringe schedelomvang, te licht en afwijkingen in het gelaat en naderhand optredende groeien ontwikkelingsstoornissen en gedragsafwijkingen. De Fransman Lemoine, die dit verband in '68 al vaststelde, kreeg in zijn land, waar drankgebruik in het leven van alledag sterk verankerd ligt, slechts spot en hoon over zich heen, tot in '73 de Amerikaan Jones hetzelfde onomstotelijk bewees.

Incubatietijd In het algemeen geldt dat de medische prognose voor de alcoholverslaafde slecht is. Belangrijkste oorzaak, naast het feit dat reeds 'afgekickte' alcoholisten niet zelden 'recidiveren', is dat reeds in een vroeg stadium anatomische en functionele hersenbeschadigingen optreden, die veelal onherstelbaar zijn. Van groot belang is daarom, het in een vroeg stadium onderkennen van problematisch alcoholgebruik, met name in de eerste- en tweedelijnsgezondheidszorg. En daarin blijken die medische sectoren nu juist schromelijk tekort te schieten, zo luidt één van de conclusies van Spieksma, die als huisarts met deze brochure zijn confrères tot grotere alertheid op dit punt wil vu-Magazine 14(1985) 1 januari 1985

Daar zijn wel verklaringen voor te geven. Zo zullen óók artsen en hun opleiders zich niet gemakkelijk kunnen onttrekken aan de algemeen geldende, culturele acceptatie van alcoholgebruik, zoals die in de afgelopen decennia is gegroeid. Bovendien zullen artsen die zelf regelmatig alcohol gebruiken — en waarom zouden zij daarin een uitzondering vormen? — al snel een vergoeiiijkende houding aannemen tegenover een patiënt die toegeeft 'wel eens een glaasje teveel te drinken'. Daar komt dan nog bij dat excessieve drinkers meestal bagatelliserend over hun eigen drankgebruik praten en vaak alles in het werk stellen om de zaak zo te draaien dat zij hun schadelijke gewoonte niet hoeven af te zweren. Het veelgehoorde excuus: "dokter, Ik kan de drank makkelijk laten staan", wordt snel geaccepteerd, maar zou veeleer een teken voor de arts moeten zijn, dat de patiëntzélf al 'nattigheid' voelt. Uit Gronings onderzoek is gebleken dat de moeite van artsen, om rechtstreeks te vragen naar de omvang van het drankgebruik, een belangrijke bijkomende factor is. Men doet dat niet graag. Kennelijk roept het informeren naar de 'stoelgang' minder weerstand op dan de vraag: "drinkt u veel?"

Gedachtenkronkel Spieksma voegt aan die verklaringen nog een heel plausibele toe. Bij normale patiënten hanteert de gemiddelde huisarts twee uitgangspunten: 'een zieke patiënt moet worden genezen', en: 'voorkomen is beter dan genezen'. Opmerkelijk is nu, dat veel artsen, geconfronteerd met een alcoholist of een excessief drinkende patiënt, die gedachten plotseling laten varen. Daarvoor in de plaats komen dan de bekende vooroordelen als: 'alcoholisten zijn onverbeterlijk' en 'ze hebben het probleem aan zichzelf te danken'. Uitgaande van Spieksma's stelling, dat alcoholisme een chronischez/e/(fe is, met als consequentie dat de ontwikkeling ervan grotendeels öu/fen de verantwoordelijkheid van de patië^fvatt,>nag deze gedachtenkronkel hoogst opmerkelijk heten. Opmerkelijk ook, omdat dit heel duidelijk het tweeslachtige in de algemene opinie over alcohol weerspiegelt: wie nietdrinkt hoort er niet werkelijk bij, maarwieindat, ten opzichte van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 35

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's