GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 281

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 281

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Colijn tijdens het uitspreken van zijn programmatisctie rede tot de deskundigen van de Oslo landen in de Trèveszaal op tiet Binnenhof in Den Haag, maart 1937

begonnen? J. L. Mowinckel, de toenmalige Noorse minister van Buitenlandse Zaken, was de geestelijke vader van deze 'Conventie van Oslo', die in december van dat jaar door drie Scandinavische en drie Westeuropese, kleine landen werd ondertekend (Finland sloot zich pas in 1933 aan). Doel van de conventie was eerst en vooral om actief steun te betuigen aan het streven van de Volkenbond om de economische, wereldomspannende crisis effectief te bestrijden. Het middel — ook dat van de Volkenbond — bestond met name uit pogingen om handelsbelemmeringen te slechten, die — hoewel veelal opgeworpen uit protectionistische overwegingen — uiteindelijk diep in het eigen vlees sneden. Op België en Luxemburg na behoorden de ondertekenaars tot de landen die, op grond van hun neutraliteit, al tijdens en nadeEerste Wereloorlogop kleine schaal tot samenwerking waren gekomen. Die gemeenschappelijke achtergrond betekende overigens wel een rem wanneer andere landen zich bij de groep hadden willen aansluiten. Maar zover kwam 't niet. De overige Europese landen, Engeland voorop, weigervu-Magazine 14(1984)6 juni 1985

den toe te treden. En dat had weer als gevolg dat de economische idealen van de 'Oslolanden' al snel werden gekortwiekt tot het streven om alleen de onderlinge handelsbarrières te slechten. De samenwerking, aldus Van Roon, werd zo van een middel tot een doel op zichzelf. Alleen de wederzijdse handel werd uitgebreid, die zowel een multials een bilateraal karakter kreeg. De conventie vond in de afzonderlijke landen brede maatschappelijke steun: de interesse van politieke partijen en van werknemers- en werkgeversorganisaties voor deze alliantie was groot. Behalve economische betrekkingen leverde de conventie ook regelmatig overleg op tussen de ministers van Buitenlandse Zaken en hun topambtenaren; tegelijk een teken naar buiten dat de alliantie toch heus niet als wassen neus mocht worden beschouwd. Hoezeer de aanvankelijke doelstelling van de conventie van Oslo — een zo breed mogelijke steun geven aan het streven van de Volkenbond om de wereldwijde crisis doelmatiger te bestrijden — inmiddels was verwaterd bleek, toen de Oslolanden vergelijkbare initiatieven van de Baltische en Balkanlanden om tot onderlinge samen-

werking te komen, eerder als concurrentie dan als prijzenswaardige navolging beschouwden. Een bottleneck voor de Oslolanden — in economisch opzicht althans — was het feit dat hun afzonderlijke economieën elkaar te weinig aanvulden. De onderlinge concurrentiepositie bleef daardoor in potentie aanwezig. Dat uitte zich bij voorbeeld in het feit dat Nederland en België een 'actieve handelspolitiek' wilden blijven voeren, hetgeen in de praktijk neerkwam op invoering van een contingenteringssysteem — een pakket maatregelen dat de invoer van buitenlandse produkten tot een bepaalde hoeveelheid moest inperken — dat ook op de andere Oslolanden werd toegepast. Dat, èn het feit dat Nederland en België, anders dan de Scandinavische landen, de devaluatie van het Engelse pond sterling niet volgden, betekende een fikse knauw in de vriendschap. Samen met de perikelen rond de Conventie van Ouchy — een verdrag tussen Nederland, België en Luxemburg dat in 1932 werd geparafeerd — leidde dit ertoe dat de Nederlandse neiging om in economisch opzicht toenadering tot Duitsland te zoeken, uiteindeliik 235

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 281

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's