GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 487

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 487

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De mens wordt in de verzorgingsstaat afgeschermd van prikkels die hem tot aanpakken en vernieuwen drijven." Gelukkig is daaraan een eind gekomen met Bolkesteins partij in de regering: "De overheid doet stappen terug, laat meer aan de mensen zelf over. Een overheid móet ook niet meer regelen dan enkele hoogstnoodzakelijke bestaansvoorwaarden. De macht van regeringen om goed te doen, is heel beperkt, maar haar vermogen kwaad te stichten is schier onbegrensd." Het eigenbelang dient het uitgangspunt te zijn van een regering. "Dat is een beter richtsnoer dan welke andere beweegreden ook", zo sluit hij af, "en dat is bij mijn partij in goede handen." Een vraag uit de zaal: "De heer Bolkestein heeft alleen gesproken van liberalen die een vrije markteconomie nastreven. Maar kent hij dan niet het onderscheid tussen de 'wilde' en de 'utopische' liberalen?" Nee, dat kent hij niet. Toch blijkt de zo keurig ogende heer Bolkestein een 'wilde' liberaal te zijn. Hoort hij in een reservaat thuis, of achter de tralies? Het blijkt te gaan om termen die Franse geschiedkundigen hanteren: "Die maken een onderscheid tussen 'wilde' liberalen, die alles verwachtten van een vrije markt, en 'utopische' liberalen, die meer de nadruk legden op mensenrechten en democratisering". Van die laatste groep toch niet de onbelangrijkste als we aan Thorbecke mogen denken, heeft Bolkestein nimmer gehoord: "Dus heb ik die ook niet in, m'n toespraak kunnen noemen". Had dat dan niet gemoeten? "Nee, want ik wilde in m'n lezing toe naar de invloed van de filosofie op de maatschappij van vandaag en met name op het regeringsbeleid zoals dat nu gestalte krijgt. Misschien ben ik in m'n betoog wat al te snel en onvolledig geweest. Maar ja, ik ben ook geen filosoof. Dus mag ik me verontschuldigd weten". eel kritischer op de toonaangevende lijn in onze huidige Westerse cultuur betoont zich prof. Kwant. Hij ziet vooral in onze eeuw een "uitbarsting van rationaliteit", die alle hoeken en gaten van de samenleving doordringt, "en die zo langzamerhand een veel te grote plaats in ons leven heeft gekregen." Alom is die invloed bespeurbaar, maar voor 't eerst in de geschiedenis staat de wijsbegeerte aan de kant: "Kijk maar naar de geweldige veranderingen in onze eeuw, naar de ontwikkelingen in de techniek, in de universitaire kennis, in de produktie, de communicatiemiddelen en de mogelijkheden op administratief gebied." Vroeger was de invloed van wijsgeren op de maatschappij veel groter dan thans. "Uit de werkzaamheid van Griekse denkers groeide ons hele onderwijsstelsel, vanuit de gedachte dat mensen zo beter konden leren hun gedachten en overtuigingen onder woorden te brengen. Plato schreef boeken

V

VU-MAGAZINE-DECEMBER 1986

over de inrichting van de samenleving, en zette daarmee een stempel op de geschiedenis van de politiek. De christelijke filosofie van Augustinus was tot ver na de Middeleeuwen maatgevend op alle gebied; de kunst, het onderwijs, de ethiek, de seks. Aan de filosofen van de Verlichting danken we de vormgeving van de huidige democratische samenleving. In de ideeën van Adam Smith zie je heel Amerika terug. Kortom, steeds waren filosofen van betekenis voor de samenleving." Hoe kunnen wijsgeren van vandaag toch nog een nuttige rol voor de samenleving vervullen? Hebben ze de maatschappij nog iets te zeggen, nu de toon door anderen wordt gezet? Kwant: "De wijsgeer van vandaag is stilaan bescheidener geworden. Daarenboven vertoont hij in zekere zin een vorm van verscheurdheid. Filosofie is een vorm van expressie. Ze drukt het leven, de wereld uit. Dat filosoferen speelt zich dus af in de samenleving, in de sociale wereld. Ook vóór hij ging nadenken, kende de filosoof de wereld al. Hij is in haar geworteld. Echter, zijn specialisme bestond al vóór hij ter wereld kwam: de filosofie heeft een geschiedenis, een traditie. Ook die moet hij in zich opnemen. "De filosoof moet dus een kenner zijn van het heden, maar evenzeer Ter gelegenheid van de verjaardag van de Internationale School voor Wijsbegeerte is een boek verschenen bij Boom in Meppel: Tilosohe in Nederland - De Internationele School voor Wijsbegeerte als ontmoetingsplaats, 1916-1986', onder redactie van A.F. Heijerman en M.J. van den Hoven. Niet alleen de ontstaansgeschiedenis van de School wordt vanuit de bijbehorende filosofische achtergronden belicht, ook komen actuele thema 's uit de wijsbegeerte aan bod. Het eerste exemplaar van het boek werd op 31 oktober uitgereikt aan een vervanger van minister Brinkman. De minister moest wegens drukke werkzaamheden in de Tweede Kamer te elfder ure z'n aanwezigheid op de filosofendag in Leusden afzeggen.

van het verleden. Kent hij alleen de wereld van nu, dan wordt hij door z'n vakgenoten niet ernstig genomen. Kent hij alleen de traditie, dan heeft hij de mensen niets meer te zeggen. De filosoof heeft het dus moeilijk: hij moet een evenwicht zien te vinden."

A

l met al kan de wijsgeer van vandaag nog het best vragenderwijs de mensen verder helpen. Kwant: "Steeds duidelijker wordt de begrenzing zichtbaar van wat Rede en redelijkheid vermogen. Reeds Darwin, Marx en Freud braken het redegeloof tot de grond toe af, maar, ironisch genoeg, nog met strak-rationele argumenten. Anderen na hen, zoals De Saussure, zeiden: alles is taal. Ook redelijkheid is een vorm van taal, en daarom helemaal niet altijd zo kant en klaar doorzichtig als ze lijkt. Achter de taal zit misschien wel niets, of alleen maar symbolen, eenheden van betekenis, iets dat nog-niet-rationeel is. De mens bestaat toch uit veel meer dan redelijkheid alleen. De mond die rationeel praat, is ook de mond die eet. De mens heeft ook behoeften, belangen, streeft naar macht. Filosofen van vandaag hebben meer oog gekregen voor dat niet-redelijke aspect van de mens. En wat is 'redeijk' eigenlijk precies? Achteraf blijkt vaak dat hetgeen rationeel leek, het helemaal niet was. De Rede kan ons handelen kritisch begeleiden, meer niet." Twee taken resten de filosoof. "De filosofen kunnen kritische vragen stellen over de plaats van die rationaliteit in ons bestaan, haar terugbrengen tot bescheidener afmetingen, haar weer koppelen aan gewone, menselijke ervaringen." En daarnaast: "Ook kunnen filosofen vragen stellen bij allerlei waarheidspretenties die van alle kant op ons afkomen. De wijsbegeerte kan al dit soort wijzen van menselijk spreken zorgvuldig onder de loep nemen en waar nodig ontmaskeren. Filosofen moeten zeggen wat waar zou kunnen zijn en wat beslist niet." n Frits Stoffels studeert theologie en is free lance journalist.

433

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 487

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's