GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 150

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 150

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Roelf Haan

Geloven in wat niet kan Ik ben er nog niet toe kunnen komen het boek van Kuitert Alles is politiek, maar politiek is niet alles te gaan lezen. Dat komt omdat hij een titel bedacht die een waarheid als een koe bevat. Wat kan ik dan nog opsteken? "Politiek en kerk denatureren", lees ik in het voorwoord, "als politiek alles wordt." Allicht. Wanneer de staat alles wordt (want dat betekenen deze woorden), leven wij in een totalitaire staat. Kuitert meent dat het met het bevrijden uit armoede en onderdrukking allemaal veel eenvoudiger kan, als men maar eens ophield theologie en maatschappelijke kwesties met elkaar te verbinden. Dan zou er gewonnen zijn dat er minder hoogspanning komt, meer overleg, ook tussen christenen onderling en daardoor betere kansen op een consensus in politieke en maatschappelijke zaken. Ik zou tot lezen worden aangezet, als het nu dus verder ook ging over die positie van armen en onderdrukten. Daarin ligt immers de uitgangssituatie voor het gehele betoog, tenminste als het inhoudelijk op deze maatschappelijke problematiek inging. Dan zou immers vanzelf wel blijken wat de kerk er mee te maken zou kunnen hebben. De procedure is echter omgekeerd. Kuitert start niet bij de verdediging van het recht de'r armen; hij neemt openlijk het risico hun zaak afbreuk te doen (blz. 13), want het gaat om het behoud van de kerk zelf, die, wanneer zij "politieke uitspraken" doet, "op het verkeerde paard wedt". De christelijke religie is er niet een van doeners. Deels zijn die doeners (nog) optimisten, die het wenkend perspectief van het Koninkrijk

136

Gods in hun eigen politieke idealen hebben zien oplichten en van geen ophouden weten, maar deels zijn het ook pessimisten die aan hun eigen idealen zijn gaan wanhopen en daarom des te fanatieker prediken dat het allemaal toch moet en dat het christelijk is te geloven in wat niet kan." Politiek moeten wij aan de politiek overlaten; want daar gebeuren de dingen effectief. Dit gelooft Kuitert werkelijk, al karakteriseert hij de politiek als machtsspel en als een terrein waar persoonlijke eerzucht collectief nut oplevert. Ik ken wel een ander denken over de politiek, realistischer: aangezien persoonlijke eerzucht collectief onheil teweegbrengt, moet er een andere houding in de politiek worden "uitgeleefd": politiek is dienst en de antirevolutionaire broeders van weleer spraken zelfs van de politiek als ambt, maar dat deden zij juist op grond van een levensbeschouwing, die "kerk, geloof en theologie" wel degelijk in rapport bracht met de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Zij waren geen optimisten en geen pessimisten, geen activisten en geen fanatici. Er werd gewoon gewerkt. Het is gemakkelijk de verbinding tussen geloven en handelen af te doen door bepaalde "fanatieke" sprekers in de kerk als model te kiezen of het beeld van de tegenstander (want Kuitert polemiseert) eerst te reduceren tot naïviteit, of tot vrijblijvend verbaal theater. Maar ik ken geen dergelijke mensen, althans niet rondom de theologie en de sociale ethiek van de oecumenische kerken. Ik heb wel weet van duizenden gelovige kerkmensen, priesters, predikanten en leken, jonge catecheten vooral, die noch optimisch nog

pessimistisch, noch fanatiek nog naïef, noch doenerig noch verbaal hun leven hebben ingezet voor de armen en verdrukten. Kerkverwoestend was het; hele parochies en in Guatemala zelfs een heel bisdom, zijn met de grond gelijk gemaakt. Dat kwam door het ontbreken van consensus tussen christenen onderling, van wie de een onderdrukte en de ander onderdrukker was. En deze laatste pretenteerde dat zijn persoonlijke eerzucht inderdaad collectief nut opleverde. Een verdrietig boek moet het zijn; ik kan het maar niet gelezen krijgen. Wat hebben we, in het zicht van de enorme bedreigingen van het menselijk leven — en niet alleen dat: volgens de joden is niet de mens, maar de sabbath zelf de kroon op de Schepping —, aan deze procedurele discussies over wie er mag spreken en hoe en wanneer? Zij vertroebelen de inhoud van de zaak. Er zijn ook andere houdingen dan pretentieuze eerzucht in de politiek, bij voorbeeld die van Ria Beckers in "Het Capitool" van zondag 2 maart, die de naïviteit opbracht om de stelling te verkondigen dat in de politiek de zaken niet op grond van macht en het profileren van jezelf of politieke opportuniteit (zie het euthansasiedebat!), maar op grond van de discussie over de inhoud van de problematiek moeten worden gevoerd. In de inleiding van zijn beroemde standaardwerk over De maatschappelijke leer van de christelijke kerken en groepen schrijft Ernst Troeltsch dat de sociale wetenschappen uit zichzelf geen fundamentele normen kunnen opleveren; zelfs het economisch leven teert op instellingen buiten haar eigen terrein! Laten wij dus niet twis-

ten, zegt hij, over de vraag of de kerk mag spreken, maar de aandacht richten op wat zij zegt. Juist als kerk, d.w.z. als instelling los van een politieke partij, kan zij met gezag over inhoudelijk-politieke zaken spreken! Met name door haar praktische optreden en door haar studies, via haar organen en door de uit haar voortgekomen instituten, in gesprek met de bestaande wetenschappelijke literatuur. Wat Troeltsch betreft mogen we ons Multidisciplinair Centrum voor Kerk en Samenleving dus wel houden. De kerk hoeft geen partijpolitieke belangen na te streven; wanneer zij niet spreekt uit eigen belang of uit dat van haar leden, dan is zij dus bij uitstek vrij om belangeloos, dat wil zeggen "objectief' te spreken over andere belangen, namelijk van hen die niet meetellen in het collectieve nut. Partijloos spreken is voor de onderdrukten spreken. En christelijk spreken is spreken over de volharding in zaken die niet kunnen. Want het is christelijk te geloven in wat niet kan. Niet omdat het mijn idealen zijn; dat zijn het waarschijnlijk juist niet. Mijn ideaal is een rustig leven zonder hoogspanning. Maar omdat er een Belofte is. Rechtsbetrachting is voor christenen geen zaak van haalbaarheid, maar van geloof.

VU-MAGAZINE -

APRIL 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 150

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's