GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 20

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 20

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

tot vluchten. 'Angst geeft vleugels', luidt niet voor niets het gezegde. Angstbeleving kan overigens ook groteske vormen aannemen en zelfs ontsporen. Een groot aantal mensen lijdt onder uitzonderlijke angsten, ook in volstrekt risicoloze situaties. De angst richt zich in dat geval op ingebeeld, niet bestaand gevaar. Men spreekt dan van fobieën, die zich in allerlei gedaanten kunnen voordoen. Algemeen bekende fobieën zijn hoogtevrees, watervrees en plankenkoorts. Minder bekend zijn bijvoorbeeld pleinvrees, straatvrees en smetvrees; psychiatrische ziektebeelden waarvan de wetenschap de oorzaken evenmin kent als de adequate therapieën ertegen. Degenen die in ernstige mate lijden aan dergelijke fobieën kunnen zelden rekenen op begrip. Vaak worden ze zelfs voor gek versleten.

N

iemand leeft geheel vrij van angst, is dus de slotsom. Maar, zo zou men kunnen tegenwerpen, er zijn toch ook mensen die aan angst plezier lijken te beleven, zoals liefhebbers van spookhuizen en griezelfilms? En hoe zit het met degenen - autocoureurs, bergbeklimmers en stuntlieden bijvoorbeeld - die met hun hobby of vak bewust hun leven in de waagschaal stellen? Als het al niet zo is dat dergelijke lieden totaal geen angsten kennen en blind zijn voor de risico's van hun liefhebberijen, dan zou men hoe dan ook tóch mogen menen dat zij een zeker genot beleven aan hun omgang met angst. Die zeer reële vragen speelden ook Susanne P/eYdoor het hoofd, toen zij begon aan haar psychologisch onderzoek naar de vraag of angst in sommige gevallen wellicht loont en zo ja, in welke vorm dat loon wordt uitgekeerd. De re-

WasNiki Lauda dan toch het prototype van de onbezonnen waaghals die geen angsten kent? Uit zijn eigen relaas blijkt het tegendeel. sulfaten van die wetenschappelijke speurtocht liggen inmiddels, handzaam ingenaaid, in de boekwinkels, onder de titel Het loon van de angst (een uitgave van Ambo te Baarn). Het resulterende boek was meteen ook het proefschrift waarop Susanne Piet eind '86 aan de Universiteit van Amsterdam promoveerde tot doctor in de sociale wetenschappen. Het biedt een overzichtelijke, theoretische blik op het fenomeen angst, maar vooral gunt het de nieuwsgierige lezer een onthullende kijk in de angstbeleving van gevaar- en sensatiezoekers. Onthullend is met name het uitvoerig vraaggesprek met de Oostenrijkse autocoureur Niki Lauda. Het interview, begin '83 gehouden en destijds gedeeltelijk uitgezonden door de VPRO-televisie in een door Susanne Piet vervaardigd programma rond het thema angst, staat integraal afgedrukt in het proefschrift. De keus voor Lauda was niet moeilijk. Deze coureur stond jarenlang bekend als een 'veilige rijder' - voor zover dat althans mogelijk is in de autosport -, maar werd in 1979, tijdens races op de Nürnburgring in Duitsland, slachtoffer van een ernstig ongeluk. Hij raakte daarbij levensgevaar18

lijk gewond en de gevolgen van dit ongeval zullen blijvend aan zijn uiterlijk zijn af te lezen. Niettemin stapte hij ruim één maand later al weer in zijn supersnelle 'formule-1-bolide'. Ogenschijnlijk onbevreesd, naar het de toeschouwers voorkwam. Was Niki Lauda dan toch het prototype van de onbezonnen waaghals die geen angsten kent? Uit zijn eigen relaas blijkt het tegendeel, hoe paradoxaal dit ook mag lijken.

V

ijf weken na het bijna fatale ongeval stond Lauda al weer op het circuit van Monza. "Ik druk gewoon het gaspedaal in en alles zal in orde zijn", dacht hij op het moment van wegrijden. Dat optimisme sloeg enkele seconden later om in paniek: "Ik herinner me dat ik uit de pits reed. Ik schakelde in de tweede versnelling, wat niets is; je hebt dan een snelheid van 150 km per uur. En op datzelfde moment begon mijn hart te bonzen en kon ik niet meer rijden. Het was fysiek onmogelijk voor mij om te rijden, zo bang was ik. Ik verbeeldde me steeds dat ik een nieuw ongeluk zou krijgen. Dus ik kwam binnen en moest meteen stoppen." Een angstige coureur zou in zo'n situatie zeker brokken hebben gemaakt, maar blijkbaar voorkwam de angst dat Lauda zich nog verder aan dat gevaar blootstelde. Die angst deed hem het risico mijden. Voor een doorsnee rennersloopbaan zou het een definitief einde hebben betekend. Maar niet voor die van Lauda. Terug in zijn hotel nam de coureur zichzelf stevig onderhanden: "Wil je racen of niet? Als je wilt racen doe dat dan en overwin je angst!" De volgende dag startte hij opnieuw en eindigde als eerste van het Ferrari-team. Een dubbele overwinning - op zijn collega's én op zijn eigen angst - die hem weer zelfvertrouwen gaf. Maar, aldus Lauda, "ik had drie of vier races nodig voor ik het probleem echt had weggewerkt". Een onbekommerd geluksgevoel leverde hem dat overigens niet op. Want "angst is niet iets wat je kunt beheersen. Je kunt angst op het moment controleren. Maar dat betekent niet dat hij tien minuten later niet kan terugkeren. En dan moet je hem opnieuw overwinnen." En dat is eigenlijk maar goed ook, in de ogen van althans deze coureur: "Speciaal in een baan als de onze hebben we de angst nodig", weet Lauda, "omdat we in staat moeten zijn binnen de grenzen te blijven."

n de autoracerij blijkt angst, volgens Niki Lauda, een tweeledige uitwerking te kunnen hebben. Bij een ervaren renner als hij geeft, naar zijn eigen zeggen, angst vrij nauwkeurig de grenzen aan waarbinnen de te nemen risico's nog hanteerbaar en aanvaardbaar zijn, al kunnen factoren van buitenaf ook aan de 'veilige' kant van de grens altijd nog een ongeval veroorzaken. Diezelfde angst kan echter ook tot oncontroleerbare paniek leiden en een coureur zodanig verlammen dat stoppen met de racerij als enige mogelijkheid overblijft. En dat was Lauda dus bijna overkomen. Hoe riskant het racen sowieso al moge zijn, zonder angst is het zéker een levensgevaarlijke bezigheid, omdat het nemen van risico's dan verwordt tot pure roekeloosheid. Racen is in leven blijven, benadrukt Lauda. En hij heeft weinig goede woorden over voor - meest jongere - collega's die onverantwoorde risico's nemen wanneer daartoe geen enkele aanleiding bestaat: "Deze knapen hebben volgens mij hun angst zover weggeduwd dat zij zich er VU-MAGAZINE - JANUARI 1987

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 20

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's