GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 145

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 145

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

cel toeneemt. Zelfs bij de laagste dosis blijft er dan een kleine kans, dat een ioniserend deeltje bij de passage van een celkern een ontsporing veroorzaakt, die op de lange duur tot een gezwel kan leiden. Dat de natuurlijke straling verantwoordelijk zou kunnen zijn voor een klein gedeelte (ongeveer één procent) van de sterfte door kanker, is niet bewezen op de manier, waarop in de natuurwetenschap hypothesen bewezen worden, namelijk door empirisch of experimenteel onderzoek. Het blijft voorlopig nog een onbewezen stelling, die er overigens wel zo redelijk uitziet, dat men in sommige gevallen beschermingsmaatregelen tegen de natuurlijke straling overweegt, met name tegen de blootstelling aan het radioactieve gas radon. Men treft dit gas overal aan, waar radium aanwezig is, omdat radium-atomen bij het uitzenden van straling overgaan in atomen van radon. Radon zelf zendt alfastraling uit en gaat daarbij over in een ander element, dat ook weer radioactief is. Het produkt daarvan is ook weer radioactief, enzovoort. Zo treedt er een hele reeks van overgangen op en bij elk daarvan wordt alfa- of bètastraling en veelal ook gammastraling uitgezonden. Als men nu radongas inademt, worden het weefsel van de luchtpijp, de bronchiën en de longen dus bestraald door radon en daarnaast ook door de volgprodukten, die bij het verval van radon tijdens het verblijf in de longen ontstaan.

VU^MAGAZINE—APRIL 1988

Voor de aan het weefsel afgegeven energie is voor een deel de alfastraling verantwoordelijk en hoe zwaar men aan deze bestraling tilt, hangt dus af van de gevaarlijkheidsfactor, die men aan de alfastraling toekent. Omdat het in de stralingsbescherming gebruikelijk is bij onzekerheid een bepaald risico liever te overschatten dan te onderschatten, kiest men voor de gevaarlijkheidsfactor van de alfastraling een nogal hoge waarde, waarvan de geldigheid allerminst bewezen is.

principe alle bestraling van de bevolking zo veel mogelijk te beperken, net zoals men ook de concentraties van kankerverwekkende stoffen in het milieu zoveel mogelijk reduceert, zelfs al vormen zij voor geen enkel individu een wezenlijke bedreiging. Om dezelfde reden wordt er gestudeerd op de vraag of men gipsplaten als bouwmateriaal moet toelaten, voorzover die vervaardigd zijn uit het afval van kunstmestfabrieken. De minerale fosfaten, waar de kunstmest van gemaakt wordt, bevatten namelijk meestal nogal wat radium. Dat komt dan bij de kunstmestfabricage grotendeels in het afvalgips terecht. Mag de radioactiviteit van dat gips die van normale bouwmaterialen te boven gaan en, zo ja, hoeveel? Op sommige plaatsen in het buitenland heeft men grotere problemen. Daar komt het voor, dat huizen zijn gebouwd op rotsen, die veel radium bevatten en die bovendien tamelijk poreus van structuur zijn. In sommige gevallen kan in zulke huizen de radonconcentratie tien tot honderd maal zo hoog worden als in ons land. Volgens recente berichten heeft men al besloten daar iets aan te gaan doen door middel van speciale verbouwingen. In de jaren dertig zijn de beide Am-

Kankercellen, 10.000 maal vergroot. Foto ABC

R

adium komt voor in de bodem en daardoor vindt men radongas in de buitenlucht. Radium komt ook voor in de muren van huizen, omdat die uit bodemmateriaal gemaakt zijn, en daarom komt radon ook voor in de binnenlucht, in het algemeen in een hogere concentratie dan buiten, omdat het radioactieve gas binnen niet weg kan waaien. Het dichtstoppen van kieren om energie te besparen heeft de ventilering van de huizen in de afgelopen jaren verminderd, en daardoor is de gemiddelde radonconcentratie in de binnenhuislucht en dus ook de bestraling van de longen toegenomen. Gelukkig geven in Nederland met zijn betrekkelijk zwak radioactieve bodem de radonconcentraties geen reden tot ongerustheid. Toch klinkt in de tegenwoordig van de kant van de overheid gehoorde waarschuwing om het goed ventileren niet te vergeten, ook het streven door om in

Veel van de oorzaken van kanker zijn bekend; maar verder onderzoek bUjft nodig om ook het percentage onbekende oorzaken te doen dalen. Foto Stokvis.

sterdamse universiteiten al begonnen met de bestudering van radium en radon in de Nederlandse bodem en lucht. Dat onderzoek heeft na de oorlog moeten wijken voor modernere vormen van kernfysisch onderzoek. Het is interessant te zien hoe groot thans weer de belangstelling is voor de radioactiviteit, waarmee de natuur ons heeft opgescheept. Of zijn we ook tegenover de natuur te wantrouwend geworden? D

Prof.dr. Joh. Blok was tot medio 1987 als hoogleraar in de biofysica verbonden aan de Vrije Universiteit, Van zijn hand verscheen een eerder artikel in VU-magazine van december 1987, getiteld 'Radioactieve besmetting en de nagalm van Windscale.'

II

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 145

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's