GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 347

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 347

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

traditionele werkwijzen niet gezegd kon worden. Het is dan ook niet louter nostalgie wat uit de gesprekken van Jozien Jobse met bejaarde Nederlanders naar boven borrelt. Die goeie ouwe tijd? Vergeet het maar. Zo was men van de "negatieve gezondheidsaspecten" (Jobse) van met name het roken en pekelen nog nauwelijks op de hoogte. De heer Plaatje uit het Drenthse Valthermond meldt: "Tegenwoordig zegt de dokter: geen zout, daar krijg je hoge bloeddruk van. Nou, dan had ik vroeger een bloeddruk moeten hebben! We aten 't zout bij lepels vol. Er stond een grote pot op tafel en daar zat een grote eetlepel in en dat ging zo op de aardappels en zo. En je had er geen last van." Hoewel deze informant zout dan nog wel bliefde, had hij het niet zo op sommige produkten van de slacht. Gekookt spek bijvoorbeeld:

Iets niet lusten was er niet bij. Je at wat de pot schafte, vertellen verschillende ondervraagden, want je kreeg gewoon niks anders. Eenzijdigheid in de samensteUing is ook zoiets waarop diverse informanten met zekere afschuw terugzien. In de eerste periode na de slacht was er bijvoorbeeld balkenbrij in overvloed: vleesrestjes van de varkenskop en ander slachtafval, met bloed en vet gekookt in een pap van vleesnat en boekweitemeel, die, eenmaal gestold, in dikke plakken werd gebakken. Een ondervraagde: "Dan at je enkele weken niks meer als balkenbrij. Dan at je geen brood; dan had je 's morgens balkenbrij en 's avonds balkenbrij, en 's middags gewoon middageten natuurlijk. Net zo lang tot de balkenbrij op was." Dat balkenbrij gemaakt werd in de tobbe waarin de rest van het jaar het vuile goed gekookt werd, mag als een bijkomstigheid gelden.

SmHTdRUKTE "Dat stond zo'n beetje te schudden op het bord. Dan kon je 's nachts niet slapen; je was d'r beroerd van."

S

nij- en slabonen hadden zonder uitzondering draden (in sommige streken wel 'scheermesjes' genoemd), de aardappels liepen uit in de bedstee, de zult beschimmelde en het spek werd op den duur 'ranzig' of 'garstig'. Het werd - al dan niet ontdaan van scheermesjes en schimmel - allemaal tóch opgegeten. Opvallend weinig geïnterviewden kijken dan ook met weemoed terug op die tijd. VU-MAGAZINE—SEPTEMBER )989

C

onserveren in de huishouding? Het lijkt goeddeels verleden tijd. Toch berust die constatering voor een deel op schijn. De diepvriezer beleefde, vaak in de vorm van een koel/vriescombinatie, inmiddels een weergaloze opmars in het Nederlandse huishouden. De functie van de verduurzaming van levensmiddelen is daarbij wel enigszins veranderd. Zo vriezen nog maar weinigen produkten van eigen teelt in, en is nauwelijks nog iemand van zelfvoorziening afhankelijk. De functie van de vrieskast hgt meer in het gemak - niet voor

elke boodschap naar de winkel - en in het financiële voordeel - van die ene voordeelaanbieding toch maar wat meer in huis halen -, al vergeten sommigen dat de afschrijving en het stroomverbruik van zo'n apparaat ook meegeteld moet worden. Maar voor een deel zal bij sommigen toch ook een oerdrift meespelen die we, met het oog op de noodzakelijke diepgang in dit verhaal, kunnen omschrijven als 'eekhoorngedrag': een voor de moderne mens nauwelijks nog functioneel residu van een ooit in het evolutieproces ontstane, dwangmatige verzamelwoede, die in extreme gevallen wellicht tot kleptomanie kan leiden. Ondanks een supermarkt op de hoek van elke straat, en een keur aan verse produkten die, van heinde en ver en in elk jaargetijde, worden aangevoerd, sluimert in ieder mens nog de drang tot het aanleggen van voorraden. De vrieskast heeft die drang zelfs verder ontketend, met name in de steden, waar vroeger van zelfvoorziening en voedselconservering nauwelijks sprake kon zijn. Ondersteuning van deze stelling vinden we bovendien in het gegeven dat, uitgerekend in deze jachtige tijd vol panklare produkten, voorgebakken frites en brood, en kant-enklaar-maaltijden, hele volksstammen weer overgaan tot het zelf vervaardigen van jam en andere ambachtelijke conserven. Het is maar een hobby, zegt Jozien Jobse over dit fenomeen dat zij voor het overige verklaart met behulp van nostalgie en creativiteit, en met de eer die vrouwen, ook vandaag nog, in hun kennissenkring daarmee zouden inleggen. Het zou ons eigenlijk niets verbazen wanneer Jobse zélf thuis beschikt over een welgevulde diepvrieskist, een voorraadkast vol conserven in dozen en bukken, en zij tevens de trotse bezitster blijkt van een kelder vol potten met zelfgemaakte jam en andere inmaakprodukten.D

Jozien Jobse-van Putten; Van pekelvat tot diepvrieskist; f 27,- (excl. verzendkosten). P.J. Meerstens-Instituut, Postbus 19888, 1000 GW Amsterdam.

37

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 347

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's