GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 447

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 447

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

vidueel niveau hangen, terwijl groepsgegevens op den duur veel interessanter zijn. Een hoop van dat soort gegevens ligt waarschijnlijk nutteloos in de kast. Zo'n peilstation zou er mee aan de slag kunnen, vergelijkingen tussen bedrijven maken, noem maar op."

O

uwehand beaamt dat de bedrijfsarts zich voor 'het grote geheel' moet inzetten, maar vindt ook dat er plaats moet zijn voor individuele begeleiding. De

belangrijk zijn dat de bedrijfsarts in plaats van twintig minuten nu eens veertig minuten voor hem of haar uittrekt", aldus Ouwehand. Kitty Meulenbeld van het NIA vindt die opstelling dubieus. "De bedrijfsarts moet veel minder op zijn eigen winkeltje gefixeerd zijn. Een dubbel consult op zijn tijd is prima, maar je kunt je toch afvragen of die tijd niet bewuster kan worden besteed. Het adagium is meestal: Je kunt iemand toch niet zomaar wegsturen? Maar iemand kan ook zijn

nale gezondheidsdiensten, van sociale teams. Daarin werken bedrijfsarts, maatschappelijk werker en personeelsfunctionaris samen om individuele problemen van werknemers te doorgronden. En pragmatisch op te lossen. "Kijken naar individuele problemen kan ook een meerwaarde opleveren", meent Ouwehand. Kijkend naar het verleden - Ouwehand werkt al meer dan twintig jaar in de bedrijfsgezondheidszorg - zegt hij: "Los van het feit dat psychische problemen tegenwoordig misschien eerder onderkend worden, is de spanning op het werk gewoon toegenomen. Er wordt een veel grotere aanspraak gedaan op de perceptieve en mentale vermogens van werknemers. De maatschappij is veel sneller geworden. Ook binnen grote organisaties kon je mensen met problemen vroeger nog wel eens op een stil plekje onderbrengen. Dat werd geaccepteerd. En, in hoeverre hebben mensen zelf nog de mogelijkheid om bij te sturen? Je moet vaak zo hard voort, er is nauwelijks gelegenheid om eens even op adem te komen."

A

^SSSÜ

doos papieren zakdoeken op zijn bureau staat niet voor niets binnen handbereik. Hij stelt dat jongere werknemers over het algemeen kritisch staan ten opzichte van hun werksituatie, gezondheidsklachten daar ook mee in verband brengen, terwijl ouderen vaak niet zelf ontdekken dat hun ziekte met het werk te maken heeft. "Bij zulke mensen is het een kunst om te weten te komen wat er achter de klacht schuilt. Vaak gaat het om mensen, bijvoorbeeld verpleegkundigen, die al tientallen jaren hard werken, bij wie het werk op de eerste plaats komt. Ze krijgen op een gegeven moment te maken met jongere collega's, die een heel ander arbeidsethos hebben, voor wie het privé-leven ook nog telt. En dat kan tot grote spanningen leiden. Het is maar een voorbeeld, maar voor iemand van die groep kan het heel VU-MAGAZINE—DECEMBER 1989

hart luchten bij een verpleegkundige of bedrijfsmaatschappelijk werker. Bovendien zijn actievere oplossingen denkbaar. Stuur iemand bijvoorbeeld naar een cursus stressverwerking." Ouwehand erkent het dilemma. Naast het spreekuur moet de bedrijfsarts zich ook inzetten voor periodiek gezondheidsonderzoek en werkplekonderzoek, vindt hij, en uiteraard is het goed om gegevens uit te wisselen met andere grote instellingen. In dat verband merkt hij op dat door de Nederlandse Vereniging van Bedrijfsartsen de noodzaak van samenwerking met bedrijfsverpleegkundigen, arbeidshygiënisten, veiligheidsdeskundigen en ergonomen wordt benadrukt. En dat samenwerking het toverwoord is, blijkt eens te meer uit de oprichting, in afzonderlijke bedrijven en regio-

fhaken door psychische problemen is en blijft voorlopig een groeiende tendens. Het peilstation waar het NIA naar streeft, kan met zulke veel voorkomende problemen goed uit de voeten. "Als je de scores van vragenlijsten van alle bedrijven in de metaalsector vergelijkt en één ervan blijkt eruit te springen, dan is dat een belangrijk signaal. Gevoegd bij de gegevens van werkplekonderzoeken kan dat de impuls zijn voor verbetering van arbeidsomstandigheden. Voor alle bedrijfstakken zou zo'n peilstation duidelijkheid kunnen verschaffen, ook op het gebied van psychische stoornissen." Het idee van stresscursussen, loopbaanplanning en andere vormen van 'zelfhulp' kan een analoge rol vervullen in de matiging van het ziekteverzuim. Dat vindt ook Ouwehand. En fitness? "Ik ben een groot voorstander van gezonde leefgewoonten, maar fitness is nu nog te modieus bepaald. Bovendien leert de praktijk dat deelnemers aan bedrijfssport vaak toch al in hun vrije tijd aan sport doen. Wij zijn er, dat is heel evident, vooral voor de kwetsbaren." D 5

Drs. P. Ouwehand: 'In hoeverre hebben mensen zelf nog de mogelijkheid om bij te sturen?' Foto Sidney Vervuurt AVC/VU

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 447

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's