GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 71

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 71

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

onderzoek. De financiering is voor tachtig tot negentig procent afkomstig van lokale en nationale overheden die geïnteresseerd zijn in bepaalde analytische kanten en mogelijke oplossingen van het milieuvraagstuk. Het grote nadeel van die situatie is dat er weinig ruimte is voor fundamenteel onderzoek. Dat komt doordat derde geldstroomonderzoek veel begeleiding vraagt en omdat de bestaande vakgroepen te klein zijn om dergelijk fundamenteel onderzoek uit te voeren. De zaak wordt nog gecompliceerd doordat onderzoeksinstituten zijn georganiseerd op basis van discipline en niet op basis van een probleem. Milieukunde is eigenlijk te laat ontstaan, in een tijd dat men al begon met bezuinigen. Daardoor bleef voor fundamenteel onderzoek weinig ruimte over. Derde geldstroomonderzoek is door zijn aard toch meer gericht op de buitenkant, op een probleem dat vrij snel een oplossing vraagt. Er is teveel haast en te weinig diepte. Er is nu toch een aantal terreinen waarop wij de boot missen. Een typisch voorbeeld daarvan is de aantasting van de ozonlaag. Als fundamenteel onderzoek had dit in de jaren zeventig hoog gescoord, maar nu is het eigenlijk te laat. Hedendaags onderzoek wordt meer ingegeven door de waan van de dag.

M

ilieu is eigenlijk een zaak die door de traditionele links-rechts scheidslijnen heenloopt. Het milieuvraagstuk bevat in ideologische termen een aantal elementen die daarbij een grote rol spelen. Het eerste heeft te maken met een gedachte als goed VU-MAGAZINE—FEBRUARI 1989

Prof.dr. L. Reijnders(1946) studeerde scheikunde aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1973 op een moleculair biologiscli proefschrift. Daarna werkte hij aan de Landbouwhogeschool in Wageningen en aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds 1981 is hij verbonden aan de Stichting Natuur en .Milieu. In 1988 werd hij benoemd tot hoogleraar milieukunde aan de Universiteit van Amsterdam. Interview: Roeleke Vunderink Foto: Henk Thomas

rentmeesterschap, dat wil zeggen datje het milieu zoals je dat in ruime zin hebt 'gekregen' in dezelfde staat, of beter, overdraagt aan de volgende generatie. Vevolgens is het probleem van de natuur toch in sterke mate een kwestie van respect voor andere soorten, evenals het respect voor derden, voor in principe niet-belanghebbenden. De achtergrond van dergelijke ideologische concepten ligt voor wat betreft het goed rentmeesterschap, bij de christelijke traditie. Het idee van respect voor andere soorten zie je voor het eerst opkomen in de tijd van de bourgeoisie. En de kwestie van het respect voor derden komt uit het liberalisme. Opvallend is dat de sociaal-democratische, linkse traditie volstrekt ontbreekt. Aan de andere kant hebben zij weer als traditie dat ze kritisch staan ten opzichte van het functioneren van het economisch systeem. En daar heeft het milieu-probleem natuurlijk erg veel mee te maken. Dat uit zoveel richtingen interesse voor dit vraagstuk is, verklaart ook waarom het dwars door de links-rechts scheidslijnen heenloopt. De aandacht voor het milieu kwam wel

voor het eerst aan de linkerzijde op. Nu komt de meeste druk om te komen tot een oplossing van links en de liberalen. Het CDA laat het hierbij het meest afweten. Ik denk dat dat te maken heeft met de grote vervlechting van het CDA met gevestigde posities in belangengroepen die belang hebben bij de aantasting van het milieu. De kleine christelijke partijen zijn op het punt van milieu daarentegen weer nauwelijks te onderscheiden van de linkse partijen.

M

en is nu eigenlijk wel goed doordrongen van de ernst van het miHeuprobleem. Vijftien jaar geleden was dat nog wel anders. Toen dacht men dat alleen geitewollensokken types zich daar druk over maakten. Dat idee is nu wel verdwenen, maar er bestaat nog steeds een groot gat tussen wat men meent en wat men in feite doet. Hoewel iedereen nu weet dat autorijden niet bevorderlijk is voor het overeind houden van de bossen, is het voor elk in-

ministers roepen bovendien bij bepaalde maatregelen, zoals het inkrimpen van de veestapel, dat die voor hun achterban niet te verteren zijn. Het milieuprobleem is toch ook het probleem van de collectieve besluitvorming. Een bioloog heeft voor wat het probleem van de auto betreft, eens de vergelijking gemaakt met de meent, een gemeenschappelijk stuk grond dat vroeger op veel plaatsen in Nederland voorkwam. Als er schaapherders op die meent opereren, is het voor iedere schaapherder voordelig er een schaap bij te nemen, maar als iedereen dat doet, takelt de meent af. Het lijkt heel aardig om de auto te nemen, maar als je kijkt naar defiles,de doden en de toestand van de bossen, dan is de gemeenschap beter af met een goed systeem van openbaar vervoer. Voor al deze vraagstukken geldt dat als je het aan de gemeenschap zélf overlaat, het nooit wat wordt. Er moeten echt afspraken gemaakt worden die de gemeenschap moet

'Als je het aan de gemeenschap zélf overlaat, wordt het nooit wat met het milieu.' dividu toch een grote stap om een andere oplossing te vinden. Op grotere schaal valt dat ook te constateren bij het Nationaal Milieu Beleidsplan, waar men nu in Den Haag over praat. De oplossingen die politici aandragen hebben allemaal betrekking op een periode van vijfentwintigjaar, maar wat er over tien jaar moet gebeuren weet men niet. Veel

controleren. Het is onvermijdelijk dat de overheid een deel van deze problemen met harde of zachte hand oplost, maar we zitten nu net in een periode waarin de ideologie juist is dat de overheid moet terugtreden. Het probleem is echter niet oplosbaar zonder grote overheidsinterventie. Dat is niet leuk, maar het is niet anders.

? 25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 71

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's