GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 99

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 99

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

genwouden is een andere oorzaak, bomen zetten kooldioxyde namelijk om in zuurstof.

F

el debatteren wetenschappers nu over het tempo waarmee de hoeveelheid kooldioxyde in de atmosfeer zal toenemen en over het effect daarvan. Zal het in 2050 al drie graden warmer zijn dan nu? Of moeten we daarvoor wachten tot ver in de tweeëntwintigste eeuw? Omvangrijk klimaatonderzoek zal het antwoord moeten geven. Biologen, natuurkundigen en geologen verzamelen daarvoor de meest uiteenlopende gegevens. Zo zal dit jaar een schip met Nederlandse onderzoekers uitvaren om algengroei in oceanen te bestuderen. Samen met andere Europese en Amerikaanse schepen zullen zij de Atlantische oceaan in zomer en winter doorkruisen op zoek naar minuscule waterplantjes. Deze nemen kooldioxyde op en gaan zo het broeikas-effect tegen. De vraag is: hoe groot is het effect daarvan? Eén van de vele kleine stukjes in de broeikas-puzzel. Maar een onmisbaar stukje, geloven biologen; zonder algengroei in oceanen zou de aarde nu al een stuk warmer zijn. Ook oceanologen zijn geïnteresseerd in de uitkomst: de extra opgenomen kooldioxyde zal uiteindelijk in de diepste oceaanlagen terechtkomen. Een ander studieobject van oceanografen - de zeestromen - spelen ook een gevoelige rol in de voorspellingen. Uit de atmosfeer opgenomen kooldioxyde kan zich, in de vorm van koolstof, in de loop van vijfhonderd tot duizend jaar over de diepste lagen van de oceanen verspreiden. Om precies te zeggen hoe het kooldioxyde-syndroom de komende eeuw zal toeslaan moet eerst veel meer bekend zijn van de koolstofcycli in de natuur. Ruwe schattingen bieden weinig ruimte voor optimisme: wanneer we op de huidige voet voortleven, wordt de kooldioxydeconcentratie in de loop van de komende eeuw twee keer zo hoog als in voor-industriële tijden. Kooldioxyde is niet de enige schuldige. Ook andere vervuilende gassen dragen hun steentje bij aan het opwarmen van de aarde, zoals waterstof, methaan, lachgas, en de beVU-MAGAZINE—MAART 1989

ruchte chloorfluorkoolstofverbindingen (cfk's) die bovendien de ozonlaag bedreigen. Pas recent werd duidelijk dat de atmosfeer dienst doet als een vergaarbak waarin verschillende vormen van vervuiling zich mengen en chemisch met elkaar reageren. Een chemische cocktail dus. "Dit soort samenspel is bijzonder moeilijk te voorspellen", verklaarde Paul Crutzen op één van de vele symposia over atmosferische verandering. Hij schaart zich onder de meest gezaghebbende atmosfeer-wetenschappers in de wereld. "We zijn altijd weer verrast hoe ingewikkeld de atmosfeer in elkaar zit. Daarom sloegen onze voorspellingen de plank vaak mis, en zullen zij dat in de toekomst ook vaak doen". Als voorbeeld noemt Crutzen de toenemende hoeveelheid van het gas methaan in de atmosfeer, dat ook bijdraagt aan het broeikaseffect. "We weten niet waar al dat methaan vandaan komt. Slechts een aantal bronnen is bekend: afvalbergen, rijstvelden en moerassen". Hij heft ook een vermanende vinger naar de Nederlandse bio-industrie. Methaan kan bovendien vrijkomen door lekkage van bijvoorbeeld aardgas. Crutzen: "Sommigen beweren dat methaan, mede afkomstig van kolenvergassing, de oplossing voor onze energieproblemen is. Maar als we dan nog meer lekkage krijgen moet ik daartegen waarschuwen".

T

erug naar de wetenschappelijke prognoses. Niet alleen de toekomstige atmosferische vervuiling kost hoofdbrekens. Zelfs als de omvang van het broeikaseffect precies bekend zou zijn en we nauwkeurig konden berekenen hoeveel zonnewarmte de aarde jaarlijks extra gaat vasthouden, dan nog is de rekensom niet eenvoudig te maken. Het resterende probleem is dan vast te stellen waar die extra warmte zal blijven. Een deel zal in de oceaan verdwijnen. Een ander deel zal de hoeveelheid wolken doen toenemen, die, door zonlicht te weerkaatsen, voor verkoehng zorgen. De berekening bijt in haar eigen staart: de hoeveelheid door de aarde opgenomen warmte wordt weer kleiner. Het smelten van sneeuw- en ijslagen bewerkstelligt juist het omgekeerde: minder weerkaatsing. Om

deze gecompliceerde berekening toch te kunnen uitvoeren, ontwierp men klimaatmodellen die de ontwikkelingen in de atmosfeer simuleren. Ze zijn nog lang niet perfect; de voorspelde temperatuurstijgingen kunnen voor hetzelfde geld twee keer te hoog blijken. Alle onzekerheden bijeen genomen bestaat de verleiding om tot Sint Juttemus aan de modellen te blijven sleutelen en elkaar in wetenschappelijke debatten met cijfers om de oren te slaan. Over de belangrijkste zaak is men het echter eens: het wórdt warmer, met alle gevolgen van dien. In de loop van de volgende eeuw zal de gemiddelde temperatuur op aarde al enkele graden stijgen. Vooral de winters zullen zachter zijn. De klimaatzones verschuiven in de richting van de polen. Door de hogere temperatuur neemt de verdamping toe. Klimatologen verwachten daarom hevige regenval rond de evenaar en, op hoge breedtegraden, intense zomerse droogte in eertijds gematigde streken en een groter aantal tropische orkanen. Smeltend ijs van bergen en poolstreken zal het niveau van de oceanen doen rijzen. De verschillende berekeningen waarschuwen voor enkele decimeters tot meer dan een meter verhoging, halverwe-

Kooldioxyde is niet de enige schuldige. Ook andere vervuilende gassen dragen hun steentje bij aan het opwarmen van de aarde. ge de volgende eeuw. Tegen 2075 kan dat oplopen tot meer dan twee meter. Hevige overstromingen zullen vooral de lager gelegen delta's en kuststreken van de ontwikkehngslanden teisteren. Als op den duur al het ijs verdwijnt, zal de zeespiegel zo'n zeventig meter stijgen; waarschijnlijk een onomkeerbare verandering. Wanneer eenmaal de grote reflecterende ijsvlakten verdwenen zijn, zal de aarde namelijk nóg makkelijker warmte opnemen. Effecten van het opwarmen van de aarde zijn nu al te zien. De eerste tekenen zijn gletschers die zich terug9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 99

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's