GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 124

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 124

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

gelijks menu van de meeste Europese huisgezinnen. Aan de vanzelfsprekendheid van die triomf wordt door OUemans geen moment getwijfeld en hij maakt er geen geheim van dat zijn sympathie bij de overwinnaar ligt. Achter het universele masker van de historicus wordt bij hem daarmee onmiskenbaar het particuliere gezicht van de aardappelexporteur zichtbaar. De logica van zakenman, die een bloedhekel heeft aan afgegrendelde afzetmarkten en die het Hefst persoonlijk in elk huisgezin een kistje aardappelen op de keukentafel zou willen zetten, doortrekt op soms penetrante wijze elke pagina in het boek. Maar gesteld dat Oliemans ondanks zijn particuhere inkleuring de brede omtrek van de verbreiding van de aardappel toch op de juiste wijze schetst, welk beeld rijst er dan op?

Overal waar de protestanten de overhand hadden werd ook de aardappel in ere gehouden. Het antwoord kan kort zijn: het zijn volgens Oliemans de in diepe armoede gehulde, Waldenzer boeren geweest, aan wie het te danken is dat tot in het heden in menig Europees huisgezin de aardappels dagelijks op tafel staan te dampen.

D

e Waldenzers waren afkomstig uit Piemonte in Itahë, en zij begonnen tegen het einde van de zestiende eeuw het aardappelgewas op verscholen gele-

gen berghellingen te verbouwen. Die verborgen positie was noodzakelijk omdat de Waldenzers niet bepaald gehefd waren bij de kerkelijke autoriteiten: zij hielden er ketterse, protestantse geloofsopvattingen op na. En dat was voor Rome, vanaf het concilie in Trente dat in 1563 eindigde, aanleiding om het jachtseizoen op hen te openen. De geloofsvervolging dwong de Waldenzers om uit ItaUë te vertrekken en op andere plaatsen in Europa hun toevlucht te zoeken. Overal waar zij kwamen namen zij de aardappel met zich mee en begonnen zij met het verbouwen ervan. De geschiedenis van de aardappel is in de visie van Oliemans dus nauw verbonden geweest en bepaald door de geschiedenis van ketterij en geloofsstrijd. Ohemans noemt de aardappel daarom ook een protestants volksvoedsel; overal waar de protestanten de overhand hadden werd ook de aardappel in ere gehouden, terwijl in katholieke streken daarentegen deze maar zelden werd aangetroffen. Maar de ironie wil dat wanneer Rome niet zo enthousiast op ketterjacht zou zijn gegaan, de verspreiding van de aardappel vermoedelijk heel wat trager zou hebben plaatsgevonden. De aardappel was bovendien 'het brood van de armen'. De boerenbevolking voedde zich doorgaans met een brij van graansoorten. De aardappel, meestal gebruikt ter bereiding van aardappelsoep of gebakken boerenbrood, zorgde voor enige afwisseling in dit menu. De aardappel sloeg over het algemeen snel aan, omdat hij goedkoper was dan tarwe. Bovendien was de aardappel gemak-

kelijk klaar te maken, zoals blijkt uit de woorden van ene maitre Chauffour, uit 1780: "Voor de graanteelt is een kar nodig en trekvee. Als wordt geoogst, moet het graan naar de molen worden gereden en weer worden teruggebracht, moet het worden gekneed en in de oven gebakken. Men moet het brood de tijd gunnen om af te koelen en het moet worden gegeten voor het hard is geworden of schimmelig. Niets van dit alles is voor de aardappel nodig, noch voor de teelt, noch voor de voorbereiding. Het poten en rooien is het werk van mensenhanden. Even koken in heet water geeft de beste voeding uit de natuur. Een bergbewoner en zijn gehele gezin kunnen zich zonder hun schamele woninkjes te verlaten het gehele jaar door uit de aardappelen voeden." Voor de rijken had de aardappel evenwel een iets ander belang: beter dan welk produkt ook, zou de aardappel namelijk geschikt zijn om er haarpoeder van te maken! Vanuit het perspectief van de armen neemt de aardappel een sleutelrol in bij de dagelijkse strijd tegen de honger. Vanuit het perspectief van de rijken heeft de aardappel, althans in de achttiende eeuw, slechts betekenis als marginale voetnoot in de geschiedenis van de lichaamsverzorging. Ook wat dat betreft is de aardappel dus beladen met uiteenlopende geschiedenissen en interpretaties. Je zou bijna vergeten dat hij bovendien te eten vah.D

Naar aanleiding van Willem H. Oliemans: 'Het brood van de armen: de geschiedenis van de aardappel temidden van ketters, kloosterlingen en kerkvorsten'. SDU uitgeverij, Den 1988.

Niet alleen het bereiden, maar ook het rooien van aardappels was niet zelden het werk van vrouwen.

34

VU-MAGAZINE—MAART 1989

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 124

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's